HAVO 4 M&O: De Eenmanszaak Deel l:
Hoofdstuk 1 : De categoriale kostenindeling
4.2: De verandering van het eigen vermogen: Het resultaat
Het verschil tussen de verkoopopbrengst van de verkochte goederen en de inkoopwaarde
van die goederen wordt het bruto verkoopresultaat genoemd. In het geval van een positief
resultaat spreekt men meestal van bruto winst. Behalve de inkoopwaarde zijn er nog veel
andere kosten zoals : lonen, huren, afschrijvingskosten, interestkosten enzovoort. Als je
deze zogenaamde bedrijfskosten in mindering brengt op het bruto resultaat dan heb je het
nettoresultaat. In het geval van positief resultaat spreekt men van nettowinst.
Verandering EV= Nettowinst+ privéstortingen – privé opnamen
4.3: Functies kostenberekening
Kosten worden meestal gedefinieerd als: de geldswaarde van alle noodzakelijke
opgeofferde productiemiddelen ten behoeve van productie van goederen en dienst. Om een
goed of dienst te produceren heeft een ondernemer productiemiddelen nodig. De twee
hoofdgroepen zijn:
- 1. Arbeid: elke geestelijke of lichamelijke inspanning van de mens gericht op
productie.
- 2. Kapitaal: alle geproduceerde productiemiddelen. Het kapitaalmiddel van een
onderneming vind je terug aan de debetzijde van de balans.
Er zijn 3 functies voor het berekenen van kosten:
1. Berekening van de kostprijs
De kostprijs kun je omschrijven als de kosten per eenheid product. Bovenop de
kostprijs komt er dan een winstopslag en zo vind je de gewenste verkoopprijs. De
kostprijs is ook nodig voor de planning en de beheersing van het productieproces.
Deze kosten worden van tevoren berekend en daarom spreekt man ook van
voorcalculatie van de kosten. De werkelijke kosten worden achteraf berekend op
basis van de werkelijk gebruikte hoeveelheden en prijzen. Deze werkelijke kosten
vergelijkt men met de toegestane kosten. Deze zijn op basis van de kostprijs en
werkelijke productie berekende totale kosten. Bij deze berekeningen gaat het dus om
nacalculatie. De bedrijfseconoom kan nu met behulp van de voorcalculatie en
nacalculatie vaststellen wat de oorzaken zijn van het kostenverschil.
2. Hulpmiddel bij het nemen van beslissingen
Om het resultaat (winst of verlies) over een bepaalde periode te kunnen vaststellen
moet je niet alleen de opbrengst berekenen maar ook de kosten, immers omzet
minus kosten is resultaat.
3. Hulpmiddel bij het nemen van beslissingen
De kostenberekening wordt bijvoorbeeld gebruikt als hulpmiddel bij het nemen van
investeringsbeslissingen. Moet een bepaalde machine worden vervangen, moet er
een extra bij komen? Daarnaast bewijst de kostenberekening goede diensten bij het
nemen van productiebeslissingen.
Hoofdstuk 1 : De categoriale kostenindeling
4.2: De verandering van het eigen vermogen: Het resultaat
Het verschil tussen de verkoopopbrengst van de verkochte goederen en de inkoopwaarde
van die goederen wordt het bruto verkoopresultaat genoemd. In het geval van een positief
resultaat spreekt men meestal van bruto winst. Behalve de inkoopwaarde zijn er nog veel
andere kosten zoals : lonen, huren, afschrijvingskosten, interestkosten enzovoort. Als je
deze zogenaamde bedrijfskosten in mindering brengt op het bruto resultaat dan heb je het
nettoresultaat. In het geval van positief resultaat spreekt men van nettowinst.
Verandering EV= Nettowinst+ privéstortingen – privé opnamen
4.3: Functies kostenberekening
Kosten worden meestal gedefinieerd als: de geldswaarde van alle noodzakelijke
opgeofferde productiemiddelen ten behoeve van productie van goederen en dienst. Om een
goed of dienst te produceren heeft een ondernemer productiemiddelen nodig. De twee
hoofdgroepen zijn:
- 1. Arbeid: elke geestelijke of lichamelijke inspanning van de mens gericht op
productie.
- 2. Kapitaal: alle geproduceerde productiemiddelen. Het kapitaalmiddel van een
onderneming vind je terug aan de debetzijde van de balans.
Er zijn 3 functies voor het berekenen van kosten:
1. Berekening van de kostprijs
De kostprijs kun je omschrijven als de kosten per eenheid product. Bovenop de
kostprijs komt er dan een winstopslag en zo vind je de gewenste verkoopprijs. De
kostprijs is ook nodig voor de planning en de beheersing van het productieproces.
Deze kosten worden van tevoren berekend en daarom spreekt man ook van
voorcalculatie van de kosten. De werkelijke kosten worden achteraf berekend op
basis van de werkelijk gebruikte hoeveelheden en prijzen. Deze werkelijke kosten
vergelijkt men met de toegestane kosten. Deze zijn op basis van de kostprijs en
werkelijke productie berekende totale kosten. Bij deze berekeningen gaat het dus om
nacalculatie. De bedrijfseconoom kan nu met behulp van de voorcalculatie en
nacalculatie vaststellen wat de oorzaken zijn van het kostenverschil.
2. Hulpmiddel bij het nemen van beslissingen
Om het resultaat (winst of verlies) over een bepaalde periode te kunnen vaststellen
moet je niet alleen de opbrengst berekenen maar ook de kosten, immers omzet
minus kosten is resultaat.
3. Hulpmiddel bij het nemen van beslissingen
De kostenberekening wordt bijvoorbeeld gebruikt als hulpmiddel bij het nemen van
investeringsbeslissingen. Moet een bepaalde machine worden vervangen, moet er
een extra bij komen? Daarnaast bewijst de kostenberekening goede diensten bij het
nemen van productiebeslissingen.
