,Inhoudsopgave
INLEIDING...................................................................................................................................................... 3
HOOFDSTUK 1 GROEPSDYNAMISCHE PROCESSEN..........................................................................................4
1.1 GROEPSDYNAMISCHE BEGRIPPEN.........................................................................................................................4
1.2 DE ONTSTAANSGESCHIEDENIS VAN MIJN WERKTEAM................................................................................................4
1.2.1 DE GEMEENSCHAPPELIJKE TEAMDOELEN VAN DE WOONLOCATIE..............................................................................5
1.3 DE COHESIE IN HET TEAM...................................................................................................................................5
1.4 DE DETERMINANTEN VAN GROEPSVORMING...........................................................................................................5
1.5 FASE VAN DE GROEPSONTWIKKELING....................................................................................................................6
1.6 TEAMROLLEN VAN BELBIN..................................................................................................................................6
1.7 DE GELAAGDHEID VAN COMMUNICATIE.................................................................................................................7
1.7.1 EEN VOORBEELD VAN GELAAGDHEID VAN COMMUNICATIE IN MIJN WERKVELD...........................................................7
1.8 DISKWALIFICATIE...............................................................................................................................................8
1.9 DE CONCLUSIE.................................................................................................................................................8
HOOFDSTUK 2 OMGAAN MET EEN CONFLICT OP DE WERKVLOER...................................................................8
2.1 HET CONFLICT..................................................................................................................................................8
2.2 DE THEORIE OVER HET CONFLICT MET COLLEGA R...................................................................................................9
2.2.1 DE MANIEREN VAN COMMUNICEREN...............................................................................................................10
2.2.2. DE GEVOLGEN IN DE CONFLICTSITUATIE...........................................................................................................10
2.3 EIGEN GEDRAG IN DE CONFLICTSITUATIE..............................................................................................................10
TOETSVERSLAG 5.3
EFFECTIEF SAMENWERKEN
HOOFDSTUK 3 VERBETERING VAN DE SAMENWERKING...............................................................................11
3.1 HET VOORSTEL VAN VERBETERING VAN SAMENWERKING........................................................................................11
3.2 EVALUATIE....................................................................................................................................................12
LITERATUURLIJST......................................................................................................................................... 13
TOETSVERSLAG 5.3 | effectief samenwerken
,BIJLAGE 1..................................................................................................................................................... 15
DE POWERPOINTSHEETS VAN DE VERGADERING SAMEN MET DE ADVISEUR VAN DE LSR.....................................................15
BIJLAGE 2..................................................................................................................................................... 16
DE UITKOMST VAN MIJN TEAMROLLEN VAN BELBIN TEST..............................................................................................16
TOETSVERSLAG 5.3 | effectief samenwerken
,Inleiding
Samenwerken in een teamverband is voor elke organisatie belangrijk om doelen te behalen en voor veel
begeleiders is het een uitdaging om met elkaar te moeten samenwerken om deze doelen te behalen en de
cliënten zo goed mogelijk te kunnen begeleiden in hun kwaliteit van leven. De uitdaging kan groter worden als
er een hoge werkdruk is en onvoldoende collegialiteit. Dit kan resulteren in frustratie en irritatie (AG5, 2020).
Deze wrijvingen in het team kunnen ervoor zorgen dat teamleden vechtgedrag of vluchtgedrag laten zien. Deze
gedragingen zijn individueel en heeft elk teamlid voorkeur voor een van de twee (Gezond Verbond, z.d.).
Sinds mei 2010 ben ik werkzaam in de gehandicaptenzorg en werk ik voor de organisatie ORGANISATIE . Voor ik
deze baan aannam werkte ik als gastouder bij een jong gezin met drie kinderen in de leeftijd tussen de 0 en 4
jaar oud. De opleiding die ik voor de opleiding social work is: mbo-kinderopvang 3 en mbo-jeugdzorg 4. Ik heb
met veel plezier als gastouder gewerkt maar ik vond het na drie jaar tijd voor iets anders omdat ik graag in een
teamverband werk en mijn competenties als pedagogisch werker wil vergroten.
Ik kan mijn eerste ontmoeting met mijn collega’s nog goed herinneren. Alle collega’s waren vriendelijk en
toonde interesse in mij. In de werkweek die verder volgende viel mij op dat er onderling veel negativiteit op de
werkvloer aanwezig was. Ik merkte dat dit invloed had op sfeer en er werd vaak geklaagd over de werkwijze
van organisatie, de teamleider en de werkdruk. Er was een collega die ontslag had genomen en ook zei zorgde
voor een negatieve sfeer. Dit resulteerde dat meer collega’s twijfelde om langer op de woonlocatie te blijven
werken. In oktober 2021 neem ik dan ook afscheid van de 14 e collega die ontslag heeft genomen sinds ik er
werk. De reden die zij heeft opgegeven in het team is dat zij de werkdruk te zwaar vindt.
