Uitleg van de leerdoelen van thema 4: Voortplanting en Seksualiteit
Paragraaf 1: Geslachtsorganen
4.1.1 Je kunt uitleggen welke organen tot het voortplantingsstelsel behoren.
Het voortplantingsstelsel omvat alle organen die een rol spelen bij de voortplanting. Bij mannen
behoren tot het voortplantingsstelsel:
• De penis, balzak, teelballen, bijballen, zaadleiders, zaadblaasjes, prostaat en de
urinebuis (die ook een rol speelt in het urinestelsel).
Bij vrouwen omvat het voortplantingsstelsel:
• De vulva (inclusief clitoris, binnenste en buitenste vulvalippen, opening van de vagina),
vagina, baarmoeder, eileiders en eierstokken.
Ook de borsten van de vrouw behoren tot het voortplantingsstelsel, omdat ze een rol spelen bij
het voeden van een baby.
4.1.2 Je kunt de delen van de geslachtsorganen van een man en een vrouw noemen,
inclusief de overeenkomsten en verschillen.
Bij mannen:
• Uitwendig: Penis (met de eikel en voorhuid) en de balzak.
• Inwendig: Teelballen, bijballen, zaadleiders, zaadblaasjes, prostaat en urinebuis.
Bij vrouwen:
• Uitwendig (de vulva): Clitoriseikel, clitorishoed, binnenste vulvalippen, buitenste
vulvalippen, en de openingen van de urinebuis en vagina.
• Inwendig: Baarmoeder, eileiders, eierstokken en het grootste deel van de clitoris.
Overeenkomsten:
• Bij zowel mannen als vrouwen zijn er geslachtsorganen die op seksuele prikkels
reageren: de clitoris bij vrouwen en de eikel van de penis bij mannen, beide gevoelig door
de aanwezigheid van zwellichamen.
• Beide hebben geslachtscellen: zaadcellen bij mannen en eicellen bij vrouwen.
• Zowel mannen als vrouwen hebben zwellichamen die zich vullen met bloed bij
opwinding (in de penis en clitoris).
Verschillen:
• Mannen hebben een penis, terwijl vrouwen een clitoris hebben (de clitoris is grotendeels
inwendig).
Thema 4: Voortplanting en Seksualiteit
, Biologie Voor Jou Leerjaar 2/3 HAVO/VWO
• Bij vrouwen ligt een groot deel van de geslachtsorganen in de onderbuik (baarmoeder,
eileiders, eierstokken), terwijl bij mannen het grootste deel uitwendig is (penis en
balzak).
• Bij mannen zijn de teelballen verantwoordelijk voor de productie van zaadcellen, terwijl
bij vrouwen de eierstokken eicellen produceren.
4.1.3 Je kunt de primaire geslachtskenmerken noemen.
Primaire geslachtskenmerken zijn de lichamelijke kenmerken waarmee het geslacht bij de
geboorte kan worden vastgesteld:
• Bij jongens: Penis en balzak.
• Bij meisjes: Vulva, met vulvalippen, clitoriseikel en de opening van de vagina.
Daarnaast zijn er ook inwendige primaire geslachtskenmerken die niet direct zichtbaar zijn,
zoals de teelballen bij jongens en de baarmoeder, eileiders en eierstokken bij meisjes.
Bij intersekse personen kunnen de primaire geslachtskenmerken variëren en een combinatie of
variatie van mannelijke en vrouwelijke kenmerken vertonen.
Thema 4: Voortplanting en Seksualiteit