Samenvatting taak 4
Leerproblemen;
Leesstoornis, dyslexie
o Stoornis in het lezen op woordniveau en het spellen. Waarbij sprake is van een
achterstand van 2 jaar (in de DSM geen duidelijke grenzen).
o Man 3:1 vrouw, in veel studies andere waardes gevonden.
o Dyslexie is familiair, ongeveer 30-50% waarbij de ouders t hebben heeft een hoger
risico om het te ontwikkelen.
o Comorbiditeit; spraak/taalstoornissen en ADHD. Ook vaker met rekenstoornissen,
gedragsstoornissen en motorische stoornissen.
o Specific reading retardation; normaal IQ met retardatie van lezen.
o General reading backwardness; laag IQ met retardatie van lezen.
Vloeiend gedrukte woordherkenning is een voorspeller. Kan worden opgedeeld in twee
categorieën: fonologische codering en de orthografische codering.
Er zijn geen subtypen maar verklarende hypotheses waarin de moeilijkheden worden besproken.
Je hebt pas een subtype als iets AL het gedrag kan verklaren.
Niet valide als je andere gedragingen hebt maar wel dezelfde verklaring hiervoor!
Ontwikkeling leesvaardigheden:
Phonic theory; eerst koppelen kinderen klanken aan letters en daarna zetten ze dit in om
woorden te lezen en te spellen.
Whole-language theory; kinderen leren woorden herkenning i.p.v. het combineren van
klanken. Ze gissen naar de betekenis door de context.
Ontwikkelingsmodel:
Etiologie Hersenontwikkeling Neuropsychologie Gedrag
Gen/omgeving neurotransmittersysteem/verbindingen symptomen
Interventie:
Leerproblemen;
Leesstoornis, dyslexie
o Stoornis in het lezen op woordniveau en het spellen. Waarbij sprake is van een
achterstand van 2 jaar (in de DSM geen duidelijke grenzen).
o Man 3:1 vrouw, in veel studies andere waardes gevonden.
o Dyslexie is familiair, ongeveer 30-50% waarbij de ouders t hebben heeft een hoger
risico om het te ontwikkelen.
o Comorbiditeit; spraak/taalstoornissen en ADHD. Ook vaker met rekenstoornissen,
gedragsstoornissen en motorische stoornissen.
o Specific reading retardation; normaal IQ met retardatie van lezen.
o General reading backwardness; laag IQ met retardatie van lezen.
Vloeiend gedrukte woordherkenning is een voorspeller. Kan worden opgedeeld in twee
categorieën: fonologische codering en de orthografische codering.
Er zijn geen subtypen maar verklarende hypotheses waarin de moeilijkheden worden besproken.
Je hebt pas een subtype als iets AL het gedrag kan verklaren.
Niet valide als je andere gedragingen hebt maar wel dezelfde verklaring hiervoor!
Ontwikkeling leesvaardigheden:
Phonic theory; eerst koppelen kinderen klanken aan letters en daarna zetten ze dit in om
woorden te lezen en te spellen.
Whole-language theory; kinderen leren woorden herkenning i.p.v. het combineren van
klanken. Ze gissen naar de betekenis door de context.
Ontwikkelingsmodel:
Etiologie Hersenontwikkeling Neuropsychologie Gedrag
Gen/omgeving neurotransmittersysteem/verbindingen symptomen
Interventie: