Ergotherapie Samenvatting Grondslagen Hoofdstuk 2
Men kan dezelfde handeling op veel verschillende manieren uitvoeren. Dit hangt van de sociaal-
culturele achtergrond af. Maar er is ook iets gemeenschappelijks, namelijk dat ieder mens wil het
liefst op zijn eigen manier deelnemen aan de maatschappij en betekenis geven aan hun leven.
Concept: concipere ( bijeennemen, vatten)
Kennis geeft ergotherapeuten handvatten om de cliënt beter de begrijpen. Inzicht in handelen en
participatie helpt ergotherapeuten te beredeneren hoe het handelen van mensen weer mogelijk
gemaakt kan worden.
Twee taalsystemen in de beschrijving en definities van concepten:
1. Vakjargon: concepten binnen de professie.
2. Dagelijkse communicatie
Paradigma: hoe denken ergotherapeuten, hoe kijken ze naar handelen. Gaat over dagelijkse dingen.
Functies van het beroepsparadigma:
het bindende van de ergotherapie definiëren door het wezen en de doelstelling van
ergotherapie aan te geven. Voorkomt verwarring.
De gemeenschappelijke basis leveren voor ergotherapeuten zelf.
Richting geven aan de curricula van opleiding en onderzoek.
Aanbevelingen geven voor ergotherapeutisch onderzoek.
Occupation: menselijk handelen vanuit twee perspectieven
1. Doing
2. Outcome
Values: waardes
Drie hoofdgroepen( ook wel handelingsgebieden genoemd):
1. Zorgen/wonen
2. Vrije tijd/ spel
3. Werken/leren
Dezelfde handelingen kunnen binnen meerdere handelingsgebieden vallen. Bv. tuinieren als werk
maar ook als vrije tijd.
De mens is van nature een handelend wezen. Het is een fundamentele menselijke behoefte die
biologisch is vastgelegd. Ook cultuur zet aan tot handelen.
In het handelen worden drie kernelementen onderscheiden die elkaar beïnvloeden:
1. De persoon die handelt
2. De context ( ook wel omgeving genoemd)
3. De activiteit
Men kan dezelfde handeling op veel verschillende manieren uitvoeren. Dit hangt van de sociaal-
culturele achtergrond af. Maar er is ook iets gemeenschappelijks, namelijk dat ieder mens wil het
liefst op zijn eigen manier deelnemen aan de maatschappij en betekenis geven aan hun leven.
Concept: concipere ( bijeennemen, vatten)
Kennis geeft ergotherapeuten handvatten om de cliënt beter de begrijpen. Inzicht in handelen en
participatie helpt ergotherapeuten te beredeneren hoe het handelen van mensen weer mogelijk
gemaakt kan worden.
Twee taalsystemen in de beschrijving en definities van concepten:
1. Vakjargon: concepten binnen de professie.
2. Dagelijkse communicatie
Paradigma: hoe denken ergotherapeuten, hoe kijken ze naar handelen. Gaat over dagelijkse dingen.
Functies van het beroepsparadigma:
het bindende van de ergotherapie definiëren door het wezen en de doelstelling van
ergotherapie aan te geven. Voorkomt verwarring.
De gemeenschappelijke basis leveren voor ergotherapeuten zelf.
Richting geven aan de curricula van opleiding en onderzoek.
Aanbevelingen geven voor ergotherapeutisch onderzoek.
Occupation: menselijk handelen vanuit twee perspectieven
1. Doing
2. Outcome
Values: waardes
Drie hoofdgroepen( ook wel handelingsgebieden genoemd):
1. Zorgen/wonen
2. Vrije tijd/ spel
3. Werken/leren
Dezelfde handelingen kunnen binnen meerdere handelingsgebieden vallen. Bv. tuinieren als werk
maar ook als vrije tijd.
De mens is van nature een handelend wezen. Het is een fundamentele menselijke behoefte die
biologisch is vastgelegd. Ook cultuur zet aan tot handelen.
In het handelen worden drie kernelementen onderscheiden die elkaar beïnvloeden:
1. De persoon die handelt
2. De context ( ook wel omgeving genoemd)
3. De activiteit