Hoorcollege Notariële wetgeving

Hoorcollege 4 – Notariële wetgeving

Onderwerpen deze week:
1. Het passeren van een partij-akte.
2. De onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de notaris.

Ad. 1 De partij-akte

 Art. 37 Wna: De wet maakt hier een onderscheid tussen proces-verbaal akten en
partij-akten.
Partij-akten bevatten waarnemingen van de notaris en verklaringen van partijen en
eventueel bevestiging daarvan van getuigen (Sandwich).
- Waarnemingen van de notaris: Een partij-akte begint met waarnemingen van de
notaris. De datum, plaats, en de verschenen partijen worden vermeld en dat zij
een verklaring hebben afgelegd.
- Partijverklaring: Hierna komt de partijverklaring
- Waarnemingen notaris: Er wordt ook afgesloten met waarnemingen van de
notaris. Hij constateert dat partijen de akte hebben getekend.
De partij-akte moet vanzelfsprekend ook worden getekend door de notaris en de
partijen.

Ritueel
Waar vinden we het ‘ritueel’ om zo’n partij akte te passeren en om ervoor te zorgen als
notaris dat alles goed gaat?

 Art. 39 Wna
- Lid 1 eerste volzin: Identiteitsplicht
De bij het verlijden van de akte verschijnende personen en getuigen moeten bij
de notaris bekend zijn. Dit moet je allemaal als notaris doen, VOORDAT je
toekomt aan de akte.
o Noodzakelijk, want: Het is nodig om te weten wie de verschijnende
personen zijn, want de ratio van deze bepaling is dat de rechtshandeling
die in de notariele akte staat, wordt toegerekend aan de partijen die in die
akte worden genoemd.
 Dus: Stel dat iemand bij de notaris komt en die doet zich voor als
iemand anders, dan heeft die ander daar potentieel last van als er
allerlei aktes op zijn naam worden ingeschreven.
o Verschijnende personen: Let op! De indentificatieplicht geldt voor de
VERSCHIJNENDE personen en een verschijnende persoon is niet altijd de
persoon voor wie de akte is.
 Volmacht: Want, denk aan de volmacht. Een gevolmachtigde is
dan de verschijnende persoon in de zin van dit artikel, maar dan
blijft de volmachtgever thuis en die hoef je niet volgens de eerste
volzin te identificeren.

, - Lid 2 tweede volzin: Identiteitsbewijs: Hier staat hoe je achter de identiteit van
de verschijnende personen komt die voor het eerst komen. Hij meldt de aard en
het nummer van het document in de akte.
o Document art. 1 Wet op de identificatieplicht: In dit artikel staat
waarmee jij je geldig kunt legitimeren.
o Geldig: Dit document moet wel geldig zijn en mag niet verlopen zijn.
o Voor de eerste maal: In de praktijk moet je je vaker dan een keer
identificeren, voor de zekerheid!
- Lid 1 derde volzin: Onder de notaris werkzame personen
o Tweede volzin n.v.t.: Als deze personen als gevolmachtigden of getuigen
optreden, dan is de tweede volzin NIET van toepassing.
o Denk hierbij aan de situatie dat kantoormedewerkers als gevolmachtigden
of getuigen optreden, die hoef je niet te identificeren.
 Ratio: De notaris weet wel wie zijn personeel is.
- Lid 1 vierde volzin: Volmacht
o De aard en het nummer van het document van de volmachtgever als in
tweede volzin vermelden in de akte: Indien er sprake is van
volmachtgevers die niet bij het verlijden van de akte verschijnen, wordt de
volmacht aan de akte gehecht en dienen de gegevens van de
volmachtgever in de akte vermeld te worden (tweede volzin).
o Bij mondelinge volmacht: Dit komt zelden tot nooit voor.
o Bij schriftelijke volmacht: Anders de schriftelijke volmacht aan de akte
hechten. Een identificatie is dan verder niet nodig.

- Lid 2-4: Mogelijkheid inzake getuigen
Je neemt dan op in de akte dat er getuigen waren en je vertelt aan de aanwezige
getuigen hoe of wat en je moet de akte voorlezen.
o Lid 2: Keuze: Het moet gaan om TWEE getuigen en de notaris moet zelf
weten wanneer hij dat wenselijk vindt.
 Niet verplicht!!! Het is een keuze.
 Meerwaarde: De HR heeft in een uitspraak in 2016 gezegd dat als
de notaris iets verklaard, of er dan getuigen wel of niet bij waren
maakt niet zoveel uit.
 Wilsbekwaamheid: Het wordt nog wel gebruikt als de notaris
twijfelt over wilsbekwaamheid of mensen die wat verward zijn.
 Transacties waar veel geld mee gemoeid is/veel risico’s: Als je
dan voor de rechter moet verschijnen kunnen de getuigen
verklaren dat de notaris de partijen heeft gewezen op alle risico’s
etc.
o Wat doet een getuige?
De getuige zit erbij terwijl de notaris de akte voorleest aan de partijen en
uitleg geeft, en de getuigen moeten de akte ook ondertekenen! Ze
moeten bij de bespreking zijn, maar in iedergeval bij het passeren van de
akte.
o Lid 3 en 4: Niet iedereen kan getuige zijn
 Lid 3
 Meerderjarig: De getuige moet meerderjarig zijn