Thematoets 10
Rekenen
Artikelen
Boonen, A. (2014). Begrijpen, verbeelden en berekenen. Volgens Bartjens 33 nr. 3 blz. 25-27
- Visuele representaties ondersteunen rekenopgaven
- Ceciel Borghouts laat zien hoe belangrijk het is dat kinderen zelf betekenis kunnen verlenen aan
kale sommen —> vertaalcirkel helpt daarbij
- In huidige rekenonderwijs is het talig rekenonderwijs
- Kinderen gaan aan de slag met getallen, zonder aandacht te besteden aan betekenis
- visuele representatie is het maken van beelden/tekeningen —> moet oplossingsproces
vermakelijke, aantal voorwaarden:
- Relaties tussen elementen bevatten van de tekst die belangrijk zijn
- Relaties juist weergegeven en correct interpreteren
- Instructie bestaat uit 5 stappen
- Doorlezen van tekst
- Begrijpen van tekst
- Visualiseren van probleemsituatie
- Uitrekenen rekenopgave
- Controleren antwoord
Boswinkel, N. (2012). Durf te kiezen in doelen voor zwakke rekenaars. Den Haag SLO
- groep leerlingen die rekendoelen niet halen is divers en ook de reden kan sterk variëren
- Waar kunnen leerlingen moeite mee hebben:
- Het tempo ligt te hoog
- Verbanden leggen tussen materialen en niveaus
- Maken van verhaalsslag van context naar bewerking (drieslag model)
- Re ecteren op het antwoord
- wat kunnen we doen om leerling te helpen:
- Goed kijken naar leerlingen, wat is het probleem?
- Geef de leerlingen extra tijd en instructie
- Formuleer duidelijke doelen
- Zet indien nodig hulpmiddelen un
- Wees selectief met het inzetten van hulpmiddelen of materiaal
- Koppel hulpmiddel aan het na te streven doel
- Kies zo nodig voor een ander hulpmiddel of materiaal
- Laat leerling notities maken en zijn denkweg toelichten
- Maak bepaalde keuzes in onderwijsaanbod (dispenseren)
- In meer tijd minder doelen nastreven
- Laat zwakke leerlingen ook kennismaken met breuken, procenten en kommagetallen
- Creëer ruimte in de middenbouw, maak keuzes al in groep 5
- Maak keuzes op basis van leerlijnen, doelenlijsten en overzichten van leerroutes
- Wees selectief in aantallen strategieën
- Eis niet dat leerling alles volledig automatiseert
Cijvat ,I., Hamstra, D. (2010). Effectief omgaan met goede rekenaars. Utrecht PO Raad
- groepsinstructie is voor ALLE leerlingen belangrijk, bij goede rekenaars maak je weloverwogen
keuze wanneer ze participeren en niet meedoen aan groepsinstructie
- Goede rekenaars hebben regelmatig tijd en aandacht van de leerkracht nodig
- Bepaal ook het aanbod van compacten en bereiken
- Help leerling verkorten en memoriseren: bepaal hoe kind sommen uitrekent
- Creëer een veilige leeromgeving waar ze fouten mogen maken
- Laat bij afsluiting leerlingen ook verwoorden hoe het ging
- Laat goede rekenaars afwisselend met zwakke rekenaars werken
BG 1
fl
, BG
Thematoets 10
- Zorg dat voor klas duidelijk is dat aan ander werk voor goede rekenaars ook eisen worden
gesteld
- Zorg voor schoolbrede afspraken
- Evalueer regelmatig of leerlingen voldoende leren en uitdaging hebben
- Plan tijd voor goede rekenaars in weekrooster voor ondersteuning en feedback
De Pater-Sneep, M. (2013). De leerlijnen de baas. Volgens Bartjens jaargang 33 nr. 1 blz. 8-12
- leerlijn is samenvoeging van
- Leersto ijn: geeft aan welke leerstof wordt behandeld en beheerst moet worden per
jaargoed
- Onderwijslijn: geeft manier aan hoe leerstof wordt geleerd (didactische aanwijzingen als
materialen en modellen)
- Hoofdfasen binnen leerlijn:
- Begripsvorming
- Ontwikkelen. Procedures
- Vlot leren rekenen
- Flexibel toepassen
- fase van niveauverhoging zijn zichtbaar
gemaakt in zogenoemde handelingsmodel
- Kennis leerlijnen geen doel opzicht, maar
middel om passend onderwijs te kunnen
realiseren
- Een leerlijn bevat
- Modellen: hiermee kan kloof tussen concrete context en abstract som worden overbrugt
- Strategie: manier waarop je som uitrekent
- Cruciale leermomenten: stapjes of bouwstenen die noodzakelijk zijn om de volgende stap
te kunnen maken
Huitema, S. (2006). Verder kijken dan de einddoelen van groep 6. Volgens Bartjens jaargang
25 nr 1 blz. 32-34
- zwakke rekenaars raken meestal maar tot groep 5, doorgaan heeft geen zin. Dit artikel pleit voor
alternatief: maak verstandige keuze uit bovenbouw stof —> enige manier om doorstroming naar
vervolgonderwijs mogelijk te maken
- Afstand tussen zwakke en sterke rekenaars wordt groter
- Bij zwakke rekenaars verdwijnt plezier en zelfvertrouwen
- Door gerichte keuze te maken uit rekenaanbod van groep 6 tot 8 kinderen minder goede
rekenaars weer plezier krijgen in rekenen en sluiten instructies en zelfstandig werken weer aan
bij mogelijkheden kind
- Leeropbrengst is meer, kind heeft niet aan alle onderdelen even geroken, maar heeft zich in
paar onderdelen kunnen verdiepen
- Conclusie: zwakke rekenaars moeten kunnen werken aan selectief en doordacht programma,
dat rekening houdt met mogelijkheden kind
Logtenberg, H. (2011). Het reken(werk)gesprek. CNV Zorg Primair jaargang 2011 nr. 7-13
- rekengesprek is een praktisch rekengespreksinstrument dat bestaat uit een achttal kaarten,
waarmee leraren het dagelijks rekenwerk van leerlingen kunnen analyseren
- Doel: op betere afstemming komen op de onderwijsbehoefte van leerlingen en daardoor
leeropbrengsten verhogen
- Gesprek kan op individueel niveau, als in sub-groep niveau
- Rekengesprek bestaat uit (delfos) kop, romp en staart
- 8 kaarten (1-2 algemene informatie, 3-7 aanwijzingen voor 5 gesprekskaarten, 8
kindkenmerken)
- Cirkelkaart: 2 cirkels om rekendomein te kiezen en onderdeel cyclisch proces
- Werkkaart: drieslagmodel
- Ijsbergkaart: gaat over 4 handelingsniveau
BG 2
fl