Examenmatrijs vermogensrecht
1.1 De kandidaat onderbouwt voor een situatie of deze behoort tot het
goederenrecht of het verbintenissenrecht.
Goederenrecht
Het deel van het vermogensrecht dat betrekking heeft op de rechtsverhouding
van de burger tot een goed.
Verbintenissenrecht
Het deel van het vermogensrecht dat betrekking heeft op de rechtsverhouding
tussen twee personen met betrekking tot hun vermogen.
1.2 De kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van een absoluut of
relatie recht.
Absolute rechten
Absolute rechten zijn rechten die iemand heeft over een goed.
(Goederenrechten zijn absolute rechten)
Relatieve rechten
Relatieve rechten zijn rechten die men kan handhaven ten opzichte van een of
meer bepaalde personen.
(Verbintenissenrechten zijn relatieve rechten)
1.3 De kandidaat onderbouwt voor een situatie van welk soort goed(eren) er
sprake is (een zaak, een vermogensrecht, een registergoed, een niet-
registergoed, een roerende zaak en een onroerende zaak).
,Wat is een goed?
Alle zaken en rechten waaruit een vermogen kan zijn opgebouwd. Goederen zijn
alle zaken en vermogensrechten.
Zoals gebouwen, auto’s, computers etc.
Wat is een zaak?
Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten. Dat geeft
aan dat mensen er macht over kunnen uitoefenen. Dus je kunt er eigenaar van
zijn zoals een huis, een fiets, een televisie etc.
Wat is vermogensrecht?
Vermogensrechten zijn rechten die op geld waardeerbaar zijn en die de
rechthebbende aan een ander kan overdragen.
Wat zijn registergoederen?
Registergoederen zijn goederen die alleen kunnen worden overgedragen als dat
wordt bijgehouden in een openbaar register.
Registergoederen zijn:
- Alle onroerende zaken
- Grote schepen
- Grote vliegtuigen
- Alle absolute rechten op registergoederen
Wat zijn niet-registergoederen?
Alle goederen die geen registergoederen zijn.
Wat is een roerende zaak?
Iedere zaak die niet onroerend is. Zoals een fiets, een dvd, een televisie etc.
Wat is een onroerend zaak?
Onroerende zaken zijn de grond, delfstoffen in de grond en beplantingen en
gebouwen die duurzaam met de grond verenigd zijn. Zoals een huis, een stuk
grond, een bos, een weiland etc.
,Wat zijn hoofdzaken?
Hoofzaken zijn zaken die zelfstandig bestaan. Je hoeft er geen andere zaak bij te
hebben om nut te hebben van de zaak.
Voorbeelden van hoofzaken zijn:
- Een fiets
- Een huis
- Een boek
Wat zijn bestanddelen?
Bestanddelen zijn zaken die bij een hoofdzaak horen of daarvan alleen met
schade los te maken.
Een bestanddeel van een zaak is automatisch eigendom van de eigenaar van die
zaak. Bijvoorbeeld als een voorwerp van A bestanddeel wordt van de
zaak van B, dan wordt B automatisch ook eigenaar van dat bestanddeel.
Dit heet natrekking.
1.4 De kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van houderschap,
eigendom en/of bezit.
Eigendom art. 5:1 BW
Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan
hebben.
Wat mag een eigenaar:
1. Gebruik van de zaak
2. Vruchten nemen
3. Vervreemden (eigendomsrecht overdragen aan een ander)
4. Bezwaren (absoluut recht vestigen)
5. Revindicatie (de eigenaar eis zijn eigendom terug)
, Bezit art. 3:107 lid 1 BW
Bezit is het houden van een goed voor zichzelf. Iemand oefent de feitelijke macht
over een goed uit en gedraagt zich als eigenaar.
Bezit is geen recht op een zaak, maar een situatie van macht en
eigenaarsgedrag. Toch heeft de bezitter wel bepaalde rechten:
- Bewijs
- Bescherming van bezit
- Verjaring
Bewijs
Iemand die het bezit heeft van een zaak, hoeft niet zijn recht te bewijzen. De wet
gaat ervan uit dat iemand die de feitelijke macht heeft, verondersteld bezitter te
zijn. Bewijs van bezit is dus niet nodig. art. 3:109 BW
Iemand die bezitter is, wordt verondersteld eigenaar te zijn. De bezitter hoeft zijn
eigendomsrecht niet te bewijzen. Iemand die beweert dat en bezitter niet de
eigenaar is moet dat zelf bewijzen. art. 3:119 BW
Bescherming van bezit art. 3:125 lid 3 BW
De wet beschermt de bezitter. Hij heeft het recht om op te treden tegen
schending van zijn bezit. Hij kan via de rechter eisen dat de zaak bij hem
terugkomt.
Verjaring als wijze van verkrijging art. 3:125 lid 3 BW
In bepaalde gevalle ontstaat uit bezit door verjaring het eigendomsrecht. De
bezitter van een roerende zaak niet-registergoed wordt door verjaring eigenaar
als hij drie jaar onafgebroken het bezit heeft gehad.
Hoe kun je bezitter worden:
1. Overdracht (de gewone vorm van het bezit verkrijgen, bijv.
koopovereenkomst of gift.)
2. Inbezitneming (degene die de macht over een goed neemt)
3. Rechtsopvolging onder algemene titel (iemand kan bezitter worden door
opvolging onder algemene titel, bijv. erfenis verkrijgen of in algehele
gemeenschap van goederen trouwen.)
Bezitter te goeder trouw art. 3:118 BW
Iemand oefent het bezit uit en hij denkt dat hij eigenaar is.
