Deel 2 Hoorcolleges:
HC 1
Perspectieven:
IM (informatiemanagement) is management van:
1. ICT (1980 - heden)
2. Business-ICT relatie (1990 - heden)
Afstemming o.a. strategic alignment (afstemming op strategisch niveau)
3. Informatie (populair vanaf 2000 - nu)
Bijdrage van informatie aan business
AIM-model (model om inzicht te krijgen in een organisatie):
Het AIM-model is gebaseerd op een soortgelijk maar simpeler model: Bovenste rij is strategie en de
onderste rij is operaties. De linker kolom is business en de rechter kolom is ICT. Het doel van dit
oorspronkelijke model was om te laten zien dat business en ICT op elkaar afgesteld moesten worden.
Dit model komt uit de jaren 90. Was echter niet volledig genoeg, waardoor het AIM-model ontstond.
Henderson and Venkatraman strategic alignment model:
Positioneringsmodel: Dit model helpt je om de eigenschappen van een bedrijf evalueren en in
perspectief te plaatsen (AIM-model).
,CRM - Customer Relationship Management.
Bedrijf wilt CRM invoeren, vragen die hierbij gesteld kunnen worden:
1: Oplossingsgericht/klantgericht?
2: Hoe moet je dit organiseren? Welke skills nodig?
3: Bij welke processen heb je dit nodig?
4: Welke klantinformatie is van strategische waarde?
5: Hoe moeten we die informatie organiseren? Hoe verhoudt het zich tot andere informatie? Wie is
ervoor verantwoordelijk? Het up-to-date houden van de informatie?
6: Welke processen moeten we inrichten om informatie te verkrijgen?
7: Zijn er gevaren/risico’s?
8: Hoe richt je technologie in om het te laten passen in de huidige systemen?
9: Welke ICT processen (als onderhoud en support) moet je inrichten om CRM toe te kunnen passen?
Problemen rond de drie perspectieven op IM:
1. Te veel focus op technologie. Vakgebied komt er moeilijk vanaf. ICT heeft grote invloed. Erg
moeilijk om los van te komen. Er zijn weinig andere talen om informatiemanagement te
verwoorden dan met ICT taal.
2. Te veel aanbod-focus. Niet genoeg op de vraag. Focus van informatiemanagement stop
nadat de info verspreid is. Rol info management stopt nadat het verspreid is. Nauwe
gedachte.
3. Te veel intern gericht. Wat gebeurt er binnen een organisatie. Er wordt juist veel samen
gewerkt met andere organisaties.
4. Verwarring rondom de essentie van informatiemanagement. Identiteitsworsteling van het
vakgebied. Heel verschillend hoe informatiemanagement wordt ingevuld door organisaties.
5. Vakgebied is geworteld in verschillende wetenschappelijke disciplines.
Bijdrage van het boek (Information Management: Setting The Scene) op IM?
Een nieuw perspectief. Een andere invulling van informatiemanagement dan de drie
eerdergenoemde perspectieven:
1. De rode draad is het schetsen van het nieuwe perspectief.
2. Zoeken naar een nieuwe identiteit van informatiemanagement.
3. Geeft historische context.
4. Betekenis geven aan informatie en het informatiegebruik door de mens.
5. Meer vraag gericht.
6. Meer extern gericht.
7. Informatiemanagement niet beschouwen als iets aparts maar verweven met de organisatie.
8. Nieuwe elementen die traditioneel niet aanbod komen.
9. Kortweg, een nieuw verbreed perspectief op informatiemanagement.
Inzoomen op issues van IM
Deze actuele issues zijn te koppelen aan het AIM-model.
1. Identiteit: Organisaties worden steeds meer geconfronteerd met identiteitsissues. Wat is
hun plek in de veranderende wereld? Wat is de hun bijdrage? En waar staan ze voor?
Vooral op strategisch/bedrijfskundig niveau. VB → Verschuiving van productie naar
dienstverlening. Is een verandering van identiteit.
Waarom van belang bij IM? → Welke informatie heb ik nodig om een veranderende rol te
kunnen realiseren? (linksboven: strategie/business AIM-model)
,2. Sourcing: Wordt gekoppeld met ICT en strategie. Hoe organiseer ik alle diensten?
Outsourcing belangrijk, vooral bij ICT. (Rechtsboven: strategie/ICT AIM-model)
3. Flexibiliteit: Steeds meer van belang. Snel schakelen. Dynamische wereld. Meebewegen met
de concurrentie. Let op: flexibiliteit is duur. (rechtsonder: uitvoering/ICT AIM-model)
4. Klantfocus: Wens naar meer klantgerichtheid. Belangrijk bij bedrijfsprocessen. Bedrijven
moeten klanten begrijpen. Begrijpen is meer dan informatie hebben. Informatie omzetten
naar kennis. (linksonder: uitvoering/business AIM-model)
Relaties tussen de verschillende issues:
1. Relatie identiteit en klantgerichtheid: Je zou hier kunnen denken aan maatwerk voor
klanten. Denk bijvoorbeeld aan een autobedrijf waarbij de klant de auto zelf volledig kan
aanpassen. Dit is dan ook een belangrijk onderdeel van de identiteit van het bedrijf.
