Inleiding
Een hulpverlener is algemeen iemand die betrokken is bij een van de takken van de gezondheidszorg.
De verschillende gebieden van waaruit de diverse hulpverleners werken:
Coaching: een overdracht van kennis en kunde op de vraag van de cliënt door de
hulpverlener
Counseling: een hulpverlener maakt gebruik van counseling als er bij een cliënt sprake is van
problematiek mer een emotionele (psychosociale achtergrond)
Conflictbemiddeling: een hulpverlener maakt gebruik van conflictbemiddeling als zij
cliënt(en) in conflict is/zijn met zichzelf of anderen (intrapersoonlijk of interpersoonlijk).
Psychotherapie: een hulpverlener maakt gebruik van psychotherapie als er bij zijn cliënt
sprake is van zwaardere emotionele (psychosociale) problematiek en/of psychiatrische
stoornissen.
Het zelf:
Als innerlijke oorsprong van het handelen of als een krachtmet sturende en richtinggevende
functies voor motieven, behoeften, angsten, enz.
Als getuige voor innerlijke gebeurtenissen. Een component van de psyche met een
introspectieve functie.
I= het kennende zelf (subject)onderwerp
Me= het gekende zelf (object) voorwerp
In hoeverre het I ontwikkeld is bij een cliënt is af te lezen aan de mate van:
Aanspreekbaarheid
Het in staat zijn tot zelfreflectie
Het aanwezig zijn van educatieve vermogens
Gezonde nieuwsgierigheid (interesse)
Relativerend vermogen (humor)
Hoofdstuk 1
Dit is een hulpverlener die met cliënten binnen zijn eigen praktijk, in een samenwerkingsverband,
binnen een organisatie of instelling. Hij luisterd effectief, heeft empathisch en analytisch vermogen.
Hij vindt respect, aandacht en inzicht belangrijk en gaar ervan uit dat cliënten floreren onder die
(voor)waarden. Hij is congruent, betrouwbaar en competent en tapt uit de bron van mensenlijkheid.
De professionele hulpverlener
Spiritualiteit Van waaruit?
Vanuit de bron van mensenlijkheid
Identiteit Wie?
De congruente, betrouwbaar, competente
hulpverlener
Overtuiging Waarom?
Waarden: respect, aandacht en inzicht
Overtuiging: cliënten floreren als ze met respect
en aandacht worden benaderd en inzicht krijgen.
Vermogen Hoe?
Met empathisch en analytisch vermogen
Gedrag Wat?
Luistert effectief (empathisch +
kritisch/analytisch)