Bezitter ter kwade trouw
1.1 De kandidaat onderbouwt voor een situatie of deze behoort tot het
goederenrecht of het verbintenissenrecht.
Goederenrecht
Het deel van het vermogensrecht dat betrekking heeft op de rechtsverhouding
van de burger tot een goed.
Verbintenissenrecht
Het deel van het vermogensrecht dat betrekking heeft op de rechtsverhouding
tussen twee personen met betrekking tot hun vermogen.
1.2 De kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van een absoluut of
relatie recht.
Absolute rechten
Absolute rechten zijn rechten die iemand heeft over een goed.
(Goederenrechten zijn absolute rechten)
Relatieve rechten
Relatieve rechten zijn rechten die men kan handhaven ten opzichte van een of
meer bepaalde personen.
(Verbintenissenrechten zijn relatieve rechten)
1.3 De kandidaat onderbouwt voor een situatie van welk soort goed(eren) er
sprake is (een zaak, een vermogensrecht, een registergoed, een niet-
registergoed, een roerende zaak en een onroerende zaak).
,Wat is een goed?
Alle zaken en rechten waaruit een vermogen kan zijn opgebouwd. Goederen zijn
alle zaken en vermogensrechten.
Zoals gebouwen, auto’s, computers etc.
Wat is een zaak?
Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten. Dat geeft
aan dat mensen er macht over kunnen uitoefenen. Dus je kunt er eigenaar van
zijn zoals een huis, een fiets, een televisie etc.
Wat is vermogensrecht?
Vermogensrechten zijn rechten die op geld waardeerbaar zijn en die de
rechthebbende aan een ander kan overdragen.
Wat zijn registergoederen?
Registergoederen zijn goederen die alleen kunnen worden overgedragen als dat
wordt bijgehouden in een openbaar register.
Registergoederen zijn:
- Alle onroerende zaken
- Grote schepen
- Grote vliegtuigen
- Alle absolute rechten op registergoederen
Wat zijn niet-registergoederen?
Alle goederen die geen registergoederen zijn.
Wat is een roerende zaak?
Iedere zaak die niet onroerend is. Zoals een fiets, een dvd, een televisie etc.
Wat is een onroerend zaak?
Onroerende zaken zijn de grond, delfstoffen in de grond en beplantingen en
gebouwen die duurzaam met de grond verenigd zijn. Zoals een huis, een stuk
grond, een bos, een weiland etc.
,Wat zijn hoofdzaken?
Hoofzaken zijn zaken die zelfstandig bestaan. Je hoeft er geen andere zaak bij te
hebben om nut te hebben van de zaak.
Voorbeelden van hoofzaken zijn:
- Een fiets
- Een huis
- Een boek
Wat zijn bestanddelen?
Bestanddelen zijn zaken die bij een hoofdzaak horen of daarvan alleen met
schade los te maken.
Een bestanddeel van een zaak is automatisch eigendom van de eigenaar van die
zaak. Bijvoorbeeld als een voorwerp van A bestanddeel wordt van de
zaak van B, dan wordt B automatisch ook eigenaar van dat bestanddeel.
Dit heet natrekking.
1.4 De kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van houderschap,
eigendom en/of bezit.
Eigendom art. 5:1 BW
Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan
hebben.
Wat mag een eigenaar:
1. Gebruik van de zaak
2. Vruchten nemen
3. Vervreemden (eigendomsrecht overdragen aan een ander)
4. Bezwaren (absoluut recht vestigen)
5. Revindicatie (de eigenaar eis zijn eigendom terug)
, Bezit art. 3:107 lid 1 BW
Bezit is het houden van een goed voor zichzelf. Iemand oefent de feitelijke macht
over een goed uit en gedraagt zich als eigenaar.
Bezit is geen recht op een zaak, maar een situatie van macht en
eigenaarsgedrag. Toch heeft de bezitter wel bepaalde rechten:
- Bewijs
- Bescherming van bezit
- Verjaring
Bewijs
Iemand die het bezit heeft van een zaak, hoeft niet zijn recht te bewijzen. De wet
gaat ervan uit dat iemand die de feitelijke macht heeft, verondersteld bezitter te
zijn. Bewijs van bezit is dus niet nodig. art. 3:109 BW
Iemand die bezitter is, wordt verondersteld eigenaar te zijn. De bezitter hoeft zijn
eigendomsrecht niet te bewijzen. Iemand die beweert dat en bezitter niet de
eigenaar is moet dat zelf bewijzen. art. 3:119 BW
Bescherming van bezit art. 3:125 lid 3 BW
De wet beschermt de bezitter. Hij heeft het recht om op te treden tegen
schending van zijn bezit. Hij kan via de rechter eisen dat de zaak bij hem
terugkomt.
Verjaring als wijze van verkrijging art. 3:125 lid 3 BW
In bepaalde gevalle ontstaat uit bezit door verjaring het eigendomsrecht. De
bezitter van een roerende zaak niet-registergoed wordt door verjaring eigenaar
als hij drie jaar onafgebroken het bezit heeft gehad.
Hoe kun je bezitter worden:
1. Overdracht (de gewone vorm van het bezit verkrijgen, bijv.
koopovereenkomst of gift.)
2. Inbezitneming (degene die de macht over een goed neemt)
3. Rechtsopvolging onder algemene titel (iemand kan bezitter worden door
opvolging onder algemene titel, bijv. erfenis verkrijgen of in algehele
gemeenschap van goederen trouwen.)
Bezitter te goeder trouw art. 3:118 BW
Iemand oefent het bezit uit en hij denkt dat hij eigenaar is.
Bezitter ter kwade trouw
