referentiekader = sociale bril = alle regels, normen en waardes (+kennis, ideeën, ervaringen,
overtuigingen) die, vaak onbewust, bepalen hoe je iets beoordeelt
Er zijn 4 soorten sociale ongelijkheid op basis van ongelijke verdeling van hulpbronnen:
● economisch: vermogen en inkomen
● sociaal: netwerk/connecties
● symbolisch: talent, geboorte, beroep
● politiek: macht, gezag, wetgeving → juridische basis
positietoewijzing (initiatief ligt bij overheid) = immigranten krijgen door de samenleving een
positie toegewezen → overheidsbeleid
positieverwerving (initiatief ligt bij nieuwkomer) = immigranten kunnen zich door eigen
inspanning een positie in de samenleving verwerven
collectieve goederen VS private goederen
→ burgers en bedrijven betalen → burgers betalen zelf om
belastingen om gebruik te kunnen gebruik te kunnen maken van
maken van deze goederen deze goederen
- drinkwater - vakantie
- onderwijs - telefoon
- infrastructuur - kleding
- veiligheid - restaurantbezoek
dilemma collectieve actie → voorbeeld: het bouwen van een dijk
zij werken mee zij werken niet mee
ik werk mee De dijk komt er ik werk/betaal voor
met mijn niets
werk/geld
ik werk niet mee de dijk komt er de dijk komt er niet
zonder mijn
inspanning/geld
(=freerider)
Institutie (abstract) VS Instelling (concreet)
heeft geen (mail)adres = niet fysiek heeft wél (mail)adres = wél fysiek
aanraakbaar aanraakbaar
• Parlementaire Democratie ⦁ De Tweede Kamer
• De Rechtsstaat ⦁ De Rechtbank
• Het Onderwijs ⦁ Het Odulphuslyceum
• Het Militaire Apparaat (leger) ⦁ De kazerne
• De Politie ⦁ Het politiebureau
• De Verzorgingsstaat ⦁ Het UWV
• De Gezondheidszorg ⦁ Het Elisabeth Ziekenhuis