2. Relatie sourcing en flexibiliteit: Afhankelijk van de issue waar het bedrijf op een moment
mee worstelt of het probleem dat het probeert op te lossen, flexibel zijn in wie je binnen het
bedrijf kunt gebruiken om het probleem aan te pakken. Contracten met leveranciers
(outsourcing) bv per maand opzegbaar, na elk jaar evaluatie om te kijken of je verder met
elkaar doorgaat. Deze principes opnemen in het contract zou ook kunnen zijn dat
outsourcing juist zorgt voor minder flexibiliteit, je wordt afhankelijk van een leverancier, of
de leverancier gaat een andere kant op die niet past binnen het bedrijf. Sourcing kan dus
zowel flexibiliteit verhogen of verlagen.
3. Relatie identiteit en sourcing: Stel de identiteit van een bedrijf is jong en fris, dan kan de
sourcing daarop afgestemd worden. Bv startup bedrijven gebruiken als source. Sourcing-
partners moeten dezelfde waardes hebben als jouw bedrijf. Als jij een kledingwinkel bent en
jouw identiteit heeft te maken met duurzaamheid, dan moet de leverancier ook duurzaam
zijn. Als een leverancier partner zijn identiteit aanpast, dan is het misschien te overwegen.
Mocht je bepaalde zaken uitbesteden die de kern vormen van de identiteit van je bedrijf, dan
is het belangrijk dat de partner met die kernwaardes op hetzelfde level zit.
4. Relatie klantgerichtheid en flexibiliteit: Hoe flexibel gaat een bedrijf om met de
klantgerichtheid. Hoe flexibel is een bedrijf in het schakelen van diensten met klanten? Als de
eisen van klanten veranderen, hoe flexibel is het bedrijf om de juiste diensten te leveren aan
deze klanten. Hoe flexibeler je bent, hoe makkelijker je op wensen van klanten kan inspelen.
Nadeel flexibiliteit inbouwen → De hogere kosten.
, HC 2
IO/M vroeger (1900 -1950) IO/IM nu (1980 - ) IM new (2010 -)
Intro ● Controle by users ● Control by managers ● Control by users: BYOD
● Focus op demand-side ● Focus op de supply-side ● Control for users: andere
manieren/vormen van BYOD
– je geeft users
mogelijkheden voor
verschillende eigen
hardware en software
Black ● Veel gevarieerdere ● Management of digital ● Gemengde vorm van
(H3) taken. belangrijkste taken: infrastructure hybride-professionalisme
- organiseren van info ● Mono-professionalisme &mono- professionalisme:
(classificeren, indexeren) Taken ondergebracht op 1
- Verzorging van opleiding plek - Iedere werknemer houdt
- Voorzien in literatuur bepaalde informatietaken bij
- Management van (bv. schoonmakers)
technologie
- Proactief op het gebied - Informatie en
van informatie vraag communicatie hoort in
- Analyseren van informatie functiebeschrijving
(samenvatten, statistische vacatures, maar ook in
analyses) afrekening (beoordeling
werknemer)
● Hybride professionalisme
Uitvoering en - Hulp bij specialistische
verantwoordelijk waren thema’s bij een bepaalde
verspreid over meerdere afdeling afnemen
professions /
beroepsgroepen binnen de - Nadeel: mogelijke chaos
organisatie
Brunt ● 4 taken door alle rangen ● Vroeger taken verspreid, Flexibiliteit en improvisatie
(H4) en standen: en nu op één plek nu: tussenvorm zoeken:
- Obtain intelligence ondergebracht. Alle taken bepaalde situaties kan je
- Organize intel aan de linkerkant vallen nu sneller afhandelen i.p.v.
- Clarrification onder de CIO. telkens de formele route te
- Share with customers nemen.
● Wordt systematischer
● Informatietaken zijn niet gewerkt, volgens vaste Bimodal IT: - 2 modes van IT
in één plek te vinden in een procedures en de nadruk - Eerste modus hoort bij
bedrijf. ligt meer op controle. control - Tweede modus
(Hybride professionalisme) hoort bij flexibiliteit
● Verschillende belangen
● Organiseren van IM, tussen bedrijven.
improvisatie, flexibiliteit en
close relation met partijen,
omdat alle partijen een
gemeenschappelijk belang
hebben (oorlog winnen).
