HRM Overview
Lesweek 5
- Verschillende manieren van beoordelen.
Objectieve beoordeling en subjectieve criteria
Bij voorkeur proberen we objectieve criteria te formuleren die managers in de
gesprekscyclus kunnen gebruiken om prestaties te meten en te beoordelen. De criteria
moeten immers betrouwbaar en rechtvaardig zijn en voor iedereen gelijk. Maar dat is niet
makkelijk.
Objectieve selectiecriteria → (harde) functie-eisen die meetbaar en controleerbaar zijn op
basis van het cv. Harde of objectieve selectiecriteria waar vaak op geselecteerd wordt zijn
opleidingsniveau en aantal jaren werkervaring.
Subjectief → houdt in dat iets vanuit persoonlijk oogpunt wordt beoordeeld of gezien. Het
heeft betrekking op de eigen smaak of voorkeur. Wanneer iemand subjectief antwoordt, is
het antwoord van die persoon beïnvloed door zijn of haar eigen meningen en ervaringen.
Voorbeelden van objectieve criteria Voorbeelden van subjectieve
criteria
Te realiseren omzet per periode Kwaliteit van de
Te realiseren productie per periode notities/memo’s
Te verkopen producten per periode Creativiteit
Aantal klantcontacten inclusief het te Klantgerichtheid
doorlopen werkproces Inhoudelijke realisatie
projecten
Bijdrage aan het team
- Veel voorkomende fouten bij een beoordeling. Waar moet een goed
beoordelingssysteem aan voldoen?
???
1. Halo-effect 1 positief aspect van iemands prestatie wordt
gegeneraliseerd naar andere aspecten. Wanneer iemand
bijvoorbeeld positief wordt beoordeeld op autonomie, kan dit
uitstralen naar de beoordeling op ambitie of
verantwoordelijkheidsbesef, die dan eveneens als positief
worden beoordeeld
2. Horneffect 1 negatief aspect wordt gegeneraliseerd naar andere
eigenschappen en kenmerken. Dit is het tegenovergestelde
van het halo-effect.
3. Contrasteffect De neiging van beoordelaars om beïnvloed te worden door
vorige evaluaties. Als iemand eerst twee slecht presterende
sollicitanten heeft beoordeeld en daarna een gemiddelde
sollicitant, kan deze beoordeling onevenredig positief
uitvallen omdat de beoordeling contrasteert met de eerdere
beoordeling. Dit effect kan natuurlijk ook de andere kant op
gaan.
, 4. Eerste-indrukeffect De beoordeling wordt bepaald door de eerste indruk die
(primacy effect) iemand maakt op basis van een globale impressie. Latere
indrukken en nieuwe informatie worden niet geïntegreerd in
de beoordeling omdat de eerste indruk blijft hangen.
5. Leniency-effect De neiging om systematisch hoge beoordelingen te geven.
(mildheidstenders)
6. Severity- De neiging om systematisch lage beoordelingen te geven.
effect(strengheidsten
dens)
7. Centrale tendentie De neiging om extreem positieve of negatieve oordelen te
verwijden, en steeds het centrale punt (het veilige midden)
van de schaal te gebruiken.
8. Projectie De neiging om iemand die qua gedrag en persoonlijkheid oo
(klooneffect) de beoordelaar systematisch beter te beoordelen.
9. Stereotypering De neiging om stereotyperende onterechte eigenschappen
toe te schrijven aan de hand van uiterlijk waarneembare
kenmerken, zoals huidskleur.
10. Paard van troje-effect De neiging om kandidaten systematisch minder goed te
beoordelen uit angst dat ze anders beter zijn dan de
beoordelaar zelf.
Beoordeling - Valkuilen
Lesweek 5
- Verschillende manieren van beoordelen.
Objectieve beoordeling en subjectieve criteria
Bij voorkeur proberen we objectieve criteria te formuleren die managers in de
gesprekscyclus kunnen gebruiken om prestaties te meten en te beoordelen. De criteria
moeten immers betrouwbaar en rechtvaardig zijn en voor iedereen gelijk. Maar dat is niet
makkelijk.
Objectieve selectiecriteria → (harde) functie-eisen die meetbaar en controleerbaar zijn op
basis van het cv. Harde of objectieve selectiecriteria waar vaak op geselecteerd wordt zijn
opleidingsniveau en aantal jaren werkervaring.
Subjectief → houdt in dat iets vanuit persoonlijk oogpunt wordt beoordeeld of gezien. Het
heeft betrekking op de eigen smaak of voorkeur. Wanneer iemand subjectief antwoordt, is
het antwoord van die persoon beïnvloed door zijn of haar eigen meningen en ervaringen.
Voorbeelden van objectieve criteria Voorbeelden van subjectieve
criteria
Te realiseren omzet per periode Kwaliteit van de
Te realiseren productie per periode notities/memo’s
Te verkopen producten per periode Creativiteit
Aantal klantcontacten inclusief het te Klantgerichtheid
doorlopen werkproces Inhoudelijke realisatie
projecten
Bijdrage aan het team
- Veel voorkomende fouten bij een beoordeling. Waar moet een goed
beoordelingssysteem aan voldoen?
???
1. Halo-effect 1 positief aspect van iemands prestatie wordt
gegeneraliseerd naar andere aspecten. Wanneer iemand
bijvoorbeeld positief wordt beoordeeld op autonomie, kan dit
uitstralen naar de beoordeling op ambitie of
verantwoordelijkheidsbesef, die dan eveneens als positief
worden beoordeeld
2. Horneffect 1 negatief aspect wordt gegeneraliseerd naar andere
eigenschappen en kenmerken. Dit is het tegenovergestelde
van het halo-effect.
3. Contrasteffect De neiging van beoordelaars om beïnvloed te worden door
vorige evaluaties. Als iemand eerst twee slecht presterende
sollicitanten heeft beoordeeld en daarna een gemiddelde
sollicitant, kan deze beoordeling onevenredig positief
uitvallen omdat de beoordeling contrasteert met de eerdere
beoordeling. Dit effect kan natuurlijk ook de andere kant op
gaan.
, 4. Eerste-indrukeffect De beoordeling wordt bepaald door de eerste indruk die
(primacy effect) iemand maakt op basis van een globale impressie. Latere
indrukken en nieuwe informatie worden niet geïntegreerd in
de beoordeling omdat de eerste indruk blijft hangen.
5. Leniency-effect De neiging om systematisch hoge beoordelingen te geven.
(mildheidstenders)
6. Severity- De neiging om systematisch lage beoordelingen te geven.
effect(strengheidsten
dens)
7. Centrale tendentie De neiging om extreem positieve of negatieve oordelen te
verwijden, en steeds het centrale punt (het veilige midden)
van de schaal te gebruiken.
8. Projectie De neiging om iemand die qua gedrag en persoonlijkheid oo
(klooneffect) de beoordelaar systematisch beter te beoordelen.
9. Stereotypering De neiging om stereotyperende onterechte eigenschappen
toe te schrijven aan de hand van uiterlijk waarneembare
kenmerken, zoals huidskleur.
10. Paard van troje-effect De neiging om kandidaten systematisch minder goed te
beoordelen uit angst dat ze anders beter zijn dan de
beoordelaar zelf.
Beoordeling - Valkuilen