• wat is het en wat heb je eraan
- geeft overzicht: objecten die meedoen, onderlinge samenhang, wat neem je mee in onderzoek
- systeem: verzameling door de beschouwer gekozen objecten (elementen) die onderling zo zijn
gerelateerd dat er geen (groepjes van) objecten geïsoleerd zijn van de overige.
• objecten en hun samenhang
- personen (objecten) met handeling en het beïnvloeden er van
• systeemgrens
- open systeem; relaties met objecten in omgeving
- gesloten systeem; geen relatie met objecten in omgeving/ omgeving is leeg
• de beschouwer
- andere beschouwer, andere benadering, andere grens
• deelsystemen
- bekend: probleemgebied, objecten, relaties en begrenst
- welk deel van het systeem neem je mee in je onderzoek:
-> subsysteem: je beschouwt een deel van de objecten inclusief relaties (pers)
-> aspectsysteem: je beschouwt een deel van de relaties (financiële variable)
-> fasesysteem: je beschouwt het gehele systeem in een deel van de tijd (jaar)
• aggregatieniveau
- reticuleren
- aggregeren
- keuze voor een aggregatieniveau betekend:
-> niet geïnteresseerd in interne aspecten (objecten) of wel in de relaties met andere objecten
• aggregaten
- alle objecten moeten door relaties direct of indirect samenhangen
, College Systemen
1) Wat is een systeem?
• Systeem: wordt gezien als een geheel van elementen of objecten die elkaar beïnvloeden en die een
geheel vormen.
2) Waarom denken in een Systeem?
- traditioneel: lineair denken
- systeem: systeemdenken
-> een object kan alles zijn
-> veel verschijnselen bestaan uit een verzameling objecten die met relaties elkaar beïnvloeden
-> Je kunt ze dus allemaal op dezelfde manier onderzoeken
3) Voorbeelden van Systemen
• agent-based systemen: computersimulatie, eenvoudige objecten en relaties, groepsdynamiek
• biologische modellen: wiskundig model, eenvoudige relaties, dynamiek, twee soorten objecten
• chemische systemen: BZ-reactie
• sociale organisaties (bedrijven, overheid, scholen)
4) Veel voorkomende termen afkomstig uit het Systeemdenken
- systeemdenken: een te onderzoeken onderwerp beschouwen als een systeem waarin objecten
relaties hebben en elkaar onderling beïnvloeden
- holistische benadering: systeemdenken
- organisatieniveau of aggregatieniveau: schaalniveau waarop je een object of groep beschouwt
- agents: engelse term voor objecten die interacteren
- circulariteit: relaties van meerdere objecten die in een groep een kring vormen
- emergente eigenschap: een eigenschap die op groepsniveau bestaat en niet op objectniveau
- resilience: robuustheid of veerkracht van een systeem
- complexe adaptieve systemen (CAS): systemen die sterke veerkrachtige (adaptieve)
eigenschappen bezitten
5) Dynamiek van Systemen
• Evenwichten
- systeem bevindt zich in een evenwicht (voorspelbaar) of uit-evenwicht (onvoorspelb, chaotisch)
- plaatsgebonden evenwicht
- periodiek evenwicht
- resilience: het evenwicht kan tegen een stootje