HC 1
Perspectieven:
IM (informatiemanagement) is management van:
1. ICT (1980 - heden)
2. Business-ICT relatie (1990 - heden)
Afstemming o.a. strategic alignment (afstemming op strategisch niveau)
3. Informatie (populair vanaf 2000 - nu)
Bijdrage van informatie aan business
AIM-model (model om inzicht te krijgen in een organisatie):
Het AIM-model is gebaseerd op een soortgelijk maar simpeler model: Bovenste rij is strategie en de
onderste rij is operaties. De linker kolom is business en de rechter kolom is ICT. Het doel van dit
oorspronkelijke model was om te laten zien dat business en ICT op elkaar afgesteld moesten worden.
Dit model komt uit de jaren 90. Was echter niet volledig genoeg, waardoor het AIM-model ontstond.
Henderson and Venkatraman strategic alignment model:
Positioneringsmodel: Dit model helpt je om de eigenschappen van een bedrijf evalueren en in
perspectief te plaatsen (AIM-model).
,CRM - Customer Relationship Management.
Bedrijf wilt CRM invoeren, vragen die hierbij gesteld kunnen worden:
1: Oplossingsgericht/klantgericht?
2: Hoe moet je dit organiseren? Welke skills nodig?
3: Bij welke processen heb je dit nodig?
4: Welke klantinformatie is van strategische waarde?
5: Hoe moeten we die informatie organiseren? Hoe verhoudt het zich tot andere informatie? Wie is
ervoor verantwoordelijk? Het up-to-date houden van de informatie?
6: Welke processen moeten we inrichten om informatie te verkrijgen?
7: Zijn er gevaren/risico’s?
8: Hoe richt je technologie in om het te laten passen in de huidige systemen?
9: Welke ICT processen (als onderhoud en support) moet je inrichten om CRM toe te kunnen passen?
Problemen rond de drie perspectieven op IM:
1. Te veel focus op technologie. Vakgebied komt er moeilijk vanaf. ICT heeft grote invloed. Erg
moeilijk om los van te komen. Er zijn weinig andere talen om informatiemanagement te
verwoorden dan met ICT taal.
2. Te veel aanbod-focus. Niet genoeg op de vraag. Focus van informatiemanagement stop
nadat de info verspreid is. Rol info management stopt nadat het verspreid is. Nauwe
gedachte.
3. Te veel intern gericht. Wat gebeurt er binnen een organisatie. Er wordt juist veel samen
gewerkt met andere organisaties.
4. Verwarring rondom de essentie van informatiemanagement. Identiteitsworsteling van het
vakgebied. Heel verschillend hoe informatiemanagement wordt ingevuld door organisaties.
5. Vakgebied is geworteld in verschillende wetenschappelijke disciplines.
Bijdrage van het boek (Information Management: Setting The Scene) op IM?
Een nieuw perspectief. Een andere invulling van informatiemanagement dan de drie
eerdergenoemde perspectieven:
1. De rode draad is het schetsen van het nieuwe perspectief.
2. Zoeken naar een nieuwe identiteit van informatiemanagement.
3. Geeft historische context.
4. Betekenis geven aan informatie en het informatiegebruik door de mens.
5. Meer vraag gericht.
6. Meer extern gericht.
7. Informatiemanagement niet beschouwen als iets aparts maar verweven met de organisatie.
8. Nieuwe elementen die traditioneel niet aanbod komen.
9. Kortweg, een nieuw verbreed perspectief op informatiemanagement.
Inzoomen op issues van IM
Deze actuele issues zijn te koppelen aan het AIM-model.
1. Identiteit: Organisaties worden steeds meer geconfronteerd met identiteitsissues. Wat is
hun plek in de veranderende wereld? Wat is de hun bijdrage? En waar staan ze voor?
Vooral op strategisch/bedrijfskundig niveau. VB → Verschuiving van productie naar
dienstverlening. Is een verandering van identiteit.
Waarom van belang bij IM? → Welke informatie heb ik nodig om een veranderende rol te
kunnen realiseren? (linksboven: strategie/business AIM-model)
,2. Sourcing: Wordt gekoppeld met ICT en strategie. Hoe organiseer ik alle diensten?
Outsourcing belangrijk, vooral bij ICT. (Rechtsboven: strategie/ICT AIM-model)
3. Flexibiliteit: Steeds meer van belang. Snel schakelen. Dynamische wereld. Meebewegen met
de concurrentie. Let op: flexibiliteit is duur. (rechtsonder: uitvoering/ICT AIM-model)
4. Klantfocus: Wens naar meer klantgerichtheid. Belangrijk bij bedrijfsprocessen. Bedrijven
moeten klanten begrijpen. Begrijpen is meer dan informatie hebben. Informatie omzetten
naar kennis. (linksonder: uitvoering/business AIM-model)
Relaties tussen de verschillende issues:
1. Relatie identiteit en klantgerichtheid: Je zou hier kunnen denken aan maatwerk voor
klanten. Denk bijvoorbeeld aan een autobedrijf waarbij de klant de auto zelf volledig kan
aanpassen. Dit is dan ook een belangrijk onderdeel van de identiteit van het bedrijf.
