Ergotherapie Samenvatting Grondslagen hoofdstuk 10
Er ontstaan problemen in de ergotherapeut-cliënt relatie wanneer er weinig herkenningspunten zijn.
Dit veroorzaakt onbegrip en daardoor ook miscommunicatie.
Iedereen heeft recht op gezondheidszorg ongeacht ras, geloof, politieke overtuiging, economisch of
sociale afkomst.
Kwaliteitswet: iedere ingezetene van Nederland kan passende zorg ontvangen.
WMO: iedereen kan meedoen aan de maatschappij, zelfstandig wonen en daarbij ondersteuning
krijgen.
WGBO: het is aan de hulpverlener om te communiceren in voor de cliënt begrijpelijke taal aangezien
toegankelijkheid tot passende zorg ook te maken heeft met communicatie.
Wet BIG: de zorgverlener voldoet niet aan de eisen als hij niet in begrijpelijk taal met de cliënt kan
communiceren.
Diversiteit: verscheidenheid, veelvormigheid van de mensheid.
Ieder individu in lid van meerdere groepen.
Mensen kunnen zich gaan afzetten tegen groepen waartoe ze niet behoren (wij-zij-denken). Dit kan
zorgen voor vertekening , die een directe invloed hebben op het tot stand komen van contact en de
manier waarop individuen elkaar bejegenen, positief of negatief.
Stereotypering: mensen woorden steeds vaker bij voorbaat ingedeeld in ‘hokjes’.
Vooroordeel: een stereotypering waar hardnekkig aan vastgehouden wordt. Dit verandert de
houding en gedrag t.a.v. een bepaalde groep.
Discriminatie: maken van een onderscheid op basis waarvan mensen of zaken worden achtergesteld,
verworpen of behandeld. Als enige wordt bij discriminatie iemand actief in een hokje gestopt.
Cultuur: omvat systemen van gedeelde ideeën, concepten, regels en betekenissen die daar aan ten
grondslag liggen en die tot uiting komen in de manier waarop mensen leven.
Cultuur is altijd in beweging.
Subculturen: zijn groepen met eigen regels en waarden.
Etniciteit: een gevoel van bij elkaar horen en loyaliteit aan een groep met gedeelde afkomst, taal,
tradities, geloof en uiterlijke kenmerken.
Ras: wordt gebruikt in de biologie om een groep met dezelfde kenmerken aan te duiden.
Diverse niveaus van cultuur:
Aangeleerd gedrag
Zaken in de samenleving die men neemt zoals ze zijn.
Van sommige zaken hebben ze wel een beeld maar daar wordt niet over gesproken (incest).
Leidraad: ergotherapeuten, over de hele wereld, aan te moedigen de concepten diversiteit en
cultuur te bespreken, te waarderen en onderdeel te maken van hun dagelijkse praktijd, onderwijs en
onderzoek.
Er ontstaan problemen in de ergotherapeut-cliënt relatie wanneer er weinig herkenningspunten zijn.
Dit veroorzaakt onbegrip en daardoor ook miscommunicatie.
Iedereen heeft recht op gezondheidszorg ongeacht ras, geloof, politieke overtuiging, economisch of
sociale afkomst.
Kwaliteitswet: iedere ingezetene van Nederland kan passende zorg ontvangen.
WMO: iedereen kan meedoen aan de maatschappij, zelfstandig wonen en daarbij ondersteuning
krijgen.
WGBO: het is aan de hulpverlener om te communiceren in voor de cliënt begrijpelijke taal aangezien
toegankelijkheid tot passende zorg ook te maken heeft met communicatie.
Wet BIG: de zorgverlener voldoet niet aan de eisen als hij niet in begrijpelijk taal met de cliënt kan
communiceren.
Diversiteit: verscheidenheid, veelvormigheid van de mensheid.
Ieder individu in lid van meerdere groepen.
Mensen kunnen zich gaan afzetten tegen groepen waartoe ze niet behoren (wij-zij-denken). Dit kan
zorgen voor vertekening , die een directe invloed hebben op het tot stand komen van contact en de
manier waarop individuen elkaar bejegenen, positief of negatief.
Stereotypering: mensen woorden steeds vaker bij voorbaat ingedeeld in ‘hokjes’.
Vooroordeel: een stereotypering waar hardnekkig aan vastgehouden wordt. Dit verandert de
houding en gedrag t.a.v. een bepaalde groep.
Discriminatie: maken van een onderscheid op basis waarvan mensen of zaken worden achtergesteld,
verworpen of behandeld. Als enige wordt bij discriminatie iemand actief in een hokje gestopt.
Cultuur: omvat systemen van gedeelde ideeën, concepten, regels en betekenissen die daar aan ten
grondslag liggen en die tot uiting komen in de manier waarop mensen leven.
Cultuur is altijd in beweging.
Subculturen: zijn groepen met eigen regels en waarden.
Etniciteit: een gevoel van bij elkaar horen en loyaliteit aan een groep met gedeelde afkomst, taal,
tradities, geloof en uiterlijke kenmerken.
Ras: wordt gebruikt in de biologie om een groep met dezelfde kenmerken aan te duiden.
Diverse niveaus van cultuur:
Aangeleerd gedrag
Zaken in de samenleving die men neemt zoals ze zijn.
Van sommige zaken hebben ze wel een beeld maar daar wordt niet over gesproken (incest).
Leidraad: ergotherapeuten, over de hele wereld, aan te moedigen de concepten diversiteit en
cultuur te bespreken, te waarderen en onderdeel te maken van hun dagelijkse praktijd, onderwijs en
onderzoek.
