Samenvatting artikelen COC
Inhoudsopgave
Week 1 ....................................................................................................................................................................... 2
Thomas, Zolin & Hartman (2009) ................................................................................................................................... 2
Dayton & Hendriksen (2007) .......................................................................................................................................... 6
Beckett & Kipnis (2009) .................................................................................................................................................. 7
Week 2 ....................................................................................................................................................................... 9
Murphy (2001) ............................................................................................................................................................... 9
Taylor (2000) ................................................................................................................................................................ 11
Lingard e.a. (2004) ....................................................................................................................................................... 12
Week 3 ..................................................................................................................................................................... 14
Kline, Simunich & Weber (2008) .................................................................................................................................. 14
Koc (2013) .................................................................................................................................................................... 18
Week 4 ..................................................................................................................................................................... 20
Schultz, Utz & Göritz (2011) ......................................................................................................................................... 20
Turner (2000) ............................................................................................................................................................... 21
Kupritz & Cowell (2011) ............................................................................................................................................... 25
Week 6 ..................................................................................................................................................................... 27
Coombs & Holladay (2002) .......................................................................................................................................... 27
Janssen & Gerards (2016) ............................................................................................................................................ 29
Week 7 ..................................................................................................................................................................... 33
Zwijze-Koning & De Jong (2007) .................................................................................................................................. 33
Hargie, Tourish & Wilson (2002) .................................................................................................................................. 37
Week 8 ..................................................................................................................................................................... 40
Kim & Cameron (2011) ................................................................................................................................................. 40
Coombs (2006) ............................................................................................................................................................. 44
Coombs & Holladay (2008) .......................................................................................................................................... 46
,Week 1
Thomas, Zolin & Hartman (2009)
Inleidig
Vertrouwen schijnt een positief effect te hebben op de werkvloer. Communicatie speelt een
belangrijke rol om vertrouwen te ontwikkelen en te behouden. Om de relatie tussen vertrouwen
en communicatie te begrijpen, stellen de onderzoekers 3 onderzoeksvragen:
- Wat is het belang van kwantiteit en kwaliteit van informatie, omdat het relateert aan
vertrouwen en gedrag?
- Hoe wordt vertrouwen beïnvloed door informatie gegeven door topmanagement, collega’s
en supervisors?
- Hoe verhouden communicatie, vertrouwen en outcomes zich tot elkaar?
Er wordt uitgegaan van dit model:
- Vertrouwen = onderdeel van de relatie tussen twee mensen, waarbij je vrijwillig de ander
moet vertrouwen obv hun acties. Jouw vertrouwen in de andere persoon is gebaseerd op
overtuigingen die worden gecreëerd door informatie.
- Kwaliteit van info = hoe accuraat, tijdsrelevant en bruikbaar is informatie.
↳ H1: Kwaliteit wordt positief geassocieerd met meer vertrouwen
- Kwantiteit van info = het gevoel dat je genoeg wordt geïnformeerd
↳ H2: Kwantiteit wordt positief geassocieerd met meer vertrouwen
- Organisationele openheid = werknemers durven ideeën en meningen te delen, ook als
deze ingaan tegen de meerderheid
↳ H3: Hoger vertrouwen wordt positief geassocieerd met percepties over
organisationele openheid
↳ H4: Organisationele openheid wordt positief geassocieerd met betrokkenheid bij
organisationele doelen
- Daarnaast denken de onderzoekers dat de variabele in het model elkaar ook op deze
volgorde beïnvloeden
↳ H5: Waargenomen organisationele openheid medieert de relatie tussen
vertrouwen en werknemersbetrokkenheid
↳ H6: vertrouwen medieert de relatie tussen kwaliteit van info, kwantiteit van info
en waargenomen organisationele openheid
,Methode
100% van de gevraagde participanten vulde de vragenlijst in (n = 218). De vragenlijst was een al
bestaande lijst waarin de volgende onderwerpen werden besproken:
- Bronnen van informatie - Kanalen van communicatie
- Informatie ontvangen - Informatie versturen
- Follow-up op gestuurde, verzonden en bronnen van info
- Kwaliteit van info - organisationele communicatie relaties
De vragenlijst was een audit die gewoonlijk worden gebruikt om sterke en zwakke punten in
communicatieprocessen te identificeren of patronen te onderscheiden. Hier wordt het gebruikt als
onderzoeksinstrument.