2. Relatie sourcing en flexibiliteit: Afhankelijk van de issue waar het bedrijf op een moment
mee worstelt of het probleem dat het probeert op te lossen, flexibel zijn in wie je binnen het
bedrijf kunt gebruiken om het probleem aan te pakken. Contracten met leveranciers
(outsourcing) bv per maand opzegbaar, na elk jaar evaluatie om te kijken of je verder met
elkaar doorgaat. Deze principes opnemen in het contract zou ook kunnen zijn dat
outsourcing juist zorgt voor minder flexibiliteit, je wordt afhankelijk van een leverancier, of
de leverancier gaat een andere kant op die niet past binnen het bedrijf. Sourcing kan dus
zowel flexibiliteit verhogen of verlagen.
3. Relatie identiteit en sourcing: Stel de identiteit van een bedrijf is jong en fris, dan kan de
sourcing daarop afgestemd worden. Bv startup bedrijven gebruiken als source. Sourcing-
partners moeten dezelfde waardes hebben als jouw bedrijf. Als jij een kledingwinkel bent en
jouw identiteit heeft te maken met duurzaamheid, dan moet de leverancier ook duurzaam
zijn. Als een leverancier partner zijn identiteit aanpast, dan is het misschien te overwegen.
Mocht je bepaalde zaken uitbesteden die de kern vormen van de identiteit van je bedrijf, dan
is het belangrijk dat de partner met die kernwaardes op hetzelfde level zit.
4. Relatie klantgerichtheid en flexibiliteit: Hoe flexibel gaat een bedrijf om met de
klantgerichtheid. Hoe flexibel is een bedrijf in het schakelen van diensten met klanten? Als de
eisen van klanten veranderen, hoe flexibel is het bedrijf om de juiste diensten te leveren aan
deze klanten. Hoe flexibeler je bent, hoe makkelijker je op wensen van klanten kan inspelen.
Nadeel flexibiliteit inbouwen → De hogere kosten.
, HC 2
IO/M vroeger (1900 -1950) IO/IM nu (1980 - ) IM new (2010 -)
Intro ● Controle by users ● Control by managers ● Control by users: BYOD
● Focus op demand-side ● Focus op de supply-side ● Control for users: andere
manieren/vormen van BYOD
– je geeft users
mogelijkheden voor
verschillende eigen
hardware en software
Black ● Veel gevarieerdere ● Management of digital ● Gemengde vorm van
(H3) taken. belangrijkste taken: infrastructure hybride-professionalisme
- organiseren van info ● Mono-professionalisme &mono- professionalisme:
(classificeren, indexeren) Taken ondergebracht op 1
- Verzorging van opleiding plek - Iedere werknemer houdt
- Voorzien in literatuur bepaalde informatietaken bij
- Management van (bv. schoonmakers)
technologie
- Proactief op het gebied - Informatie en
van informatie vraag communicatie hoort in
- Analyseren van informatie functiebeschrijving
(samenvatten, statistische vacatures, maar ook in
analyses) afrekening (beoordeling
werknemer)
● Hybride professionalisme
Uitvoering en - Hulp bij specialistische
verantwoordelijk waren thema’s bij een bepaalde
verspreid over meerdere afdeling afnemen
professions /
beroepsgroepen binnen de - Nadeel: mogelijke chaos
organisatie
Brunt ● 4 taken door alle rangen ● Vroeger taken verspreid, Flexibiliteit en improvisatie
(H4) en standen: en nu op één plek nu: tussenvorm zoeken:
- Obtain intelligence ondergebracht. Alle taken bepaalde situaties kan je
- Organize intel aan de linkerkant vallen nu sneller afhandelen i.p.v.
- Clarrification onder de CIO. telkens de formele route te
- Share with customers nemen.
● Wordt systematischer
● Informatietaken zijn niet gewerkt, volgens vaste Bimodal IT: - 2 modes van IT
in één plek te vinden in een procedures en de nadruk - Eerste modus hoort bij
bedrijf. ligt meer op controle. control - Tweede modus
(Hybride professionalisme) hoort bij flexibiliteit
● Verschillende belangen
● Organiseren van IM, tussen bedrijven.
improvisatie, flexibiliteit en
close relation met partijen,
omdat alle partijen een
gemeenschappelijk belang
hebben (oorlog winnen).