In deze module is beschrijf ik verschillende processen van samenwerken in een team, ik beschrijf het
gedrag van de teamleden en analyseer ik hoe oorzaken van een conflict binnen een team kunnen
ontstaan en hoe ik hiermee omga. Ik ga een voorstel tot verbetering van samenwerking voorleggen en ik
zal met behulp van de theorie van Remmerswaal uit het boek Handboek groepsdynamica (2013)
evalueren hoe ik dit in de praktijk heb toegepast.
Aan het einde van dit verslag beheers ik de volgende leeruitkomsten:
Ik kan de wijze van samenwerking en het gedrag van team met behulp van gegeven groepsdynamische
begrippen verklaren;
Ik kan het ontstaan en oorzaken van conflicten binnen een team toelichten en toelichten op welke
wijze ik ermee omgaat;
Ik kan een voorstel doen ter verbetering van de samenwerking binnen de groep.
TOETSVERSLAG 5.3 | effectief samenwerken
, Hoofdstuk 1 Groepsdynamische processen
1.1 Groepsdynamische begrippen.
Volgens Remmerswaal (2013) betekent groepsdynamica: ‘’De studie van het gedrag van mensen in kleine
groepen (minder dan 20 personen).’’ Het gedrag van mensen en de processen die zich in een groep kunnen
voordoen kan beter begrepen worden als er interesse wordt getoond in de groep(en) waarin het gedrag
gebeurt. Er kan gesproken worden van een groep als er drie of meerdere individuen met dezelfde doelstelling
samenkomen. Gemiddeld gezien is iedereen een groepslid van vijf of zes groepen. De eerdere en huidige
groepslidmaatschappen kunnen meespelen in de persoonlijkheidsontwikkeling van het groepslid en diens
omgeving. Het functioneren van groepen worden door Remmerswaal (2013) in de volgende twee aspecten
(determinanten) verdeeld:
Taakaspecten: Het behalen van doelen van een groep, samenwerken;
Sociaal-emotionele aspecten: het groep functioneren in de groep en de omgang met elkaar.
1.2 De ontstaansgeschiedenis van mijn werkteam
Zoals ik al schreef in de inleiding heeft mijn team regelmatig afscheid moeten nemen van collega’s inclusief
teamleiders. De reden die de meeste collega’s opgaven om te vertrekken is dat zij de werkdruk te hoog vinden
en de waardering voor het werk te laag. Ik herken deze redenen wel maar ik heb het wel naar mijn zin op de
woonlocatie en ik vind mijn werkzaamheden leuk. De collega’s en ik zijn allemaal via externe sollicitaties op de
woonlocatie komen werken. De geschiedenis van dit team is daardoor redelijk recent en ik werk er het langst.
Het team bestaat op het moment uit negen teamleden. Vier persoonlijk begeleiders (PB’ers), vier assistent
begeleiders (Co’s) en één teamleider. In Tabel 1 is omschreven welke werkzaamheden bij een functie horen.
Tabel 1
Functies en werkzaamheden van de teamleden die werkzaam zijn op de woonlocatie De Walstro
Functie teamleider: Functie PB'er: Functie CO:
Geeft uitvoering aan de Geeft op individueel en
Leidinggeven aan de begeleiding van de cliënten op groepsniveau uitvoering aan
medewerkers uit het team; individueel en groepsniveau; de verzorging en begeleiding
van cliënten in de leeftijd van
Bewaken van de continuïteit 20 tot 70 jaar onder
Draagt zorg voor het opstellen
en kwaliteit van de verantwoordelijkheid van een
en evalueren van het
zorg-/dienstverlening; begeleider;
persoonlijk begeleidingsplan,
waarbij oog is voor de
Het beheren van de woon- of individuele vraag van de cliënt Heeft regelmatig afstemming
werklocaties. en zijn/haar met het netwerk van de cliënt
(on)mogelijkheden; over begeleidingsafspraken;
Bewaakt de uitvoering van de Levert een bijdrage aan een
begeleidingsafspraken en je veilige en prettige
werkt daarin nauw samen met leefomgeving van de cliënten;
je collega’s; Draagt zorg voor een goede
overdracht en rapportage.
Werkt samen met het
ouders/verwanten en het
netwerk van de cliënt.
Aangepast overgenomen uit: intranet van ORGANISATIE 2021
TOETSVERSLAG 5.3 | effectief samenwerken
INLEIDING...................................................................................................................................................... 3
HOOFDSTUK 1 GROEPSDYNAMISCHE PROCESSEN..........................................................................................4
1.1 GROEPSDYNAMISCHE BEGRIPPEN.........................................................................................................................4
1.2 DE ONTSTAANSGESCHIEDENIS VAN MIJN WERKTEAM................................................................................................4
1.2.1 DE GEMEENSCHAPPELIJKE TEAMDOELEN VAN DE WOONLOCATIE..............................................................................5
1.3 DE COHESIE IN HET TEAM...................................................................................................................................5
1.4 DE DETERMINANTEN VAN GROEPSVORMING...........................................................................................................5
1.5 FASE VAN DE GROEPSONTWIKKELING....................................................................................................................6
1.6 TEAMROLLEN VAN BELBIN..................................................................................................................................6
1.7 DE GELAAGDHEID VAN COMMUNICATIE.................................................................................................................7
1.7.1 EEN VOORBEELD VAN GELAAGDHEID VAN COMMUNICATIE IN MIJN WERKVELD...........................................................7
1.8 DISKWALIFICATIE...............................................................................................................................................8
1.9 DE CONCLUSIE.................................................................................................................................................8
HOOFDSTUK 2 OMGAAN MET EEN CONFLICT OP DE WERKVLOER...................................................................8
2.1 HET CONFLICT..................................................................................................................................................8
2.2 DE THEORIE OVER HET CONFLICT MET COLLEGA R...................................................................................................9
2.2.1 DE MANIEREN VAN COMMUNICEREN...............................................................................................................10
2.2.2. DE GEVOLGEN IN DE CONFLICTSITUATIE...........................................................................................................10
2.3 EIGEN GEDRAG IN DE CONFLICTSITUATIE..............................................................................................................10
TOETSVERSLAG 5.3
EFFECTIEF SAMENWERKEN
HOOFDSTUK 3 VERBETERING VAN DE SAMENWERKING...............................................................................11
3.1 HET VOORSTEL VAN VERBETERING VAN SAMENWERKING........................................................................................11
3.2 EVALUATIE....................................................................................................................................................12
LITERATUURLIJST......................................................................................................................................... 13
TOETSVERSLAG 5.3 | effectief samenwerken
,BIJLAGE 1..................................................................................................................................................... 15
DE POWERPOINTSHEETS VAN DE VERGADERING SAMEN MET DE ADVISEUR VAN DE LSR.....................................................15
BIJLAGE 2..................................................................................................................................................... 16
DE UITKOMST VAN MIJN TEAMROLLEN VAN BELBIN TEST..............................................................................................16
TOETSVERSLAG 5.3 | effectief samenwerken
,Inleiding
Samenwerken in een teamverband is voor elke organisatie belangrijk om doelen te behalen en voor veel
begeleiders is het een uitdaging om met elkaar te moeten samenwerken om deze doelen te behalen en de
cliënten zo goed mogelijk te kunnen begeleiden in hun kwaliteit van leven. De uitdaging kan groter worden als
er een hoge werkdruk is en onvoldoende collegialiteit. Dit kan resulteren in frustratie en irritatie (AG5, 2020).
Deze wrijvingen in het team kunnen ervoor zorgen dat teamleden vechtgedrag of vluchtgedrag laten zien. Deze
gedragingen zijn individueel en heeft elk teamlid voorkeur voor een van de twee (Gezond Verbond, z.d.).
Sinds mei 2010 ben ik werkzaam in de gehandicaptenzorg en werk ik voor de organisatie ORGANISATIE . Voor ik
deze baan aannam werkte ik als gastouder bij een jong gezin met drie kinderen in de leeftijd tussen de 0 en 4
jaar oud. De opleiding die ik voor de opleiding social work is: mbo-kinderopvang 3 en mbo-jeugdzorg 4. Ik heb
met veel plezier als gastouder gewerkt maar ik vond het na drie jaar tijd voor iets anders omdat ik graag in een
teamverband werk en mijn competenties als pedagogisch werker wil vergroten.
Ik kan mijn eerste ontmoeting met mijn collega’s nog goed herinneren. Alle collega’s waren vriendelijk en
toonde interesse in mij. In de werkweek die verder volgende viel mij op dat er onderling veel negativiteit op de
werkvloer aanwezig was. Ik merkte dat dit invloed had op sfeer en er werd vaak geklaagd over de werkwijze
van organisatie, de teamleider en de werkdruk. Er was een collega die ontslag had genomen en ook zei zorgde
voor een negatieve sfeer. Dit resulteerde dat meer collega’s twijfelde om langer op de woonlocatie te blijven
werken. In oktober 2021 neem ik dan ook afscheid van de 14 e collega die ontslag heeft genomen sinds ik er
werk. De reden die zij heeft opgegeven in het team is dat zij de werkdruk te zwaar vindt.
