SAMENVATTING SQL
SELECT
De SELECT-opdracht wordt in SQL gebruikt om gegevens uit een databank (Engels: database) op te
halen. Het is als het stellen van een vraag aan de database en het ontvangen van een antwoord met
de gevraagde gegevens.
Stel je bijvoorbeeld voor dat je een lijst wil maken van alle namen van studenten die ingeschreven
zijn. Dan zou je een SELECT-opdracht gebruiken om de database te vragen om de namen van de
studenten terug te geven.
De basisstructuur van een SELECT-opdracht ziet er als volgt uit:
SELECT kolom1, kolom2, ...
FROM tabel;
Hierbij is:
SELECT: Geeft aan welke kolommen je wil selecteren en weergeven in de resultaten.
FROM: Geeft aan vanuit welke tabel je gegevens wil halen.
Alle inhoud
De volledige inhoud (dus alle kolommen) opvragen van een tabel kan met een ster (*):
SELECT *
FROM tabel;
Enkel unieke resultaten
Wil je dat er in de kolom geen twee dezelfde resultaten staan, gebruik dan DISTINCT.
SELECT DISTINCT kolom1, kolom2, …
FROM tabel;
LIKE
De LIKE-operator wordt gebruikt om te zoeken naar specifieke patronen of stukken tekst in een
kolom. Het is handig wanneer je wil zoeken naar rijen waarin een bepaalde waarde voorkomt of
overeenkomt met een deel van de gegevens in de kolom. LIKE kan je enkel gebruiken op kolommen
die van het type tekst zijn.
De basisstructuur van LIKE ziet er als volgt uit:
SELECT kolom1, kolom2, ...
FROM tabel
WHERE kolom LIKE 'patroon';
, Hierbij is:
LIKE: Geeft aan dat je wil zoeken naar een bepaald patroon. Voor LIKE kan je NOT zetten om bepaalde
patronen uit te sluiten.
kolom: De kolom waarin je wil zoeken.
'patroon': Het specifieke patroon met jokertekens waarnaar je wil zoeken.
De twee jokertekens die je kan gebruiken met LIKE zijn:
% (percentageteken): reeks van nul of meer tekens
_ (underscore): precies één willekeurig teken
ORDER BY
Met ORDER BY kan je de resultaten van je query sorteren op basis van één of meer kolommen. Het
zorgt er voor dat gegevens in een bepaalde volgorde staan, zodat je ze gemakkelijker kan lezen of
analyseren.
Stel je bijvoorbeeld voor dat je een lijst met klantnamen hebt en je wil ze op alfabetische volgorde
weergeven. Je zou dan ORDER BY gebruiken om de resultaten te sorteren op de kolom met de
klantnamen.
De basisstructuur van ORDER BY ziet er als volgt uit:
SELECT kolom1, kolom2, ...
FROM tabel
ORDER BY kolom [ASC|DESC];
Hierbij is:
ORDER BY: Geeft aan dat je de resultaten wil sorteren.
kolom: De kolom waarop je wil sorteren.
ASC (oplopend, Eng.: ASCending) of DESC (aflopend, Eng.: DESCending): Optioneel kan je aangeven of
je de resultaten in oplopende (ASC) of aflopende (DESC) volgorde wil sorteren. Als je niets zet, is het
standaard oplopend (ASC). Oplopend is van klein naar groot voor getallen of alfabetisch voor tekst.
De vierkante haken hierboven duiden aan dat ASC of DESC optioneel is. Die vierkante haken moet je
dus niet typen.
SELECT
De SELECT-opdracht wordt in SQL gebruikt om gegevens uit een databank (Engels: database) op te
halen. Het is als het stellen van een vraag aan de database en het ontvangen van een antwoord met
de gevraagde gegevens.
Stel je bijvoorbeeld voor dat je een lijst wil maken van alle namen van studenten die ingeschreven
zijn. Dan zou je een SELECT-opdracht gebruiken om de database te vragen om de namen van de
studenten terug te geven.
De basisstructuur van een SELECT-opdracht ziet er als volgt uit:
SELECT kolom1, kolom2, ...
FROM tabel;
Hierbij is:
SELECT: Geeft aan welke kolommen je wil selecteren en weergeven in de resultaten.
FROM: Geeft aan vanuit welke tabel je gegevens wil halen.
Alle inhoud
De volledige inhoud (dus alle kolommen) opvragen van een tabel kan met een ster (*):
SELECT *
FROM tabel;
Enkel unieke resultaten
Wil je dat er in de kolom geen twee dezelfde resultaten staan, gebruik dan DISTINCT.
SELECT DISTINCT kolom1, kolom2, …
FROM tabel;
LIKE
De LIKE-operator wordt gebruikt om te zoeken naar specifieke patronen of stukken tekst in een
kolom. Het is handig wanneer je wil zoeken naar rijen waarin een bepaalde waarde voorkomt of
overeenkomt met een deel van de gegevens in de kolom. LIKE kan je enkel gebruiken op kolommen
die van het type tekst zijn.
De basisstructuur van LIKE ziet er als volgt uit:
SELECT kolom1, kolom2, ...
FROM tabel
WHERE kolom LIKE 'patroon';
, Hierbij is:
LIKE: Geeft aan dat je wil zoeken naar een bepaald patroon. Voor LIKE kan je NOT zetten om bepaalde
patronen uit te sluiten.
kolom: De kolom waarin je wil zoeken.
'patroon': Het specifieke patroon met jokertekens waarnaar je wil zoeken.
De twee jokertekens die je kan gebruiken met LIKE zijn:
% (percentageteken): reeks van nul of meer tekens
_ (underscore): precies één willekeurig teken
ORDER BY
Met ORDER BY kan je de resultaten van je query sorteren op basis van één of meer kolommen. Het
zorgt er voor dat gegevens in een bepaalde volgorde staan, zodat je ze gemakkelijker kan lezen of
analyseren.
Stel je bijvoorbeeld voor dat je een lijst met klantnamen hebt en je wil ze op alfabetische volgorde
weergeven. Je zou dan ORDER BY gebruiken om de resultaten te sorteren op de kolom met de
klantnamen.
De basisstructuur van ORDER BY ziet er als volgt uit:
SELECT kolom1, kolom2, ...
FROM tabel
ORDER BY kolom [ASC|DESC];
Hierbij is:
ORDER BY: Geeft aan dat je de resultaten wil sorteren.
kolom: De kolom waarop je wil sorteren.
ASC (oplopend, Eng.: ASCending) of DESC (aflopend, Eng.: DESCending): Optioneel kan je aangeven of
je de resultaten in oplopende (ASC) of aflopende (DESC) volgorde wil sorteren. Als je niets zet, is het
standaard oplopend (ASC). Oplopend is van klein naar groot voor getallen of alfabetisch voor tekst.
De vierkante haken hierboven duiden aan dat ASC of DESC optioneel is. Die vierkante haken moet je
dus niet typen.
