HOOFDSTUK 1: BEELDBESCHRIJVING ............................................................................................... 3
1.1 BEELDBESCHRIJVING .............................................................................................................. 3
1.2 EIGEN ROL .............................................................................................................................. 3
1.3 CONCLUSIE ............................................................................................................................. 4
HOOFDSTUK 2: REPAREER JE EIGEN WERKHOUDING ....................................................................... 5
KORTHAGEN REFLECTIEMETHODE ................................................................................................... 5
HOOFDSTUK 3: INTERVENTIE ........................................................................................................... 7
3.1 CATEGORIEËN EN SUBCATEGORIEËN .......................................................................................... 7
3.2 HERMENEUTISCHE CIRKEL .......................................................................................................... 9
3.3 DE INTERVENTIE ....................................................................................................................... 10
HOOFDSTUK 4: HOUDT EEN WERKBESPREKING IN GROEITAAL ...................................................... 12
4.1 WERKBESPREKING AANKONDIGEN .......................................................................................... 12
4.2 HET GESPREK ........................................................................................................................... 13
HOOFDSTUK 5: PAS DE SANCTIE TOE ............................................................................................. 14
5.1 GEEF HET AFGESPROKEN TEKEN ............................................................................................... 14
HOOFDSTUK 6: NABESPREKEN IN GROEITAAL ................................................................................ 15
6.1 DE NABESPREKING ................................................................................................................... 15
6.2 VERVOLGSTAPPEN ................................................................................................................... 16
LITERATUURLIJST ........................................................................................................................... 17
BIJLAGE 1: HABIT TRACKER | DE 3X3X3X INTERVENTIEMODEL ....................................................... 18
BIJLAGE 2: DIERENASIEL COUPONS ................................................................................................ 19
2
, HOOFDSTUK 1: BEELDBESCHRIJVING
1.1 BEELDBESCHRIJVING
In deze beeldbeschrijving zal ik het hebben over Peter die ik begeleid vanuit mijn func;e als
ambulant begeleider bij een organisa;e voor mensen met een verstandelijke beperking.
Peter is onder begeleiding gekomen na het plegen van een winkeldiefstal.
Wie is Peter?
Peter is een 15-jarige jongen met een licht verstandelijke beperking. Hij heeC een geschaDe
IQ van 65, kan zich verbaal goed verstaanbaar maken en spreekt veel straaDaal. Hij heeC een
gemiddelde lengte en draagt graag petjes, jeans, sneakers en bomberjacks, wat hem een
stoer uiterlijk geeC. Hij volgt VMBO-B op de middelbare school. Hij woont in RoDerdam met
zijn ouders en een zusje van 11 jaar oud. Zijn vader werkt bij PostNL en zijn moeder werkt als
gastvrouw bij een ouderencentrum.
Peter is sinds een jaar aan het experimenteren met weed. Hoe hij aan de weed komt, vertelt
hij niet. Zijn ouders zijn op de hoogte van zijn weedgebruik en hebben de regel dat er thuis
niet geblowd mag worden. Hiermee hoopten de ouders dat het weedgebruik zou afnemen.
Echter zien zij Peter dit juist vaker buitenshuis doen, bijvoorbeeld na school;jd. Peter wil er
niet over praten en vind het allemaal maar gezeur. Daarnaast drinkt hij de afgelopen
maanden veel energiedrankjes, vertoont hij hypergedrag, heeC hij moeite met s;lziDen,
ervaart hij concentra;eproblemen en voelt hij veel onrust, waarbij hij enorm piekert over het
moment van nu en de toekomst. Hij praat veel over deze gevoelens, maar kan niet uitleggen
waarom of hoe hij deze gevoelens ervaart. Een halTaar geleden heeC hij een taakstraf
moeten uitvoeren vanwege de winkeldiefstal, wat hij heeC gepleegd bij een dierenasiel. Hij
vond het dierenasiel zo leuk dat hij nu telkens vertelt dat hij later een opvanghuis wil
beginnen met allerlei dieren
Peter brengt al een jaar veel ;jd door met oudere jongeren uit de buurt, wat zorgen
veroorzaakt bij zijn ouders, vooral omdat zijn weedgebruik begon sinds hij deze groep leerde
kennen. De ouders vertrouwen de vriendschappen niet en Peter wordt boos als er nega;ef
over zijn vrienden wordt gesproken. Hij hecht er waarde aan serieus genomen te worden en
als volwassene behandeld te worden. De verandering in Peters gedrag uit zich nu in
veelvuldig spijbelen, te laat komen op school en opstandigheid wanneer er over wordt
gepraat.
1.2 EIGEN ROL
Als ambulant begeleider heb ik Peter begeleid sinds zijn winkeldiefstal, met als doel hem te
ondersteunen in zijn gezinsleven en samen gezamenlijke doelen op te stellen en te behalen.
In eerste instan;e verliep dit proces posi;ef, ondanks de uitdagingen die Peter in zijn
gezinsleven ondervond. Tijdens de begeleiding hebben we een goede rela;e opgebouwd,
3