Bedrijfseconomie hf 32 t/m 35 samenvatting
Hoofdstuk 32
Voorcalculatie: er wordt een schatting gemaakt van de verwachte of begrote kosten.
Nacalculatie: de werkelijke kosten worden berekend.
(Standaard)kostprijs: som van de toegestane of standaardkosten per product.
Kostprijs= totale constante standaardkosten/ normale productie + totale variabele
standaardkosten/ begrote productie = c/n + v/b
Het efficiencyresultaat: van een productiemiddel is verbruikt dan toegestaan.
Het prijsresultaat: voor een productiemiddel is betaal dan toegestaan.
Efficiencyresultaat: (sh-wh) x sp of sh x sp – wh x sp
Prijsresultaat: (sp-wp) x wh of sp x wh – wp x wh
Prijsresultaat kan ook het budgetresultaat genoemd worden. Budget is het aantal
toegestane kosten.
Het budgetresultaat: verschil tussen de toegestane en werkelijke kosten.
Het bezettingsresultaat: geeft aan in welke mate de constante kosten worden gedekt
(terugverdiend).
Verwacht bezettingsresultaat: (B-N) x C/N
B = begrote en N = Normale.
Hoofdstuk 33
Absorption costing: er wordt zowel de constante als variabele kosten in de kostprijs
verwerkt.
Verkoopprijs: kostprijs + gewenste verkoopswinst. Dit is exclusief omzetbelasting.
Voor calculatorisch bedrijfsresultaat: een onderneming maakt voordat een bepaalde periode
begint een schatting van de verwachte of begrote winst.
Berekenen voor calculatorisch bedrijfsresultaat: begrote verkoopresultaat – of +
verwachte budgetresultaat/bezettingsresultaat.
Verwacht verkoopresultaat = verwachte afzet x (verkoopprijs excl. Omzetbelasting –
kostprijs).
Verwachte verkoopresultaat + verwachte budgetresultaat = voor calculatorisch
bedrijfsresultaat.
Gerealiseerde verkoopresultaat: werkelijke afzet x verkoopprijs – werkelijke afzet x
kostprijs. Of werkelijke afzet x (kostprijs – werkelijke kosten van de afzet).
Gerealiseerde budgetresultaat: werkelijke afzet x de kostprijs – (werkelijke kosten van de
afzet).
Dit bij elkaar optellen maakt het na calculatorisch bedrijfsresultaat.
Verschillenanalyse: het budgetresultaat wordt in zoveel mogelijk verschillende
deelresultaten gedeeld.
Na calculatorisch bedrijfsresultaat: gerealiseerde verkoopresultaat – of + gerealiseerde
budgetresultaat. Of gerealiseerde omzet – werkelijke directe en indirecte kosten.
Hoofdstuk 34
Variabele kostencalculatie = direct kosting. De constante kosten worden niet aan producten
toegerekend.
Hoofdstuk 32
Voorcalculatie: er wordt een schatting gemaakt van de verwachte of begrote kosten.
Nacalculatie: de werkelijke kosten worden berekend.
(Standaard)kostprijs: som van de toegestane of standaardkosten per product.
Kostprijs= totale constante standaardkosten/ normale productie + totale variabele
standaardkosten/ begrote productie = c/n + v/b
Het efficiencyresultaat: van een productiemiddel is verbruikt dan toegestaan.
Het prijsresultaat: voor een productiemiddel is betaal dan toegestaan.
Efficiencyresultaat: (sh-wh) x sp of sh x sp – wh x sp
Prijsresultaat: (sp-wp) x wh of sp x wh – wp x wh
Prijsresultaat kan ook het budgetresultaat genoemd worden. Budget is het aantal
toegestane kosten.
Het budgetresultaat: verschil tussen de toegestane en werkelijke kosten.
Het bezettingsresultaat: geeft aan in welke mate de constante kosten worden gedekt
(terugverdiend).
Verwacht bezettingsresultaat: (B-N) x C/N
B = begrote en N = Normale.
Hoofdstuk 33
Absorption costing: er wordt zowel de constante als variabele kosten in de kostprijs
verwerkt.
Verkoopprijs: kostprijs + gewenste verkoopswinst. Dit is exclusief omzetbelasting.
Voor calculatorisch bedrijfsresultaat: een onderneming maakt voordat een bepaalde periode
begint een schatting van de verwachte of begrote winst.
Berekenen voor calculatorisch bedrijfsresultaat: begrote verkoopresultaat – of +
verwachte budgetresultaat/bezettingsresultaat.
Verwacht verkoopresultaat = verwachte afzet x (verkoopprijs excl. Omzetbelasting –
kostprijs).
Verwachte verkoopresultaat + verwachte budgetresultaat = voor calculatorisch
bedrijfsresultaat.
Gerealiseerde verkoopresultaat: werkelijke afzet x verkoopprijs – werkelijke afzet x
kostprijs. Of werkelijke afzet x (kostprijs – werkelijke kosten van de afzet).
Gerealiseerde budgetresultaat: werkelijke afzet x de kostprijs – (werkelijke kosten van de
afzet).
Dit bij elkaar optellen maakt het na calculatorisch bedrijfsresultaat.
Verschillenanalyse: het budgetresultaat wordt in zoveel mogelijk verschillende
deelresultaten gedeeld.
Na calculatorisch bedrijfsresultaat: gerealiseerde verkoopresultaat – of + gerealiseerde
budgetresultaat. Of gerealiseerde omzet – werkelijke directe en indirecte kosten.
Hoofdstuk 34
Variabele kostencalculatie = direct kosting. De constante kosten worden niet aan producten
toegerekend.