Thematoets 5
Onderzoek
Praktijkonderzoek in de school
1.2 kernactiviteiten
- cyclus voor praktijkonderzoek omvat 6 kernactiviteiten voor het uitvoeren van beschrijvend,
vergelijkend, de niërend, evaluerend en verklarend praktijkonderzoek
- Bij kennisgericht praktijkonderzoek doorloop je deze cyclus
- Orienteren
- Breng in beeld welke praktijkproblemen er zijn, voor wie deze belangrijk zijn, wat
erover bekend is en wat het belang van je onderzoek kan zijn voor jezelf en de
organisatie
- De verkennende probleemanalyse resulteert in een heldere probleembeschrijving die
het startpunt voor voor de volgende kernactiviteit: richten
- Richten
- Je zoomt in op het
praktijkprobleem om tot een
duidelijke onderzoeksvraag te
komen
- De activiteit leidt tot een
probleemstelling, die bestaat uit
een beschrijving van het
praktijkprobleem,
literatuurstudie, doel onderzoek
en de onderzoeksvraag
- Plannen
- Je verkent de verschillende
manieren van data verzameling
en maakt op basis hiervan
keuzes voor de vormgeving van
je onderzoeksproces
- Je schrijft een onderzoeksplan
- Verzamelen
- Je voert de geplande onderzoeksactiviteiten uit en verzamelt data die je nodig hebt
om je vraag te kunnen beantwoorden
- Analyseren en concluderen
- Je analyseert de verzamelde data en formuleert concrete antwoorden op je
onderzoeksvraag in de vorm van conclusies
- ‘Ontwerpen’
- Alleen bij ontwerp vraag!
- Je maakt een ontwerp dat je daarna test in de praktijk, eventueel stel je ontwerp op
basis evaluatie bij
- Rapporteren en presenteren
- Kies passende communicatiestrategie om kennis en nieuwe inzichten te verspreiden
1.3 onderzoeksfuncties
- een onderzoeksfunctie maakt duidelijk wat je met je onderzoek beoogd
- Oost en Markenhof onderscheiden 6 onderzoeksfuncties
- De nieren
- Beschrijven
- Vergelijken
- Evalueren
- Verklaren
- Ontwerpen
- praktijk probleem kan aan de hand van verschillende functies onderzocht worden, dit leid tot
verschillende uitkomsten
- Eerste 5 is kennisgericht onderzoek, ontwerp onderzoek wordt al een opzichzelfstaande
onderzoeksfunctie gezien
BG 1
fi
fi