Samenvatting aan de hand van de Toets matrijs
PEDAGOGIEK
Opvoedingselementen
3 elementen:
1. Opvoedeling (kind/jongere)
2. Opvoeder (ouders/pedagogische medewerkers/docenten)
3. Omgeving (cultuurhistorische context)
↘ Breder dan alleen het gezin, op samenlevingsgebied en bepaalde plek
↘ Voorbeeld: de speeltuin, school
Opvoedingsmilieus
1. Primair opvoedingsmilieu – het gezin, de eerste opvoedingsplek
2. Secundair opvoedingsmilieu – school & opvang, beroepsopvoeders
↘ hier komt het kind in aanraking met de samenleving
↘ komt kinderen met andere waarde en normen tegen
3. Tertiaire opvoedingsmilieu – buurt, vrienden & leeftijdsgenoten (peergroup)
↘ leeftijdsgenoten zijn soms nog belangrijker en invloedrijker voor het kind dan de
ouders en spelen een grote rol in het losmakingsproces.
4. Quartaire opvoedingsmilieu – het digitale milieu, tv & telefoon
Elementen pedagogische visie
↘ beeld pedagogische relatie
1. Het kindbeeld
2. Het beeld van de opvoeder en pedagogische relatie
3. Opvoedingsdoelen
4. Opvoedingsmiddelen
5. Opvoedingsvoorwaarden
2 beelden:
1. De opvoeder als beeldhouder & object – het kind is een blok graniet die hij zelf vorm
geeft
2. De opvoeder als tuinier & subject – het kind is een zaadje die zelf groeit en heeft
alleen water nodig
1. Opvoedingsrelatie – wederzijdse betrokkenheid en respect
2. Het bieden van veiligheid – het kind kan rekenen op de ouder(s)
3. Uitdaging – de ruimte hebben om te ontwikkelen
4. Echtheid / authenticiteit – als een kind veel trucjes of taken moet doen voor glorie bij
de ouders, en dat ze het niet doen voor zichzelf. Of als ouders hun kind(eren)
gebruiken om hun tolerantie, strengheid en idealen van vrijheid te demonstreren,
zonder echt te weten wat er in het kind omgaat. (- narcistische opvoeding)
, Opvoeding middeleeuwen
Middeleeuwen (500-1500)
↘ het kind wordt gezien als klein volwassenen
Van 0-7 wordt het nog als kind behandeld, van 7< als volwassenen in zakformaat
*Contigent = niet noodzakelijk
Het kindbeeld is een sociaal construct – het beeld veranderd met tijd
Ze gaan terug naar de originele Bijbelteksten en hun originele betekenis
Humanisme
↘Pedagogisch optimisme
Kindbeeld
Het kind is van nature slecht
Het kind is klei - kneedbaar
Beeld van de opvoeder
Opvoeder is een beeldhouder en geeft het goede voorbeeld
Opvoedingsdoel
Het opvoeden tot een deugdzame burger
Opvoedingsmiddel
Bijbrengen van geletterdheid zodat ze zelf de (oude) Bijbelteksten kunnen lezen
Erasmus
↘ mensen kunnen meer leren door te studeren dan naar buiten te gaan en te onderzoeken
Verlichting
↘ (1650-1800)
De mens gebruikt zijn reden, het bewuste, het verstand
Het deïsme – God heeft de wereld wel geschept maar grijpt niet in
Nurture – de opvoedbaarheid van de mens
‘’Het kind is opvoedbaar dus ook de samenleving’’
Kennis in zijn algemeenheid, niet alleen teksten
De vrijheid van het unieke individu staat centraal
Opvoeding is gericht op volwassenen
John Locke (1632-1704)
↘ het kind komt als een onbeschreven papiertje ter wereld
Kindbeeld
Tabula Rasa – het kind als een wit papier
Uniciteit van het kind, kinderlijk verstand
↘ hierdoor is het kind een deugdzame burger
Beeld van de opvoeder
Opvoeder als beeldhouder
Opvoeder heeft grote invloed
Opvoedingsdoel
1. Het ontwikkelen van verstand
2. Het opvoeden tot deugdzaam burger
Opvoedingsmiddel
Het gebruiken van kennis
PEDAGOGIEK
Opvoedingselementen
3 elementen:
1. Opvoedeling (kind/jongere)
2. Opvoeder (ouders/pedagogische medewerkers/docenten)
3. Omgeving (cultuurhistorische context)
↘ Breder dan alleen het gezin, op samenlevingsgebied en bepaalde plek
↘ Voorbeeld: de speeltuin, school
Opvoedingsmilieus
1. Primair opvoedingsmilieu – het gezin, de eerste opvoedingsplek
2. Secundair opvoedingsmilieu – school & opvang, beroepsopvoeders
↘ hier komt het kind in aanraking met de samenleving
↘ komt kinderen met andere waarde en normen tegen
3. Tertiaire opvoedingsmilieu – buurt, vrienden & leeftijdsgenoten (peergroup)
↘ leeftijdsgenoten zijn soms nog belangrijker en invloedrijker voor het kind dan de
ouders en spelen een grote rol in het losmakingsproces.
4. Quartaire opvoedingsmilieu – het digitale milieu, tv & telefoon
Elementen pedagogische visie
↘ beeld pedagogische relatie
1. Het kindbeeld
2. Het beeld van de opvoeder en pedagogische relatie
3. Opvoedingsdoelen
4. Opvoedingsmiddelen
5. Opvoedingsvoorwaarden
2 beelden:
1. De opvoeder als beeldhouder & object – het kind is een blok graniet die hij zelf vorm
geeft
2. De opvoeder als tuinier & subject – het kind is een zaadje die zelf groeit en heeft
alleen water nodig
1. Opvoedingsrelatie – wederzijdse betrokkenheid en respect
2. Het bieden van veiligheid – het kind kan rekenen op de ouder(s)
3. Uitdaging – de ruimte hebben om te ontwikkelen
4. Echtheid / authenticiteit – als een kind veel trucjes of taken moet doen voor glorie bij
de ouders, en dat ze het niet doen voor zichzelf. Of als ouders hun kind(eren)
gebruiken om hun tolerantie, strengheid en idealen van vrijheid te demonstreren,
zonder echt te weten wat er in het kind omgaat. (- narcistische opvoeding)
, Opvoeding middeleeuwen
Middeleeuwen (500-1500)
↘ het kind wordt gezien als klein volwassenen
Van 0-7 wordt het nog als kind behandeld, van 7< als volwassenen in zakformaat
*Contigent = niet noodzakelijk
Het kindbeeld is een sociaal construct – het beeld veranderd met tijd
Ze gaan terug naar de originele Bijbelteksten en hun originele betekenis
Humanisme
↘Pedagogisch optimisme
Kindbeeld
Het kind is van nature slecht
Het kind is klei - kneedbaar
Beeld van de opvoeder
Opvoeder is een beeldhouder en geeft het goede voorbeeld
Opvoedingsdoel
Het opvoeden tot een deugdzame burger
Opvoedingsmiddel
Bijbrengen van geletterdheid zodat ze zelf de (oude) Bijbelteksten kunnen lezen
Erasmus
↘ mensen kunnen meer leren door te studeren dan naar buiten te gaan en te onderzoeken
Verlichting
↘ (1650-1800)
De mens gebruikt zijn reden, het bewuste, het verstand
Het deïsme – God heeft de wereld wel geschept maar grijpt niet in
Nurture – de opvoedbaarheid van de mens
‘’Het kind is opvoedbaar dus ook de samenleving’’
Kennis in zijn algemeenheid, niet alleen teksten
De vrijheid van het unieke individu staat centraal
Opvoeding is gericht op volwassenen
John Locke (1632-1704)
↘ het kind komt als een onbeschreven papiertje ter wereld
Kindbeeld
Tabula Rasa – het kind als een wit papier
Uniciteit van het kind, kinderlijk verstand
↘ hierdoor is het kind een deugdzame burger
Beeld van de opvoeder
Opvoeder als beeldhouder
Opvoeder heeft grote invloed
Opvoedingsdoel
1. Het ontwikkelen van verstand
2. Het opvoeden tot deugdzaam burger
Opvoedingsmiddel
Het gebruiken van kennis
