Samenvatting Stress, Gezondheid en Ziekte
College 1 en 2; hoofdstuk 1, 2, 3, 13, 15 en 17
Acute stress; kortdurende stressresponse op aanwezige stressor, snel en efficiënt reageren
op plotselinge dreiging
Chronische stress; langdurige stressresponse op afwezige stressor
Stressor; elke mogelijke bedreiging tegen het behalen van psychologische doelen
psychologisch, sociaal, fysiek
Stressresponse; negatieve emotionele psychologische response fysiologisch en
psychologisch
Homeostase; toestand van lichaam in volledige balans waarin alle mechanismen hun
optimale waarde hebben
Allostase; er zijn verschillende optimale niveaus, afhankelijk van wat je aan het doen bent
Basisschema
Stressor wordt waargenomen een kan direct voor acute stress zorgen, soms door coping
kunnen we ermee omgaan. Als acute stress te langdurig of frequent is, wordt het chronische
stress wat zorgt voor disregulatie, weefselschade en verminderde weerstand wat kan leiden
tot lichamelijke ziektes.
Zenuwstelsel
- Centrale Zenuwstelsel; brein en ruggengraat
- Perifeer Zenuwstelsel; alle zenuwen buiten centrale zenuwstelsel
o Autonoom; zintuigen en spieren, zintuigelijke waarneming en vrijwillige
beweging
o Somatisch; onvrijwillige regulatie/arousal en emotie
Sympatisch; alertheid
Parasympatisch; rust
, Bij acute stress;
1. Sympatisch zenuwstelsel wordt geactiveerd
2. Hormonen worden aangemaakt mobilisatie glucose, endorfine tegen pijn
waarneming
3. Direct energie halen uit vet, lever en spieren die niet nodig zijn
4. Versnelde hartslag, bloeddruk en ademhaling glucose rondpompen door lichaam
naar spieren
5. Immuunsysteem wordt kort verhoogd, maar dan verlaagd om energie te besparen
6. Spijsvertering wordt stopgezet om energie te besparen
7. Groei stopgezet
8. Voortplantingsdrang stopgezet
9. Parasympatische zenuwstelsel uitgezet
10. Inhibitie van urine afscheiding en insuline
11. Cognitieve en sensorische vaardigheden verhogen kort
In Centrale Zenuwstelsel
neemt amygdala
bedreiging waar en
interpreteert prefrontale
cortex dit als bedreiging.
De motor cortex wordt
aangestuurd en de
hypothalamus maakt
cortisol aan en stimuleert
via CRH, de hypofyse die
via ACTH de cortex
stimuleert om adrenaline
aan te maken en adrenale
klieren om
glucocorticoïden uit te
scheiden. Samen met
alvleesklier (glucagon),
zorgen alle hormonen
ervoor dat glucose en
endorfine wordt
uitgescheiden en
vasopressine tegen
uitscheiding urine.
Response patronen;
fight/flight of withdraw
Stressor dimensies;
- Intensiteit en frequentie
- Oncontroleerbaarheid
- Onvoorspelbaarheid
- Duur
College 1 en 2; hoofdstuk 1, 2, 3, 13, 15 en 17
Acute stress; kortdurende stressresponse op aanwezige stressor, snel en efficiënt reageren
op plotselinge dreiging
Chronische stress; langdurige stressresponse op afwezige stressor
Stressor; elke mogelijke bedreiging tegen het behalen van psychologische doelen
psychologisch, sociaal, fysiek
Stressresponse; negatieve emotionele psychologische response fysiologisch en
psychologisch
Homeostase; toestand van lichaam in volledige balans waarin alle mechanismen hun
optimale waarde hebben
Allostase; er zijn verschillende optimale niveaus, afhankelijk van wat je aan het doen bent
Basisschema
Stressor wordt waargenomen een kan direct voor acute stress zorgen, soms door coping
kunnen we ermee omgaan. Als acute stress te langdurig of frequent is, wordt het chronische
stress wat zorgt voor disregulatie, weefselschade en verminderde weerstand wat kan leiden
tot lichamelijke ziektes.
Zenuwstelsel
- Centrale Zenuwstelsel; brein en ruggengraat
- Perifeer Zenuwstelsel; alle zenuwen buiten centrale zenuwstelsel
o Autonoom; zintuigen en spieren, zintuigelijke waarneming en vrijwillige
beweging
o Somatisch; onvrijwillige regulatie/arousal en emotie
Sympatisch; alertheid
Parasympatisch; rust
, Bij acute stress;
1. Sympatisch zenuwstelsel wordt geactiveerd
2. Hormonen worden aangemaakt mobilisatie glucose, endorfine tegen pijn
waarneming
3. Direct energie halen uit vet, lever en spieren die niet nodig zijn
4. Versnelde hartslag, bloeddruk en ademhaling glucose rondpompen door lichaam
naar spieren
5. Immuunsysteem wordt kort verhoogd, maar dan verlaagd om energie te besparen
6. Spijsvertering wordt stopgezet om energie te besparen
7. Groei stopgezet
8. Voortplantingsdrang stopgezet
9. Parasympatische zenuwstelsel uitgezet
10. Inhibitie van urine afscheiding en insuline
11. Cognitieve en sensorische vaardigheden verhogen kort
In Centrale Zenuwstelsel
neemt amygdala
bedreiging waar en
interpreteert prefrontale
cortex dit als bedreiging.
De motor cortex wordt
aangestuurd en de
hypothalamus maakt
cortisol aan en stimuleert
via CRH, de hypofyse die
via ACTH de cortex
stimuleert om adrenaline
aan te maken en adrenale
klieren om
glucocorticoïden uit te
scheiden. Samen met
alvleesklier (glucagon),
zorgen alle hormonen
ervoor dat glucose en
endorfine wordt
uitgescheiden en
vasopressine tegen
uitscheiding urine.
Response patronen;
fight/flight of withdraw
Stressor dimensies;
- Intensiteit en frequentie
- Oncontroleerbaarheid
- Onvoorspelbaarheid
- Duur