HAVO 4 M&O: De Eenmanszaak
Deel I : Hoofdstuk 1: Rode Kees
1.2 De persoonlijke lening
De persoonlijke lening is een lening aan een consument voor de aanschaf van duurzame
consumptiegoederen, zoals auto’s, stereo-installaties, meubels enzovoorts. Deze lening kun
je krijgen indien je meerderjarig bent en indien je over regelmatig inkomen beschikt. De
omvang van de lening is afhankelijk van de hoogte van je inkomen.
1.3 Het doorlopend krediet
Het doorlopend krediet is een consumptief krediet, waarbij met de bank een bepaald
bedrag wordt afgesproken dat maximaal geleend mag worden. Dit maximaal te lenen
bedragen noemen we het kredietlimiet en is voornamelijk afhankelijk van het netto-inkomen
van de kredietnemer. Meer geld dan de limiet is niet mogelijk, minder wel. Er wordt alleen
rente betaald over de opgenomen bedragen. De zakelijke variant van dit krediet noemen we
het rekening-courantkrediet.
1.4 Huurkoop en koop op afbetaling
Koop op afbetaling: er wordt een goed gekocht, geleverd en nadat er een aanbetaling is
gedaan wordt de rest naderhand betaald in termijnen> de koper is meteen eigenaar.
Huurkoop: Er wort een aanbetaling gedaan en de rest wordt in termijnen betaald> maar
verschil is dat de koper pas eigenaar is na het betalen van de laatste termijn.
Voordeel voor de geldnemer: bij alle vormen van krediet kan hij nu iets kopen zonder over
geld te beschikken.
Nadeel: vaak de hoge rente die betaald moet worden en het lang vastzitten aan aflossingen.
Voordeel voor de geldgever: het krijgen van de rente
Nadeel: sommige geldnemers lenen te veel en daardoor kunnen ze soms naar hun geld
fluiten.
1.5 De hypothecaire lening
Een hypotheeklening is een lening die je krijgt op onderpand van onroerend goed. Een
hypotheek is een zakelijk zekerheidsrechter op het onroerend goed van iemand anders. De
eigenaar geeft bij het sluiten van een hypotheek het onroerend in onderpand. Als hij zijn
verplichtingen niet nakomt dan kan de schuldeiser zijn vordering verhalen uit de opbrengst
van het onroerend goed. De eigenaar van het onroerend goed geeft het hypotheekrecht aan
de bank en daarom noemt men de eigenaar de hypotheekgever en de bank de
hypotheeknemer. In ruil voor dit recht geeft de bank een hypothecaire lening aan de
eigenaar en om die reden noemt men de bank de geldgever en de eigenaar de geldnemer.
In de hypotheekakte staat onder andere de looptijd van de lening, het te betalen
rentepercentage en de periode gedurende welke het rentepercentage wordt vastgelegd.
Ook staat hier in wanneer de hypotheeklening vervroegd afgelost mag worden. Banken en
andere instellingen die hypotheekleningen verstrekken, baseren de hoogte van de lening op
de executiewaarde is de opbrengst van het onroerend goed op een veiling, deze opbrengst
is meestal lager dan de opbrengst bij vrijwillige verkoop. De lening die de bank verstrekt
Deel I : Hoofdstuk 1: Rode Kees
1.2 De persoonlijke lening
De persoonlijke lening is een lening aan een consument voor de aanschaf van duurzame
consumptiegoederen, zoals auto’s, stereo-installaties, meubels enzovoorts. Deze lening kun
je krijgen indien je meerderjarig bent en indien je over regelmatig inkomen beschikt. De
omvang van de lening is afhankelijk van de hoogte van je inkomen.
1.3 Het doorlopend krediet
Het doorlopend krediet is een consumptief krediet, waarbij met de bank een bepaald
bedrag wordt afgesproken dat maximaal geleend mag worden. Dit maximaal te lenen
bedragen noemen we het kredietlimiet en is voornamelijk afhankelijk van het netto-inkomen
van de kredietnemer. Meer geld dan de limiet is niet mogelijk, minder wel. Er wordt alleen
rente betaald over de opgenomen bedragen. De zakelijke variant van dit krediet noemen we
het rekening-courantkrediet.
1.4 Huurkoop en koop op afbetaling
Koop op afbetaling: er wordt een goed gekocht, geleverd en nadat er een aanbetaling is
gedaan wordt de rest naderhand betaald in termijnen> de koper is meteen eigenaar.
Huurkoop: Er wort een aanbetaling gedaan en de rest wordt in termijnen betaald> maar
verschil is dat de koper pas eigenaar is na het betalen van de laatste termijn.
Voordeel voor de geldnemer: bij alle vormen van krediet kan hij nu iets kopen zonder over
geld te beschikken.
Nadeel: vaak de hoge rente die betaald moet worden en het lang vastzitten aan aflossingen.
Voordeel voor de geldgever: het krijgen van de rente
Nadeel: sommige geldnemers lenen te veel en daardoor kunnen ze soms naar hun geld
fluiten.
1.5 De hypothecaire lening
Een hypotheeklening is een lening die je krijgt op onderpand van onroerend goed. Een
hypotheek is een zakelijk zekerheidsrechter op het onroerend goed van iemand anders. De
eigenaar geeft bij het sluiten van een hypotheek het onroerend in onderpand. Als hij zijn
verplichtingen niet nakomt dan kan de schuldeiser zijn vordering verhalen uit de opbrengst
van het onroerend goed. De eigenaar van het onroerend goed geeft het hypotheekrecht aan
de bank en daarom noemt men de eigenaar de hypotheekgever en de bank de
hypotheeknemer. In ruil voor dit recht geeft de bank een hypothecaire lening aan de
eigenaar en om die reden noemt men de bank de geldgever en de eigenaar de geldnemer.
In de hypotheekakte staat onder andere de looptijd van de lening, het te betalen
rentepercentage en de periode gedurende welke het rentepercentage wordt vastgelegd.
Ook staat hier in wanneer de hypotheeklening vervroegd afgelost mag worden. Banken en
andere instellingen die hypotheekleningen verstrekken, baseren de hoogte van de lening op
de executiewaarde is de opbrengst van het onroerend goed op een veiling, deze opbrengst
is meestal lager dan de opbrengst bij vrijwillige verkoop. De lening die de bank verstrekt
