Kennisdoelen
De student:
1. Kan in eigen woorden uitleggen wat motiverende gespreksvoering is
Motiverende gespreksvoering is een op samenwerking gerichte gespreksstijl,
die iemand eigen motivatie en bereidheid tot verandering versterkt.
Motiverende gespreksvoering is het inzetten van bepaalde gesprekstechnieken
tijdens een gesprek, waardoor de ander beseft dat hij wil veranderen.
2. Kan de basisprincipes (‘spirit’) van motiverende gespreksvoering benoemen
en in eigen woorden uitleggen
Basishouding: Spirit
Samenwerken = Partnerschap
- Vermijden autoritaire en competitieve houding
- Gaat meer om zelfonderzoek dan aansporing en
- Gaat meer om ondersteuning dan overtuiging
Ontlokken
- Het gaat niet om wijsheid, onze inzichten,
- maar juist om ontlokken (van de deskundigheid van de ander)
Acceptatie/autonomie
- Verantwoordelijkheid ligt bij de cliënt
- Cliënt is vrij om hulp te vragen, maar ook om het niet te doen
Bovenstaande onderdelen moet je toepassen bij motiverende gespreksvoering.
3. Kan de vier processen in motiverende gespreksvoering benoemen
MVG: Het proces
Engageren: Met ORBS een goede werkrelatie aangaan met je cliënt. 1e indruk is
sterk bepalend. Focussen: Doel vaststellen: De stip op de horizon. Ontlokken:
Cliënt verwoordt zelf de argumenten voor verandering. Plannen: Besluit tot
verandering is genomen.
, Inzichtniveau
De student:
1. Kan de methodiek van de beslissingsbalans beschrijven en met een voorbeeld
illustreren
Beslissingsbalans
Kiezen voor gedragsverandering wordt altijd voorafgegaan door afwegen kosten en baten.
Status Quo
● Voordelen huidige situatie zien
● Nadelen toekomst zien
Verandering
● Voordelen toekomst zien
● Nadelen huidige situatie zien
Beslissingsbalans
Huidig gedrag Huidig gedrag Gewenste Gewenste
verandering... verandering...
Voordelen Nadelen Nadelen Voordelen
Wat levert dit gedrag Welke prijs betaal je Stel dat je besluit te Stel dat het je lukt
je op korte termijn op termijn als je dit veranderen, waar wat levert het je op
op? blijft doen? zie je dan tegenop? de lange termijn op?
Korte termijn Lange termijn Korte termijn? Lange termijn
Voorbeeld:
Een persoon wil stoppen met roken, maar dit is nog niet gelukt. Als je in gesprek gaat met
deze persoon kan je naar de voordelen en nadelen van het roken vragen. Het is belangrijk
om de nadruk op de nadelen van het roken te leggen. Ga hier verder op door. Reflecteer
bijvoorbeeld op de nadelen of vat de nadelen samen. Zorg dat je ze vergroot, maar niet
door de persoon te gaan overtuigen van dat hij moet stoppen. De persoon zal mogelijk
inzien dat er veel meer nadelen aan het roken verboden zitten, dat het vooral op de
korte termijn plezier geeft en dat hij dus beter kan stoppen.
2. Kan het verband aangeven tussen eigen referentiekader en eigen handelen
Je referentiekader is een combinatie van persoonlijke waarden, standpunten, normen
en ervaringen die bepalen hoe je iets waarneemt en beoordeelt, die richting geeft in
het verwerken van informatie en handelen. Een mens is zich maar deels bewust van
dit referentiekader. Je referentiekader is dus van invloed op je eigen handelen.
3. Kan de ambivalentie bij een cliënt herkennen in het gesprek
Ambivalent betekent ook wel dubbelwaardig. Als iemand ambivalent is, dan weet
deze persoon vaak niet tussen welke twee waarden er moet worden gekozen. Er
spelen dan tegenstrijdige gevoelens.
