Didactisch model: schematische weergave van een les
Voorbereiden van een les:
1. Taakdefinitie: beginsituatie en lesdoel bepalen in
overleg met de betrokken docent.
2. Zoeken naar relevante, betrouwbare en bruikbare informatie en middelen.
3. Selecteren welke oefeningen passen bij het lesdoel (lesstof)
4. Vastleggen op een lesvoorbereidingsformulier (LVF)
5. Uitvoering van les
6. Evaluatie op voorbereiding en uitvoering waarbij er verbeterpunten worden opgesteld voor
een volgende keer.
Lesdoel: wat wil ik bereiken met deze les?
Het lesdoel wordt met SMART omschreven:
- Specifiek duidelijk en concreet
- Meetbaar onder welke
(meetbare/observeerbare) voorwaarden
- Acceptabel / aanwijsbaar
- Realistisch is het haalbaar
- Tijdgebonden binnen welke tijd het doel behalen
Backward-design: eerst lesdoel, inhoud van de les (lesstof) en daarna de warming-up bedenken.
Beginsituatie: het geheel van persoonlijke, schoolse, sociale en situationele gegevens die in verband
met de te realiseren onderwijsdoelstellingen van invloed (kunnen) zijn op het verlopen en de
resultaten van het onderwijsproces. Rekening houden met leerlingen in een groep, accommodatie,
tijd en persoonlijke beginsituatie.
Lesstof: de inhoud van de gekozen bewegingsvorm of activiteit, die in nauwe relatie staat tot de
beginsituatie en de gekozen doelstellingen.
Lesgeven is presenteren
1. Non-verbale communicatie
- Oogcontact
- Gezichtsuitdrukking
- Gebruik van gebaren
- Lichaamshouding
2. Stemgebruik
- Duidelijk praten (articuleren)
- Fluency (zonder te veel aarzelen)
- Enthousiasme over je onderwerp