Afhankelijke variabele: werknemersbetrokkenheid
↳ Bevraagd via een 4-punts Likertschaal
Onafhankelijke variabele: organisationele openheid, kwaliteit van informatie, kwantiteit van
informatie en vertrouwen
↳ Bevraagd via een 4-punts Likertschaal behalve kwantiteit, dat was iets met labels
Analyse
Als twee onafhankelijke samenhingen en een afhankelijke variabele voorspelde, werd er een
mediatie-analyse uitgevoerd om te kijken of een van de twee variabele de relatie tussen de andere
twee medieerde. Vb:
Los correleren ze allebei significant maar als je er twee in de mediatie-analyse doet, verdwijnt er
een. Dan is er een mediërende factor.
Resultaten
H1: Kwaliteit wordt positief geassocieerd met meer Aangenomen
vertrouwen
H2: Kwantiteit wordt positief geassocieerd met Gemixte resultaten
meer vertrouwen
H3: Hoger vertrouwen wordt positief geassocieerd Aangenomen
met percepties over organisationele openheid
, H4: Organisationele openheid wordt positief Aangenomen
geassocieerd met betrokkenheid bij
organisationele doelen
H5: Waargenomen organisationele openheid Organisationele openheid had meer
medieert de relatie tussen vertrouwen en invloed op werknemersbetrokkenheid dan
werknemersbetrokkenheid vertrouwen van collega’s, supervisors en
topmanagement. Dus: vertrouwen
voorspelt organisationele openheid, wat
een direct effect heeft op werknemers-
betrokkenheid
H6: vertrouwen medieert de relatie tussen Vertrouwen had meer invloed op
kwaliteit van info, kwantiteit van info en organisationele openheid dan kwaliteit of
waargenomen organisationele openheid kwantiteit van informatie voor collega’s,
supervisors en topmanagement. Dus:
kwaliteit van info voorspelt vertrouwen,
wat een direct effect heeft op
organisationele openheid
Daarna stellen ze deze drie modellen voor:
Inhoudsopgave
Week 1 ....................................................................................................................................................................... 2
Thomas, Zolin & Hartman (2009) ................................................................................................................................... 2
Dayton & Hendriksen (2007) .......................................................................................................................................... 6
Beckett & Kipnis (2009) .................................................................................................................................................. 7
Week 2 ....................................................................................................................................................................... 9
Murphy (2001) ............................................................................................................................................................... 9
Taylor (2000) ................................................................................................................................................................ 11
Lingard e.a. (2004) ....................................................................................................................................................... 12
Week 3 ..................................................................................................................................................................... 14
Kline, Simunich & Weber (2008) .................................................................................................................................. 14
Koc (2013) .................................................................................................................................................................... 18
Week 4 ..................................................................................................................................................................... 20
Schultz, Utz & Göritz (2011) ......................................................................................................................................... 20
Turner (2000) ............................................................................................................................................................... 21
Kupritz & Cowell (2011) ............................................................................................................................................... 25
Week 6 ..................................................................................................................................................................... 27
Coombs & Holladay (2002) .......................................................................................................................................... 27
Janssen & Gerards (2016) ............................................................................................................................................ 29
Week 7 ..................................................................................................................................................................... 33
Zwijze-Koning & De Jong (2007) .................................................................................................................................. 33
Hargie, Tourish & Wilson (2002) .................................................................................................................................. 37
Week 8 ..................................................................................................................................................................... 40
Kim & Cameron (2011) ................................................................................................................................................. 40
Coombs (2006) ............................................................................................................................................................. 44
Coombs & Holladay (2008) .......................................................................................................................................... 46
,Week 1
Thomas, Zolin & Hartman (2009)
Inleidig
Vertrouwen schijnt een positief effect te hebben op de werkvloer. Communicatie speelt een
belangrijke rol om vertrouwen te ontwikkelen en te behouden. Om de relatie tussen vertrouwen
en communicatie te begrijpen, stellen de onderzoekers 3 onderzoeksvragen:
- Wat is het belang van kwantiteit en kwaliteit van informatie, omdat het relateert aan
vertrouwen en gedrag?