De student:
1. Kan in eigen woorden uitleggen wat motiverende gespreksvoering is
Motiverende gespreksvoering is een op samenwerking gerichte gespreksstijl,
die iemand eigen motivatie en bereidheid tot verandering versterkt.
Motiverende gespreksvoering is het inzetten van bepaalde gesprekstechnieken
tijdens een gesprek, waardoor de ander beseft dat hij wil veranderen.
2. Kan de basisprincipes (‘spirit’) van motiverende gespreksvoering benoemen
en in eigen woorden uitleggen
Basishouding: Spirit
Samenwerken = Partnerschap
- Vermijden autoritaire en competitieve houding
- Gaat meer om zelfonderzoek dan aansporing en
- Gaat meer om ondersteuning dan overtuiging
Ontlokken
- Het gaat niet om wijsheid, onze inzichten,
- maar juist om ontlokken (van de deskundigheid van de ander)
Acceptatie/autonomie
- Verantwoordelijkheid ligt bij de cliënt
- Cliënt is vrij om hulp te vragen, maar ook om het niet te doen
Bovenstaande onderdelen moet je toepassen bij motiverende gespreksvoering.
3. Kan de vier processen in motiverende gespreksvoering benoemen
MVG: Het proces
Engageren: Met ORBS een goede werkrelatie aangaan met je cliënt. 1e indruk is
sterk bepalend. Focussen: Doel vaststellen: De stip op de horizon. Ontlokken:
Cliënt verwoordt zelf de argumenten voor verandering. Plannen: Besluit tot
verandering is genomen.
, Inzichtniveau
De student:
1. Kan de methodiek van de beslissingsbalans beschrijven en met een voorbeeld
illustreren
Beslissingsbalans
Kiezen voor gedragsverandering wordt altijd voorafgegaan door afwegen kosten en baten.
Status Quo
● Voordelen huidige situatie zien
● Nadelen toekomst zien
Verandering
● Voordelen toekomst zien
● Nadelen huidige situatie zien
Beslissingsbalans
Huidig gedrag Huidig gedrag Gewenste Gewenste
verandering... verandering...
Voordelen Nadelen Nadelen Voordelen
Wat levert dit gedrag Welke prijs betaal je Stel dat je besluit te Stel dat het je lukt
je op korte termijn op termijn als je dit veranderen, waar wat levert het je op
op? blijft doen? zie je dan tegenop? de lange termijn op?
Korte termijn Lange termijn Korte termijn? Lange termijn
Voorbeeld:
Een persoon wil stoppen met roken, maar dit is nog niet gelukt. Als je in gesprek gaat met
deze persoon kan je naar de voordelen en nadelen van het roken vragen. Het is belangrijk
om de nadruk op de nadelen van het roken te leggen. Ga hier verder op door. Reflecteer
bijvoorbeeld op de nadelen of vat de nadelen samen. Zorg dat je ze vergroot, maar niet
door de persoon te gaan overtuigen van dat hij moet stoppen. De persoon zal mogelijk
inzien dat er veel meer nadelen aan het roken verboden zitten, dat het vooral op de
korte termijn plezier geeft en dat hij dus beter kan stoppen.
2. Kan het verband aangeven tussen eigen referentiekader en eigen handelen
Je referentiekader is een combinatie van persoonlijke waarden, standpunten, normen
en ervaringen die bepalen hoe je iets waarneemt en beoordeelt, die richting geeft in
het verwerken van informatie en handelen. Een mens is zich maar deels bewust van
dit referentiekader. Je referentiekader is dus van invloed op je eigen handelen.
3. Kan de ambivalentie bij een cliënt herkennen in het gesprek
Ambivalent betekent ook wel dubbelwaardig. Als iemand ambivalent is, dan weet
deze persoon vaak niet tussen welke twee waarden er moet worden gekozen. Er
spelen dan tegenstrijdige gevoelens.