Samenvatting biologie voor jou, hoofdstuk 3.1 t/m 3.4

Biologie samenvatting 3.1 t/m 3.4

Paragraaf 1
Volwassen mens 5 tot 6 l bloed in het lichaam, bloed vervoert zuurstof en koolstofdioxide door
lichaam en nog andere stoffen , dat noem je transport.

Bloed bestaat uit: 55% uit bloedplasma,
de rest 45% bestaat uit rode- ,witte bloedcellen en bloedplaatjes.

Functie van bloed: vervoer van alles wat nodig is om het lichaam te laten functioneren zoals:
voedsel, zuurstof en warmte.

Bloedplasma bestaat voor 7% uit eiwitten en 91% uit water, De rest bestaat uit stoffen die in het
water zijn opgelost, onder andere mineralen.




Rode bloedcellen
- Rode bloedcellen hebben geen celkern.
- In een kubieke millimeter ( 1mm3 = 0,001ml) bloed zit ongeveer 5 miljoen rode bloedcellen.
- Rode bloedcellen vervoeren vooral zuurstof.
- Ze bevatten het eiwit hemoglobine, wat een rode kleur heeft.
- Hemoglobine kan zuurstof vasthouden en ook weer loslaten, daardoor kunnen rode
bloedcellen makkelijk zuurstof opnemen en afnemen.

Witte bloedcellen
- Witte bloedcellen hebben wel een celkern. De cellen gaan door de wanden heen.




- De cellen hebben geen vaste vorm, daardoor kunnen ze door kleine openingen in de wand
van de kleinste bloedvaten heen.
- Witte bloedcellen kunnen ziekteverwekkers onschadelijk maken.