In deze module is beschrijf ik verschillende processen van samenwerken in een team, ik beschrijf het
gedrag van de teamleden en analyseer ik hoe oorzaken van een conflict binnen een team kunnen
ontstaan en hoe ik hiermee omga. Ik ga een voorstel tot verbetering van samenwerking voorleggen en ik
zal met behulp van de theorie van Remmerswaal uit het boek Handboek groepsdynamica (2013)
evalueren hoe ik dit in de praktijk heb toegepast.
Aan het einde van dit verslag beheers ik de volgende leeruitkomsten:
Ik kan de wijze van samenwerking en het gedrag van team met behulp van gegeven groepsdynamische
begrippen verklaren;
Ik kan het ontstaan en oorzaken van conflicten binnen een team toelichten en toelichten op welke
wijze ik ermee omgaat;
Ik kan een voorstel doen ter verbetering van de samenwerking binnen de groep.
TOETSVERSLAG 5.3 | effectief samenwerken
, Hoofdstuk 1 Groepsdynamische processen
1.1 Groepsdynamische begrippen.
Volgens Remmerswaal (2013) betekent groepsdynamica: ‘’De studie van het gedrag van mensen in kleine
groepen (minder dan 20 personen).’’ Het gedrag van mensen en de processen die zich in een groep kunnen
voordoen kan beter begrepen worden als er interesse wordt getoond in de groep(en) waarin het gedrag
gebeurt. Er kan gesproken worden van een groep als er drie of meerdere individuen met dezelfde doelstelling
samenkomen. Gemiddeld gezien is iedereen een groepslid van vijf of zes groepen. De eerdere en huidige
groepslidmaatschappen kunnen meespelen in de persoonlijkheidsontwikkeling van het groepslid en diens
omgeving. Het functioneren van groepen worden door Remmerswaal (2013) in de volgende twee aspecten
(determinanten) verdeeld:
Taakaspecten: Het behalen van doelen van een groep, samenwerken;
Sociaal-emotionele aspecten: het groep functioneren in de groep en de omgang met elkaar.
1.2 De ontstaansgeschiedenis van mijn werkteam
Zoals ik al schreef in de inleiding heeft mijn team regelmatig afscheid moeten nemen van collega’s inclusief
teamleiders. De reden die de meeste collega’s opgaven om te vertrekken is dat zij de werkdruk te hoog vinden
en de waardering voor het werk te laag. Ik herken deze redenen wel maar ik heb het wel naar mijn zin op de
woonlocatie en ik vind mijn werkzaamheden leuk. De collega’s en ik zijn allemaal via externe sollicitaties op de
woonlocatie komen werken. De geschiedenis van dit team is daardoor redelijk recent en ik werk er het langst.
Het team bestaat op het moment uit negen teamleden. Vier persoonlijk begeleiders (PB’ers), vier assistent
begeleiders (Co’s) en één teamleider. In Tabel 1 is omschreven welke werkzaamheden bij een functie horen.
Tabel 1
Functies en werkzaamheden van de teamleden die werkzaam zijn op de woonlocatie De Walstro
Functie teamleider: Functie PB'er: Functie CO:
Geeft uitvoering aan de Geeft op individueel en
Leidinggeven aan de begeleiding van de cliënten op groepsniveau uitvoering aan
medewerkers uit het team; individueel en groepsniveau; de verzorging en begeleiding
van cliënten in de leeftijd van
Bewaken van de continuïteit 20 tot 70 jaar onder
Draagt zorg voor het opstellen
en kwaliteit van de verantwoordelijkheid van een
en evalueren van het
zorg-/dienstverlening; begeleider;
persoonlijk begeleidingsplan,
waarbij oog is voor de
Het beheren van de woon- of individuele vraag van de cliënt Heeft regelmatig afstemming
werklocaties. en zijn/haar met het netwerk van de cliënt
(on)mogelijkheden; over begeleidingsafspraken;
Bewaakt de uitvoering van de Levert een bijdrage aan een
begeleidingsafspraken en je veilige en prettige
werkt daarin nauw samen met leefomgeving van de cliënten;
je collega’s; Draagt zorg voor een goede
overdracht en rapportage.
Werkt samen met het
ouders/verwanten en het
netwerk van de cliënt.
Aangepast overgenomen uit: intranet van ORGANISATIE 2021
TOETSVERSLAG 5.3 | effectief samenwerken
