Medisch Technisch Handelen BLOK B
Les 1
Aantekeningen, ik tel maar 2 polsen
Het hart is een holle spier.
Hartritmestoornissen
1. Tachycardie
Tachy : snel
Card : hart
Te snelle hartslag - meer dan 100 slagen per minuut
2. Bradycardie
Brady : langzaam
Card : hart
Te langzame hartslag - minder dan 50 slagen per minuut
3. Hartblok 1 : 2
Onregelmatige hartslag
De hartslag kan je meten op
Pols Arteria radialis
Slaap Arteria temporalis
Hals Arteria carotis
Lies Arteria femoralis
Enkel ( binnen ) Arteria tibialis
Voetrug Arteria dorsalis pedis
Fontanel Opening schedel baby
Normale hartslag
Pasgeborenen ( half jaar tot jaar ) - 120 slagen per minuut
Kinderen en jongeren ( ) - slagen per minuut
Volwassenen in rust - slagen per minuut
In diepe slaap - 50 slagen per minuut
Bij inspanning - slagen per minuut
Wat kan invloed zijn op frequentie van onze hartslag?
Leeftijd
Inspanning
Dikte hartspier
Emotie
Zwangerschap
Shock
Koorts
Medicijnen
Schildklierafwijking
Bij inademen neemt de hartslag toe
Bij uitademen neemt de hartslag af
Verschillende kwaliteiten aan de pols
1
, Frequentie : aantal slagen per minuut
Ritme : Regelmaat
1. Regulair : regelmatig
2. Irregulair : onregelmatig
Amplitude : Hoeveelheid bloed / even hard
1. Equaal : gelijkmatige grootte
2. Inequaal : ongelijkmatige grootte
Heftigheid : De kracht
Vaatwand : Toestand; elastisch of niet
Shock : Kleine snelle pols
Afkoeling : Kleine snelle pols
Hartslag meten aan de pols
Handpalm naar boven
Wijs- en middelvinger op overgang duim-pols
Tel 30 seconden
Vermenigvuldig de uitkomst met 2 h / m hartslag per minuut
Onregelmatige hartslag pols wel 1 minuut tellen, want anders klopt het niet
Uitvoeren pols stellen
Benodigdheden
Pen en papier
Polsteller / klok / mobiel / timer
Noteren
Naam
Geboortedatum
Onderzoek
Datum onderzoek
Aantal hartslagen per minuut
Kwaliteiten ( ritme, frequentie )
Stethoscoop
Ausculteren : Beluisteren geluiden in het lichaam
Gebruik voor beluisteren van :
Bloeddruk
harttonen
Ademhaling
Darmen
Longen
Bloeddruk
Hart pompt bloed in bloedvaten
Veroorzaakt druk in bloedvaten - bloeddruk
situatie bloeddrukmeting
Keuringen
2
, Zwangerschapscontrole
Bepalingen cardiovasculair risicoprofiel
Controle hypertensie
Hypertensie
Hoge bloeddruk
Risico hart- en vaatziekten
Systolische druk - bovendruk > 140 mm HG
Diastolische druk - onderdruk > 90 mm HG
Hypotensie
Te lage bloeddruk
Systolische druk - bovendruk < 90 mm HG
Diastolische druk - onderdruk < 60 mm HG
Wat hoor je?
Vaattonen
Bloedvat dicht : geen vaattonen
Bloedvat iets open - systolische druk : wel vaattonen
Bloedvat open - diastolische druk : geen vaattonen
Samenvatting boek
Informatie patiënt
Informatie
Controleer of de patiënt net nog heeft ingespannen
Elleboog ontbloten
Mouw of bovenarm niet afknellen
Vertel dat de bloeddruk 2 keer gemeten moet worden
Vertel dat er tijdens het meten ( wanneer je de dopjes van de stethoscoop in hebt )
niet gesproken mag worden
Uitvoering
Uitvoering
De patiënt moet zitten ( staat of ligt de patiënt dan moet dat vermeld worden )
Geen benen over elkaar, want dat verhoogd bloeddruk( is dat wel het geval, moet
dat vermeld worden )
Zorg voor een passend manchet
Controleer dat de bloedmeter op 0 staat
Controleer als de stethoscoop goed staat
Manchet op hoogte van borstbeen
Pomp de manchet op
1. Oppompen tot 200 mm HG
2. Voel eerst de pols, en pomp dan de manchet 30 mmHG meer op als je geen
polsslagen meer hoort
Plaats na het oppompen de stethoscoop in de elleboogholte, ter hoogte van de
armslagader en druk deze aan
3
, Laat de manchet leeglopen 2 mm per seconde
Kijk tijdens het leeglopen op de afleesschaal
Bij de eerste vaattoon lees je de waarde af ( bovendruk )
Laat de manchet verder leeglopen
Bij het horen van de laatste vaat toon dat is de onderdruk
Laat de manchet in 1 x helemaal leeglopen
Bij het vaststellen van de waarde moet er 2 x gemeten worden aan dezelfde arm met
een tussenpoos van minimaal 15 seconden
Uiteindelijk meting is het gemiddelde
Na afloop oordopjes van stethoscoop schoonmaken met alcohol 70 %
Noteer de uitslag en deel de patiënt mee of vertel wanneer en van wie de patiënt
uitslag krijgt
4
Les 1
Aantekeningen, ik tel maar 2 polsen
Het hart is een holle spier.
