M&O Personeel en Organisatie:
Hoofdstuk 1 : Organisaties en
organisatiestructuren
1.1 Organisaties
Een organisatie is een samenwerkingsverband ban mensen gericht op het bereiken van een
of meerdere doelstellingen. Organiseren kun je omschrijven als het scheppen van
verhoudingen tussen de beschikbare mensen, middelen en activiteiten om bepaalde
doeleinden e realiseren. Samen wordt in een organisatie gewerkt om een of meerdere
doelen te bereiken. Een organisatie heeft vaak een blijvend karakter. Dit komt vooral doordat
de organisatie niet afhankelijk is van bepaalde personen. Ook al verdwijnen sommige
personen, de organisatie leeft voort.
In een organisatie wordt het arbeid verdeelt over de in de organisatie werkende personen.
Een deel heeft de leiding, een deel registreert en administreert en een ander deel voert weer
het werk uit. Door deze arbeidsverdeling en specialisatie neemt de productiviteit sterk toe.
Coördinatie- het op elkaar afstemmen van de werkzaamheden- speelt in elke organisatie een
belangrijke rol. Dit is een taak van het management en kost veel. Hoe groter en complexer
de organisatie hoe meer coördinatie nodig is. Daarom dat er een bijna natuurlijke grens is
aan de grootte en complexiteit van een organisatie.
De criteria waarop we organisaties onderscheiden zijn o.a.: grootte, product/output
organisatie, de mark waarop de organisatie opereert, commercieel/niet-commercieel en de
rechtsvorm van de organisatie. Bij organisaties maken we onderscheid naar of ze goederen
of diensten leveren. Diensten kenmerken zich door een drietal feiten:
Ontastbaarheid: kunnen niet aangeraakt, geproefd op geprobeerd worden.
Onscheidbaarheid: productie en consumptie van diensten vallen vaak samen.
Vergankelijkheid: diensten kunnen niet in voorraad gehouden worden.
Ook de markt waarop organisaties actief zijn is een indelingsmerk. We kijken naar de
afnemers van de producten: individuen(consumenten) of organisaties(producenten).
Afhankelijk daarvan spreken we van consumentenmarkt of productenmarkt.
Een andere criterium waar organisaties op ingedeeld worden is het wel of niet streven naar
winst. Wel = commerciële organisaties, ondernemingen of proforganisaties. Niet= niet
commerciële organisaties, non-profit organisaties.
Laatste criterium is de rechtsvorm, de juridische vorm waarin een organisatie gegoten is.
Stichting en Vereniging: rechtsvormen bedoeld voor organisaties in de niet-commerciële
sfeer. De eenmanszaak, vennootschap onder firma , besloten vennootschap(bv) en de
naamloze vennootschap(nv) zijn rechtsvormen voor organisaties in de commerciële sfeer.
Vereniging, stichting , bv en nv zijn organisaties met rechtspersoonlijkheid>rechtspersonen>
kunnen zelf deelnemen aan rechtsverkeer. Als organisatie plichten niet nakomen kunnen zij
ook veroordeeld worden. Bij de eenmanszaak en vennootschap onder firma zijn beide geen
rechtspersonen. Eigenaar is verantwoordelijk voor alles wat er kan gebeuren.
Hoofdstuk 1 : Organisaties en
organisatiestructuren
1.1 Organisaties
Een organisatie is een samenwerkingsverband ban mensen gericht op het bereiken van een
of meerdere doelstellingen. Organiseren kun je omschrijven als het scheppen van
verhoudingen tussen de beschikbare mensen, middelen en activiteiten om bepaalde
doeleinden e realiseren. Samen wordt in een organisatie gewerkt om een of meerdere
doelen te bereiken. Een organisatie heeft vaak een blijvend karakter. Dit komt vooral doordat
de organisatie niet afhankelijk is van bepaalde personen. Ook al verdwijnen sommige
personen, de organisatie leeft voort.
In een organisatie wordt het arbeid verdeelt over de in de organisatie werkende personen.
Een deel heeft de leiding, een deel registreert en administreert en een ander deel voert weer
het werk uit. Door deze arbeidsverdeling en specialisatie neemt de productiviteit sterk toe.
Coördinatie- het op elkaar afstemmen van de werkzaamheden- speelt in elke organisatie een
belangrijke rol. Dit is een taak van het management en kost veel. Hoe groter en complexer
de organisatie hoe meer coördinatie nodig is. Daarom dat er een bijna natuurlijke grens is
aan de grootte en complexiteit van een organisatie.
De criteria waarop we organisaties onderscheiden zijn o.a.: grootte, product/output
organisatie, de mark waarop de organisatie opereert, commercieel/niet-commercieel en de
rechtsvorm van de organisatie. Bij organisaties maken we onderscheid naar of ze goederen
of diensten leveren. Diensten kenmerken zich door een drietal feiten:
Ontastbaarheid: kunnen niet aangeraakt, geproefd op geprobeerd worden.
Onscheidbaarheid: productie en consumptie van diensten vallen vaak samen.
Vergankelijkheid: diensten kunnen niet in voorraad gehouden worden.
Ook de markt waarop organisaties actief zijn is een indelingsmerk. We kijken naar de
afnemers van de producten: individuen(consumenten) of organisaties(producenten).
Afhankelijk daarvan spreken we van consumentenmarkt of productenmarkt.
Een andere criterium waar organisaties op ingedeeld worden is het wel of niet streven naar
winst. Wel = commerciële organisaties, ondernemingen of proforganisaties. Niet= niet
commerciële organisaties, non-profit organisaties.
Laatste criterium is de rechtsvorm, de juridische vorm waarin een organisatie gegoten is.
Stichting en Vereniging: rechtsvormen bedoeld voor organisaties in de niet-commerciële
sfeer. De eenmanszaak, vennootschap onder firma , besloten vennootschap(bv) en de
naamloze vennootschap(nv) zijn rechtsvormen voor organisaties in de commerciële sfeer.
Vereniging, stichting , bv en nv zijn organisaties met rechtspersoonlijkheid>rechtspersonen>
kunnen zelf deelnemen aan rechtsverkeer. Als organisatie plichten niet nakomen kunnen zij
ook veroordeeld worden. Bij de eenmanszaak en vennootschap onder firma zijn beide geen
rechtspersonen. Eigenaar is verantwoordelijk voor alles wat er kan gebeuren.