- Hoe wordt vertrouwen beïnvloed door informatie gegeven door topmanagement, collega’s
en supervisors?
- Hoe verhouden communicatie, vertrouwen en outcomes zich tot elkaar?
Er wordt uitgegaan van dit model:
- Vertrouwen = onderdeel van de relatie tussen twee mensen, waarbij je vrijwillig de ander
moet vertrouwen obv hun acties. Jouw vertrouwen in de andere persoon is gebaseerd op
overtuigingen die worden gecreëerd door informatie.
- Kwaliteit van info = hoe accuraat, tijdsrelevant en bruikbaar is informatie.
↳ H1: Kwaliteit wordt positief geassocieerd met meer vertrouwen
- Kwantiteit van info = het gevoel dat je genoeg wordt geïnformeerd
↳ H2: Kwantiteit wordt positief geassocieerd met meer vertrouwen
- Organisationele openheid = werknemers durven ideeën en meningen te delen, ook als
deze ingaan tegen de meerderheid
↳ H3: Hoger vertrouwen wordt positief geassocieerd met percepties over
organisationele openheid
↳ H4: Organisationele openheid wordt positief geassocieerd met betrokkenheid bij
organisationele doelen
- Daarnaast denken de onderzoekers dat de variabele in het model elkaar ook op deze
volgorde beïnvloeden
↳ H5: Waargenomen organisationele openheid medieert de relatie tussen
vertrouwen en werknemersbetrokkenheid
↳ H6: vertrouwen medieert de relatie tussen kwaliteit van info, kwantiteit van info
en waargenomen organisationele openheid
,Methode
100% van de gevraagde participanten vulde de vragenlijst in (n = 218). De vragenlijst was een al
bestaande lijst waarin de volgende onderwerpen werden besproken:
- Bronnen van informatie - Kanalen van communicatie
- Informatie ontvangen - Informatie versturen
- Follow-up op gestuurde, verzonden en bronnen van info
- Kwaliteit van info - organisationele communicatie relaties
De vragenlijst was een audit die gewoonlijk worden gebruikt om sterke en zwakke punten in
communicatieprocessen te identificeren of patronen te onderscheiden. Hier wordt het gebruikt als
onderzoeksinstrument.
Afhankelijke variabele: werknemersbetrokkenheid
↳ Bevraagd via een 4-punts Likertschaal
Onafhankelijke variabele: organisationele openheid, kwaliteit van informatie, kwantiteit van
informatie en vertrouwen
↳ Bevraagd via een 4-punts Likertschaal behalve kwantiteit, dat was iets met labels
Analyse
Als twee onafhankelijke samenhingen en een afhankelijke variabele voorspelde, werd er een
mediatie-analyse uitgevoerd om te kijken of een van de twee variabele de relatie tussen de andere
twee medieerde. Vb:
Los correleren ze allebei significant maar als je er twee in de mediatie-analyse doet, verdwijnt er
een. Dan is er een mediërende factor.
Resultaten
H1: Kwaliteit wordt positief geassocieerd met meer Aangenomen
vertrouwen
H2: Kwantiteit wordt positief geassocieerd met Gemixte resultaten
meer vertrouwen
H3: Hoger vertrouwen wordt positief geassocieerd Aangenomen
met percepties over organisationele openheid
, H4: Organisationele openheid wordt positief Aangenomen
geassocieerd met betrokkenheid bij
organisationele doelen
H5: Waargenomen organisationele openheid Organisationele openheid had meer
medieert de relatie tussen vertrouwen en invloed op werknemersbetrokkenheid dan
werknemersbetrokkenheid vertrouwen van collega’s, supervisors en
topmanagement. Dus: vertrouwen
voorspelt organisationele openheid, wat
een direct effect heeft op werknemers-
betrokkenheid
H6: vertrouwen medieert de relatie tussen Vertrouwen had meer invloed op
kwaliteit van info, kwantiteit van info en organisationele openheid dan kwaliteit of
waargenomen organisationele openheid kwantiteit van informatie voor collega’s,
supervisors en topmanagement. Dus:
kwaliteit van info voorspelt vertrouwen,
wat een direct effect heeft op
organisationele openheid
Daarna stellen ze deze drie modellen voor:
