Financieel Management
FINANCIEEL MANAGEMENT .......................................................................................................... 1
1) FINANCIËLE VERSLAGGEVING VAN EEN KMO .......................................................................................2
2) ENKELE BOUWSTENEN VAN BE-GAAP ...............................................................................................4
3) DE INHOUD VAN DE JAARREKENING (MIC/VKT) ....................................................................................6
4) FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING ...................................................................................... 12
1. Liquiditeit ........................................................................................................................... 12
2. Solvabiliteit ........................................................................................................................ 14
3. Rentabiliteit ........................................................................................................................ 16
4. Toegevoegde waarde .......................................................................................................... 17
5) BOUWSTENEN VAN EEN FINANCIEEL BELEID ....................................................................................... 18
1. Het werkkapitaal optimaliseren ........................................................................................... 18
2. Financiële instrumenten & de zoektocht naar financiering ..................................................... 19
3. De kapitaalstructuur met eigen middelen verstevigen ........................................................... 20
4. Het extern financieringslandschap ....................................................................................... 20
1. 6 aandachtspunten ............................................................................................................................21
2. Friends, family & (other) fools .............................................................................................................21
3. Crowdfunding ....................................................................................................................................22
4. Overheidssteun .................................................................................................................................22
5. Risicokapitaal (durfkapitaal, business angels, venture capitalists…) ...................................................23
6. Banken ..............................................................................................................................................23
5. Bankkredieten aan ondernemingen ..................................................................................... 24
1. Investeringskrediet ............................................................................................................................24
2. Leasing ..............................................................................................................................................25
3. Business lening of lening op afbetaling. ..............................................................................................25
4. Terugbetalingscapaciteit ....................................................................................................................25
5. De waarborgen ..................................................................................................................................26
De waarborgen: indeling naar categorie ..................................................................................................26
De belangrijkste zakelijke waarborgen ....................................................................................................27
6) DE BELASTINGEN ........................................................................................................................ 29
1. Federale overheidsdienst financiën ..................................................................................... 30
2. De belasting over de toegevoegde waarde (BTW) .................................................................. 31
1
, 1) Financiële verslaggeving van
een KMO
Verschil BTW-nummer & ondernemingsnummer:
• Ondernemingsnummer
o Bij federale kruispuntbank voor ondernemingen
o Uniek
o Identificatie bij overheidsinstanties & administraties
• Ondernemingsnummer wordt pas een btw nummer indien de onderneming btw-plichtig
is
o Nummer wordt door de BTW administratie geactiveerd
De grootte van de onderneming:
• Bepaald de hoeveelheid gegevens die de onderneming moet publiceren
• Criteria:
o Jaargemiddelde personeelsbestand in FTE
o Jaaromzet (excl. BTW)
o Balanstotaal
• KMO (kleine- of middelgrootte onderneming)
o Onderneming die op balansdatum niet meer dan 1 van deze criteria overschrijdt
▪ 50 FTE
▪ Jaaromzet (excl. BTW): 11.250.000€
▪ Balanstotaal: 6.000.000€
Aan de hand van de financiële verslaggeving kan onder meer de exploitatiecyclus worden
samengesteld.
2
,Exploitatiecyclus:
• Cyclus die een onderneming aflegt
o Periode waarin men geld investeert in de productie van goederen/diensten&
het moment dat deze goederen/diensten worden betaald
o Kringloop die continu plaatsvind & zo efficiënt mogelijk moet verlopen, in zo kort
mogelijke periode met een zo hoog mogelijk rendement & zo laag mogelijk
risico
• Belangrijk om de cyclus goed te kennen & te beheersen om zicht te krijgen waar de
risico’s zich bevinden & waar er geld wordt verdiend & verloren
• Vertrekt vanuit een # grondslagen
o De grenzen van de onderneming/entiteit
▪ Als een onderneming rechtspersoonlijkheid heeft, betekent dit dat ze los
staat van de financiële toestand van de eigenaars
▪ Ook voor een éénmanszaak is de scheiding tussen privé- &
ondernemingsactiviteiten vereist
• De grens is echter veel minder duidelijk
o Activiteiten slechts opgenomen in boekhouding voor zover ze in geld
uitdrukbaar zijn
▪ Aan welke waarde dit moet gebeuren, is vastgelegd in regels
o Principe van de voorzichtigheid
▪ De waardering moet overeenkomen met de meest waarschijnlijke
uitkomst van een transactie
o Verifieerbaar zijn
▪ Bv: een opgestelde factuur is een objectief & observeerbaar document
o Getrouw beeld nastreven
▪ Externen moeten een goede evaluatie van onderneming kunnen maken
De jaarrekening:
• Het resultaat van de gevoerde boekhouding
• Vormt de kern van de financiële verslaggeving van een KMO
• Onderworpen aan verplichte kenmerken:
o Telkens refererend naar eenzelfde periode
▪ Meestal 1 jaar: boekjaar van 12 maanden
o Cijfers moeten vergelijkbaar zijn over de periodes heen
▪ Regels die een onderneming hanteert moeten dezelfde blijven (bv:
afschrijvingstermijnen)
o Consistentie in de voorstelling van de cijfers
▪ Effect van eventuele wijzigingen in de toegepaste regels of voorstelling
van jaarcijfers moet worden meegedeeld
• Zodat alles vergelijkbaar blijft
▪ In België verplichte lay-out
• Verschillende modellen volgens grootte & soort onderneming
• In deze syllabus: micro-model & verkort model
3
, Welk model jaarrekening voor welke Belgische onderneming:
• Grote vennootschap: volledig model (VOL)
o Indien zij ofwel 2 of 3 drempelwaarden overschrijdt, ofwel beursgenoteerd is
• Kleine vennootschap: verkort model (VKT)
o Een KMO volgens onze definitie
o Maximaal 1 drempelwaarde overschrijden
o Goedkoper dan het VOL & bevat minder informatie die wordt publiek gemaakt
• Microvennootschap: Micromodel (MIC)
o Subcategorie van de kleine vennootschappen & dus ook een KMO
o Kleine vennootschap die maximaal 1 drempelwaarde overschrijdt
o Goedkoper dan VKT, geeft klein beetje minder informatie, maar grotendeels
gelijk
2) Enkele bouwstenen van BE-
GAAP
BE-GAAP (Belgian generally accepted accounting principles)
• Regelgeving omtrent bv. rekeningnummers, afschrijvingsritmes, voorzieningen etc.
Stelsel van dubbel boekhouden
Kleine ondernemingen mogen een enkelvoudige boekhouding voeren:
• Natuurlijke personen
• Jaaromzet max. 500.000€
Het historisch kostprijsprincipe:
• Waarde bij aanschaf, vervaardiging, inbreng of ruil
• Kan zijn dat waarde gecorrigeerd dient te worden met afschrijvingen
• Waardevermindering
o Bv: voorraad in waarde gezakt door waterschade
o In tegenstelling tot afschrijvingen niet periodiek of volgens bepaald plan
• Herwaardering (>< waardevermindering)
o Slechts in uitzonderlijke gevallen
▪ Te wijten aan principe van voorzichtigheid
Schema (model) van de jaarrekening:
• Vormvoorschriften
• Bestaat uit:
o Balans
o Resultatenrekening
o Toelichting
Gepubliceerde jaarrekening omvat 2 periodes die “boekjaren” genoemd worden:
• “boekjaren” kunnen overeen komen met kalenderjaren, maar is geen noodzaak
• In normale “going concern”: 12 maanden
4
FINANCIEEL MANAGEMENT .......................................................................................................... 1
1) FINANCIËLE VERSLAGGEVING VAN EEN KMO .......................................................................................2
2) ENKELE BOUWSTENEN VAN BE-GAAP ...............................................................................................4
3) DE INHOUD VAN DE JAARREKENING (MIC/VKT) ....................................................................................6
4) FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING ...................................................................................... 12
1. Liquiditeit ........................................................................................................................... 12
2. Solvabiliteit ........................................................................................................................ 14
3. Rentabiliteit ........................................................................................................................ 16
4. Toegevoegde waarde .......................................................................................................... 17
5) BOUWSTENEN VAN EEN FINANCIEEL BELEID ....................................................................................... 18
1. Het werkkapitaal optimaliseren ........................................................................................... 18
2. Financiële instrumenten & de zoektocht naar financiering ..................................................... 19
3. De kapitaalstructuur met eigen middelen verstevigen ........................................................... 20
4. Het extern financieringslandschap ....................................................................................... 20
1. 6 aandachtspunten ............................................................................................................................21
2. Friends, family & (other) fools .............................................................................................................21
3. Crowdfunding ....................................................................................................................................22
4. Overheidssteun .................................................................................................................................22
5. Risicokapitaal (durfkapitaal, business angels, venture capitalists…) ...................................................23
6. Banken ..............................................................................................................................................23
5. Bankkredieten aan ondernemingen ..................................................................................... 24
1. Investeringskrediet ............................................................................................................................24
2. Leasing ..............................................................................................................................................25
3. Business lening of lening op afbetaling. ..............................................................................................25
4. Terugbetalingscapaciteit ....................................................................................................................25
5. De waarborgen ..................................................................................................................................26
De waarborgen: indeling naar categorie ..................................................................................................26
De belangrijkste zakelijke waarborgen ....................................................................................................27
6) DE BELASTINGEN ........................................................................................................................ 29
1. Federale overheidsdienst financiën ..................................................................................... 30
2. De belasting over de toegevoegde waarde (BTW) .................................................................. 31
1
, 1) Financiële verslaggeving van
een KMO
Verschil BTW-nummer & ondernemingsnummer:
• Ondernemingsnummer
o Bij federale kruispuntbank voor ondernemingen
o Uniek
o Identificatie bij overheidsinstanties & administraties
• Ondernemingsnummer wordt pas een btw nummer indien de onderneming btw-plichtig
is
o Nummer wordt door de BTW administratie geactiveerd
De grootte van de onderneming:
• Bepaald de hoeveelheid gegevens die de onderneming moet publiceren
• Criteria:
o Jaargemiddelde personeelsbestand in FTE
o Jaaromzet (excl. BTW)
o Balanstotaal
• KMO (kleine- of middelgrootte onderneming)
o Onderneming die op balansdatum niet meer dan 1 van deze criteria overschrijdt
▪ 50 FTE
▪ Jaaromzet (excl. BTW): 11.250.000€
▪ Balanstotaal: 6.000.000€
Aan de hand van de financiële verslaggeving kan onder meer de exploitatiecyclus worden
samengesteld.
2
,Exploitatiecyclus:
• Cyclus die een onderneming aflegt
o Periode waarin men geld investeert in de productie van goederen/diensten&
het moment dat deze goederen/diensten worden betaald
o Kringloop die continu plaatsvind & zo efficiënt mogelijk moet verlopen, in zo kort
mogelijke periode met een zo hoog mogelijk rendement & zo laag mogelijk
risico
• Belangrijk om de cyclus goed te kennen & te beheersen om zicht te krijgen waar de
risico’s zich bevinden & waar er geld wordt verdiend & verloren
• Vertrekt vanuit een # grondslagen
o De grenzen van de onderneming/entiteit
▪ Als een onderneming rechtspersoonlijkheid heeft, betekent dit dat ze los
staat van de financiële toestand van de eigenaars
▪ Ook voor een éénmanszaak is de scheiding tussen privé- &
ondernemingsactiviteiten vereist
• De grens is echter veel minder duidelijk
o Activiteiten slechts opgenomen in boekhouding voor zover ze in geld
uitdrukbaar zijn
▪ Aan welke waarde dit moet gebeuren, is vastgelegd in regels
o Principe van de voorzichtigheid
▪ De waardering moet overeenkomen met de meest waarschijnlijke
uitkomst van een transactie
o Verifieerbaar zijn
▪ Bv: een opgestelde factuur is een objectief & observeerbaar document
o Getrouw beeld nastreven
▪ Externen moeten een goede evaluatie van onderneming kunnen maken
De jaarrekening:
• Het resultaat van de gevoerde boekhouding
• Vormt de kern van de financiële verslaggeving van een KMO
• Onderworpen aan verplichte kenmerken:
o Telkens refererend naar eenzelfde periode
▪ Meestal 1 jaar: boekjaar van 12 maanden
o Cijfers moeten vergelijkbaar zijn over de periodes heen
▪ Regels die een onderneming hanteert moeten dezelfde blijven (bv:
afschrijvingstermijnen)
o Consistentie in de voorstelling van de cijfers
▪ Effect van eventuele wijzigingen in de toegepaste regels of voorstelling
van jaarcijfers moet worden meegedeeld
• Zodat alles vergelijkbaar blijft
▪ In België verplichte lay-out
• Verschillende modellen volgens grootte & soort onderneming
• In deze syllabus: micro-model & verkort model
3
, Welk model jaarrekening voor welke Belgische onderneming:
• Grote vennootschap: volledig model (VOL)
o Indien zij ofwel 2 of 3 drempelwaarden overschrijdt, ofwel beursgenoteerd is
• Kleine vennootschap: verkort model (VKT)
o Een KMO volgens onze definitie
o Maximaal 1 drempelwaarde overschrijden
o Goedkoper dan het VOL & bevat minder informatie die wordt publiek gemaakt
• Microvennootschap: Micromodel (MIC)
o Subcategorie van de kleine vennootschappen & dus ook een KMO
o Kleine vennootschap die maximaal 1 drempelwaarde overschrijdt
o Goedkoper dan VKT, geeft klein beetje minder informatie, maar grotendeels
gelijk
2) Enkele bouwstenen van BE-
GAAP
BE-GAAP (Belgian generally accepted accounting principles)
• Regelgeving omtrent bv. rekeningnummers, afschrijvingsritmes, voorzieningen etc.
Stelsel van dubbel boekhouden
Kleine ondernemingen mogen een enkelvoudige boekhouding voeren:
• Natuurlijke personen
• Jaaromzet max. 500.000€
Het historisch kostprijsprincipe:
• Waarde bij aanschaf, vervaardiging, inbreng of ruil
• Kan zijn dat waarde gecorrigeerd dient te worden met afschrijvingen
• Waardevermindering
o Bv: voorraad in waarde gezakt door waterschade
o In tegenstelling tot afschrijvingen niet periodiek of volgens bepaald plan
• Herwaardering (>< waardevermindering)
o Slechts in uitzonderlijke gevallen
▪ Te wijten aan principe van voorzichtigheid
Schema (model) van de jaarrekening:
• Vormvoorschriften
• Bestaat uit:
o Balans
o Resultatenrekening
o Toelichting
Gepubliceerde jaarrekening omvat 2 periodes die “boekjaren” genoemd worden:
• “boekjaren” kunnen overeen komen met kalenderjaren, maar is geen noodzaak
• In normale “going concern”: 12 maanden
4