Hoofdstuk 10 Faillissement
Belangrijke aspecten van het faillissement
De wettelijke bepalingen over faillissement staan in de Faillissementswet (FW). De kernbepaling staat
in art. 1 FW
‘De schuldenaar, die in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, wordt, hetzij op
eigen aangifte, hetzij op verzoek van een of meer zijner schuldeisers, bij rechterlijk vonnis in staat van
faillissement verklaard.’
Uit het bovenstaande artikel kun je een aantal vereisten halen:
Opgehouden te betalen;
Eigen aangifte;
Een of meer zijner schuldeisers (*1 schuldeiser met 2 opeisbare vorderingen);
De hoofdregel in Nederland met betrekking tot het leveren van bewijs is ‘wie stelt moet bewijzen.’
Omdat bewijs soms lastig kan worden gegeven, is de wetgever de schuldeiser tegemoetgekomen. In
art. 6 lid 3 FW staat dat de rechter een faillissement kan uitspreken als ‘summierlijk’ blijkt dat de
debiteur is opgehouden met betalen. Dat betekent dat het bewijs daarvoor niet al te zwaar hoeft te
zijn.
Het faillissement begint met het vonnis van de rechter en werkt terug tot 0:00 uur op de dag waarop
dat vonnis wordt uitgesproken (art. 23 FW). De rechter stelt vervolgens een curator aan. De curator
gaat zorgen voor de afwikkeling van het faillissement (art. 68 FW). Hij is degene die vanaf dat
moment beslist wat er met het vermogen moet gebeuren.
De volgende vraag is wie er voor een faillissement in aanmerking kan komen. De volgende partijen
kunnen failliet worden verklaard:
Natuurlijke personen en eenmanszaken;
Personenvennootschappen;
BV & NV;
Natuurlijke personen komen voor een faillissement in aanmerking als hun schulden niet voldaan
kunnen worden. is de natuurlijk persoon gehuwd, dan kan deze alleen het eigen faillissement
aanvragen met medewerking van de partner (art. 4 lid 2 FW), Tenzij er algehele uitsluiting van
gemeenschap van goederen bestaat. Uit art. 22 FW blijkt bovendien dat de, in gemeenschap van
goederen gehuwde, partner van de failliet verklaarde persoon ook bij het faillissement wordt
betrokken.
Een eenmanszaak kan ook failliet worden verklaard, maar dat betekent automatisch dat de
natuurlijke persoon erachter ook persoonlijk failliet wordt verklaard.
Een maatschap kan niet failliet worden verklaard want dat is alleen een overeenkomst tussen twee
natuurlijke personen. De maten zelf kunnen wel failliet gaan.
De VOF heeft een afgescheiden vermogen waarop de zaaks crediteuren eerst hun vorderingen zullen
verhalen (art. 18 WvK). Als dit niet voldoende mogelijkheden biedt, dan zijn de vennoten zelf in
hoofdelijk en in privé aansprakelijk. Als één van de vennoten privé failliet wordt verklaard gaat de
VOF niet failliet omdat het dan een afgescheiden vermogen betreft. Dit geldt ook voor de CV.
De BV en de NV kunnen ook failliet worden verklaard, het voordeel van deze vormen is dat dat de
bestuurders privé buitenschot blijven, tenzij er van onbehoorlijk bestuur sprake is.
Belangrijke aspecten van het faillissement
De wettelijke bepalingen over faillissement staan in de Faillissementswet (FW). De kernbepaling staat
in art. 1 FW
‘De schuldenaar, die in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, wordt, hetzij op
eigen aangifte, hetzij op verzoek van een of meer zijner schuldeisers, bij rechterlijk vonnis in staat van
faillissement verklaard.’
Uit het bovenstaande artikel kun je een aantal vereisten halen:
Opgehouden te betalen;
Eigen aangifte;
Een of meer zijner schuldeisers (*1 schuldeiser met 2 opeisbare vorderingen);
De hoofdregel in Nederland met betrekking tot het leveren van bewijs is ‘wie stelt moet bewijzen.’
Omdat bewijs soms lastig kan worden gegeven, is de wetgever de schuldeiser tegemoetgekomen. In
art. 6 lid 3 FW staat dat de rechter een faillissement kan uitspreken als ‘summierlijk’ blijkt dat de
debiteur is opgehouden met betalen. Dat betekent dat het bewijs daarvoor niet al te zwaar hoeft te
zijn.
Het faillissement begint met het vonnis van de rechter en werkt terug tot 0:00 uur op de dag waarop
dat vonnis wordt uitgesproken (art. 23 FW). De rechter stelt vervolgens een curator aan. De curator
gaat zorgen voor de afwikkeling van het faillissement (art. 68 FW). Hij is degene die vanaf dat
moment beslist wat er met het vermogen moet gebeuren.
De volgende vraag is wie er voor een faillissement in aanmerking kan komen. De volgende partijen
kunnen failliet worden verklaard:
Natuurlijke personen en eenmanszaken;
Personenvennootschappen;
BV & NV;
Natuurlijke personen komen voor een faillissement in aanmerking als hun schulden niet voldaan
kunnen worden. is de natuurlijk persoon gehuwd, dan kan deze alleen het eigen faillissement
aanvragen met medewerking van de partner (art. 4 lid 2 FW), Tenzij er algehele uitsluiting van
gemeenschap van goederen bestaat. Uit art. 22 FW blijkt bovendien dat de, in gemeenschap van
goederen gehuwde, partner van de failliet verklaarde persoon ook bij het faillissement wordt
betrokken.
Een eenmanszaak kan ook failliet worden verklaard, maar dat betekent automatisch dat de
natuurlijke persoon erachter ook persoonlijk failliet wordt verklaard.
Een maatschap kan niet failliet worden verklaard want dat is alleen een overeenkomst tussen twee
natuurlijke personen. De maten zelf kunnen wel failliet gaan.
De VOF heeft een afgescheiden vermogen waarop de zaaks crediteuren eerst hun vorderingen zullen
verhalen (art. 18 WvK). Als dit niet voldoende mogelijkheden biedt, dan zijn de vennoten zelf in
hoofdelijk en in privé aansprakelijk. Als één van de vennoten privé failliet wordt verklaard gaat de
VOF niet failliet omdat het dan een afgescheiden vermogen betreft. Dit geldt ook voor de CV.
De BV en de NV kunnen ook failliet worden verklaard, het voordeel van deze vormen is dat dat de
bestuurders privé buitenschot blijven, tenzij er van onbehoorlijk bestuur sprake is.