Hartritmestoornissen
1. Tachycardie
Tachy : snel
Card : hart
Te snelle hartslag - meer dan 100 slagen per minuut
2. Bradycardie
Brady : langzaam
Card : hart
Te langzame hartslag - minder dan 50 slagen per minuut
3. Hartblok 1 : 2
Onregelmatige hartslag
De hartslag kan je meten op
Pols Arteria radialis
Slaap Arteria temporalis
Hals Arteria carotis
Lies Arteria femoralis
Enkel ( binnen ) Arteria tibialis
Voetrug Arteria dorsalis pedis
Fontanel Opening schedel baby
Normale hartslag
Pasgeborenen ( half jaar tot jaar ) - 120 slagen per minuut
Kinderen en jongeren ( ) - slagen per minuut
Volwassenen in rust - slagen per minuut
In diepe slaap - 50 slagen per minuut
Bij inspanning - slagen per minuut
Wat kan invloed zijn op frequentie van onze hartslag?
Leeftijd
Inspanning
Dikte hartspier
Emotie
Zwangerschap
Shock
Koorts
Medicijnen
Schildklierafwijking
Bij inademen neemt de hartslag toe
Bij uitademen neemt de hartslag af
Verschillende kwaliteiten aan de pols
1
, Frequentie : aantal slagen per minuut
Ritme : Regelmaat
1. Regulair : regelmatig
2. Irregulair : onregelmatig
Amplitude : Hoeveelheid bloed / even hard
1. Equaal : gelijkmatige grootte
2. Inequaal : ongelijkmatige grootte
Heftigheid : De kracht
Vaatwand : Toestand; elastisch of niet
Shock : Kleine snelle pols
Afkoeling : Kleine snelle pols
Hartslag meten aan de pols
Handpalm naar boven
Wijs- en middelvinger op overgang duim-pols
Tel 30 seconden
Vermenigvuldig de uitkomst met 2 h / m hartslag per minuut
Onregelmatige hartslag pols wel 1 minuut tellen, want anders klopt het niet
Uitvoeren pols stellen
Benodigdheden
Pen en papier
Polsteller / klok / mobiel / timer
Noteren
Naam
Geboortedatum
Onderzoek
Datum onderzoek
Aantal hartslagen per minuut
Kwaliteiten ( ritme, frequentie )
Stethoscoop
Ausculteren : Beluisteren geluiden in het lichaam
Gebruik voor beluisteren van :
Bloeddruk
harttonen
Ademhaling
Darmen
Longen
Bloeddruk
Hart pompt bloed in bloedvaten
Veroorzaakt druk in bloedvaten - bloeddruk
situatie bloeddrukmeting
Keuringen
2
, Zwangerschapscontrole
Bepalingen cardiovasculair risicoprofiel
Controle hypertensie
Hypertensie
Hoge bloeddruk
Risico hart- en vaatziekten
Systolische druk - bovendruk > 140 mm HG
Diastolische druk - onderdruk > 90 mm HG
Hypotensie
Te lage bloeddruk
Systolische druk - bovendruk < 90 mm HG
Diastolische druk - onderdruk < 60 mm HG
Wat hoor je?
Vaattonen
Bloedvat dicht : geen vaattonen
Bloedvat iets open - systolische druk : wel vaattonen
Bloedvat open - diastolische druk : geen vaattonen
Samenvatting boek
Informatie patiënt
Informatie
Controleer of de patiënt net nog heeft ingespannen
Elleboog ontbloten
Mouw of bovenarm niet afknellen
Vertel dat de bloeddruk 2 keer gemeten moet worden
Vertel dat er tijdens het meten ( wanneer je de dopjes van de stethoscoop in hebt )
niet gesproken mag worden
Uitvoering
Uitvoering
De patiënt moet zitten ( staat of ligt de patiënt dan moet dat vermeld worden )
Geen benen over elkaar, want dat verhoogd bloeddruk( is dat wel het geval, moet
dat vermeld worden )
Zorg voor een passend manchet
Controleer dat de bloedmeter op 0 staat
Controleer als de stethoscoop goed staat
Manchet op hoogte van borstbeen
Pomp de manchet op
1. Oppompen tot 200 mm HG
2. Voel eerst de pols, en pomp dan de manchet 30 mmHG meer op als je geen
polsslagen meer hoort
Plaats na het oppompen de stethoscoop in de elleboogholte, ter hoogte van de
armslagader en druk deze aan
3
, Laat de manchet leeglopen 2 mm per seconde
Kijk tijdens het leeglopen op de afleesschaal
Bij de eerste vaattoon lees je de waarde af ( bovendruk )
Laat de manchet verder leeglopen
Bij het horen van de laatste vaat toon dat is de onderdruk
Laat de manchet in 1 x helemaal leeglopen
Bij het vaststellen van de waarde moet er 2 x gemeten worden aan dezelfde arm met
een tussenpoos van minimaal 15 seconden
Uiteindelijk meting is het gemiddelde
Na afloop oordopjes van stethoscoop schoonmaken met alcohol 70 %
Noteer de uitslag en deel de patiënt mee of vertel wanneer en van wie de patiënt
uitslag krijgt
4