Samenvatting
Arbeidssociologie
2007
Reader Glebbeek
Artikel 1 reader Glebbeek
In het artikel staat centraal of tijdconcurrentie een individueel of maatschappelijk probleem is.
Het zou zo moeten zijn dat iedereen individueel kan bepalen of hij zijn tijd aan werk besteedt
of liever vrije tijd heeft, zonder invloed van de politiek. Individuen maken een rationele
afweging om te kiezen tussen vrije tijd en werken. Toch zijn er een aantal factoren die
individuen er toe aanzetten om tijdskeuzes te maken die niet in hun belang zijn. Deze factoren
zijn:
Systematisch vertekende keuzes
Economische welvaart kan in geld worden uitgedrukt en sociale welvaart niet. Tevens
is heeft economische welvaart betrekking op de korte termijn terwijl sociale welvaart
betrekking heeft op de lange termijn. Het individu is meer ingesteld op de
economische korte termijn.
Externe effecten
Naarmate door de stijgende uurlonen de opportuniteitskosten van sociale activiteiten
toenemen, hangt aan tijd besteed aan anderen een steeds hoger prijskaartje.
Status en positionele goederen
We willen in inkomen en consumptie niet achterblijven bij anderen, maar zouden
beter af zijn als iedereen een stapje terug deed.
Tijdconcurrentie
Mensen werken meer om de concurrentie voor te zijn en gaan meer uren werken dan
hun strikte afweging tussen geld en vrije tijd zou inhouden.
Deze reeks van argumenten is niet toevallig. Ze vertegenwoordigen de drie theoretische
mogelijkheden dat ongunstige maatschappelijke uitkomsten het gevolg zijn van individuele
irrationaliteit, individuele rationaliteit met collectieve irrationaliteit, individuele rationaliteit
met veronachtzaming van derden.
Arbeidssociologie
2007
Reader Glebbeek
Artikel 1 reader Glebbeek
In het artikel staat centraal of tijdconcurrentie een individueel of maatschappelijk probleem is.
Het zou zo moeten zijn dat iedereen individueel kan bepalen of hij zijn tijd aan werk besteedt
of liever vrije tijd heeft, zonder invloed van de politiek. Individuen maken een rationele
afweging om te kiezen tussen vrije tijd en werken. Toch zijn er een aantal factoren die
individuen er toe aanzetten om tijdskeuzes te maken die niet in hun belang zijn. Deze factoren
zijn:
Systematisch vertekende keuzes
Economische welvaart kan in geld worden uitgedrukt en sociale welvaart niet. Tevens
is heeft economische welvaart betrekking op de korte termijn terwijl sociale welvaart
betrekking heeft op de lange termijn. Het individu is meer ingesteld op de
economische korte termijn.
Externe effecten
Naarmate door de stijgende uurlonen de opportuniteitskosten van sociale activiteiten
toenemen, hangt aan tijd besteed aan anderen een steeds hoger prijskaartje.
Status en positionele goederen
We willen in inkomen en consumptie niet achterblijven bij anderen, maar zouden
beter af zijn als iedereen een stapje terug deed.
Tijdconcurrentie
Mensen werken meer om de concurrentie voor te zijn en gaan meer uren werken dan
hun strikte afweging tussen geld en vrije tijd zou inhouden.
Deze reeks van argumenten is niet toevallig. Ze vertegenwoordigen de drie theoretische
mogelijkheden dat ongunstige maatschappelijke uitkomsten het gevolg zijn van individuele
irrationaliteit, individuele rationaliteit met collectieve irrationaliteit, individuele rationaliteit
met veronachtzaming van derden.