JEUGDBESCHERMINGSRECHT
INHOUDSTAFEL
INLEIDING ........................................................................................................................ 1
WAAROM & HOE ................................................................................................................. 1
JEUGDBESCHERMINGSRECHT .......................................................................................... 1
BEGRIP............................................................................................................................. 1
BEGINSELEN ...................................................................................................................... 3
HISTORIEK ......................................................................................................................... 5
BEVOEGDHEIDSVERDELING................................................................................................... 8
JEUGDBESCHERMINGSRECHT INTERNATIONAAL KADER ................................................................ 12
JEUGDHULPRECHT ......................................................................................................... 16
ONTSTAANSGESCHIEDENIS ‘INTEGRALE JEUGDHULP’.................................................................. 16
TOEPASSINGSGEBIED ......................................................................................................... 20
VRIJWILLIGE JEUGDHULP (INCL. CRISISJEUGDHULP) ................................................................... 22
GEMANDATEERDE JEUGDHULP ............................................................................................. 30
GERECHTELIJKE JEUGDHULP ................................................................................................ 34
JEUGDDELINQUENTIERECHT .......................................................................................... 43
INTERVENTIEGRONDEN ....................................................................................................... 48
PRINCIPES ...................................................................................................................... 52
BASISPROCEDURE ............................................................................................................ 55
DETECTIE & FEITENONDERZOEK ............................................................................................ 57
AFHANDELING OPENBAAR MINISTERIE .................................................................................... 60
GERECHTELIJKE AFHANDELING ............................................................................................. 67
VOORBEREIDENDE RECHTSPLEGING ...................................................................................... 72
BERECHTING TEN GRONDE .................................................................................................. 87
GEMEENSCHAPSINSTELLINGEN ............................................................................................ 98
UITHANDENGEVING ......................................................................................................... 102
VEILIG VERBLIJF IN VLAANDEREN .................................................................................. 106
AFKORTINGEN .............................................................................................................. 116
,INLEIDING
WAAROM & HOE
= “strafrecht voor minderjarigen” +
= specifiek systeem voor bescherming van kinderen en jongeren, inclusief mogelijkheid om dwangmatig
op te treden
Doelstelling:
- Inzicht in beginselen, begrippen, achterliggende keuzes en technieken
- Inzicht in organisatie en werking van de vrijwillige en gerechtelijke jeugdhulp en van het
jeugddelinquentierecht
- Constructief-kritisch actuele fenomenen inzake jeugddelinquentie en probleemsituaties
herkennen, analyseren en becommentariëren
JEUGDBESCHERMINGSRECHT
BEGRIP
BEGRIPSOMSCHRIJVING
Jeugdbeschermingsrecht sensu lato:
- Geheel van juridische regels die het welzijn en de ontplooiing van jongeren beogen te bevorderen
en te waarborgen
o Burgerrechtelijk statuut
o Welzijnsrecht
o Sociaal recht
o Onderwijs
o Strafrechtelijke bescherming
o …
Jeugdbeschermingsrecht sensu stricto:
- « Het geheel van juridische regels betreffende de overheidsinterventie, d.m.v. specifieke
instellingen of voorzieningen, met het oog op bijstand aan jongeren wier welzijn of ontplooiing
onvoldoende wordt gewaarborgd door het gezinsmilieu en de algemeen-maatschappelijke
voorzieningen. »
- Definitie was accuraat in jaren ’90, nu niet meer
Twee soorten hulpverlening
- Buitengerechtelijke/sociale/vrijwillige
- Gerechtelijke/gedwongen
1
,Twee (drie) doelgroepen
- VOS’sen
o = verontrustende situatie
▪ NIET verontrustende opvoedingssituatie
- MOF’ers / jeugddelinquenten
o = als misdrijf omschreven feit
- (Geesteszieken)
Twee bevoegdheidsniveaus
- Federaal
- Gemeenschappen
2
,BEGINSELEN
RECHT SUI GENERIS
Geen aparte rechtstak
Onderdeel publiekrecht
Band met andere rechtstakken
- Strafrecht
- Sociaal recht/welzijnsrecht
- Verder: burgerlijk recht, procesrecht, mensenrechten …
Functioneel rechtsgebied
Gevolgen en beperkingen ‘sui generis’-karakter
- Zie ook GwH 11 februari 2021, nr. 22/2021
« Wegens de specifieke aard van de kwesties die in het kader van de rechtsbedeling ten
aanzien van minderjarigen moeten worden behandeld, moet die rechtsbedeling zich
noodzakelijkerwijs onderscheiden van het systeem van strafrechtspleging dat van toepassing
is op volwassenen. [Dat] mag evenwel niet ertoe leiden dat aan (minderjarigen), enkel op
grond van het leeftijdscriterium, fundamentele waarborgen worden ontnomen die door de
Grondwet en door de internationale verdragen die België binden worden toegekend bij een
aantasting van de individuele vrijheid. »
3 links tussen strafrecht en jeugdbeschermingsrecht
- Art 62 Jeugdbeschermingsrecht
o Procedure strafrecht ook van toepassing in jeugdbeschermingsrecht over gerechtelijke
zaken
- MOF
o Jeugddelinquentiesysteem is van toepassing wanneer jongeren feiten plegen die voor
volwassenen strafbaar zijn
- Fundamentele waarborgen
o Verschil tussen beginselen Belgisch strafrecht en algemene basisprincipes
▪ Aantal basis strafrechtprincipes werken door naar het jeugdbeschermingsrecht
(, maar moet niet volledig dezelfde invulling krijgen)
3
,RESPECT VOOR DE RECHTEN VAN HET KIND
Art. 22bis Gw., Art. 3, 6, 9, 12, 18, 19 en 20 Kinderrechtenverdrag
Van rechtsobject naar rechtssubject
- Voorbeeld: van absolute vaderlijke macht naar doelgebonden ouderlijk gezag
o (Vader kon vroeger kind zelf naar de gevangenis sturen bij vertoon van stout gedrag)
Belang van de minderjarige = eerste overweging (art. 3 Kinderrechtenverdrag)
- Behoud van band met ouders én gezonde ontwikkeling in een veilige omgeving (EHRM, 6 juli
2010)
- Vaag, evolutief en waardegebonden
- ‘Machtsgevoelig’ – wie beslist?
- Concrete gegevens
- Veronderstelt participatie en behoorlijke rechtswaarborgen
GEZINSGERICHTHEID
Art. 23, lid 1 BUPO-Verdrag, Art. 10, lid 1 IVESCR, Art. 5, 18, lid 1 en 27, lid 1 Kinderrechtenverdrag
Gezin = « natuurlijke en fundamentele kern van de maatschappij »
- Wordt zo omschreven in internationale verdragen
Gezin = « eerste verantwoordelijke voor opvoeding, ontwikkeling en welzijn van het kind »
- Wordt zo omschreven in het kinderrechtenverdrag
Hulpverlening: gericht op gezinsmilieu
- Voorkeur voor minst ingrijpende maatregelen
- Gericht op behoud in/terugkeer naar het gezin
- Niet te allen prijze
Betrekken ouders bij reactie op jeugddelinquentie
SUBSIDIARITEIT
Art. 5, 25, 37, b en 40, lid 3, b Kinderrechtenverdrag, Art. 3, §3 en §5, 20, §2 en 29, §2
Jeugddelinquentiedecreet
Opvoedingsverantwoordelijkheid
- 1° ouders (& gewone leefomgeving: vrienden, buurt, familie …)
- 2° algemeen-maatschappelijke voorzieningen (onderwijs …)
- 3° specifieke jeugdhulp
Vrijwillige (aanvaarde) > gerechtelijke hulpverlening
4
,M.b.t. jeugddelinquentie
- 1° buitengerechtelijke afhandeling
- 2° minst ingrijpende maatregelen voor kortst mogelijke duur
- 3° vrijheidsberoving = ultimum remedium
DIFFERENTIATIE VAN DE INTERVENTIES
Art. 48, §1 Decreet Integrale Jeugdhulp
Differentiatie hulpverleningsaanbod
‘Multifunctionele’ organisaties
‘Open’ categorieën in hulpverleningsvormen/reacties
Belang ‘individualisering’ en afstemming op hulpnood
Problemen:
- Beheersing aanbod
- Kenbaarheid aanbod
- Plaatstekort en wachtlijsten
ESSENTIEEL HULPVERLENEND KARAKTER
België internationaal bekend voor ‘beschermingsmodel’
Evoluties
- Jeugdhulp: meer nadruk op eigen kracht, vermaatschappelijking en participatie
- Jeugddelinquentie: meer nadruk op rechtswaarborgen, op positie slachtoffers en op
verantwoordelijkheid
Criterium bevoegdheidsafbakening
HISTORIEK
5
, - Toenmalige artikelen 375 en 381 oud BW, Oud artikel 36, 1° Jeugdbeschermingswet
- Strafrecht toepasselijk maar als het niet toepasselijk kon zijn door de jonge leeftijd was
terbeschikkingstelling mogelijk
- Wet 15 mei 1912
- Wet op de kinderbescherming
o Strafrechtelijke meerderjarigheidsgrens ingevoerd voor 16 jaar
o Mogelijkheid: berisping, plaatsing, terbeschikkingstelling (kon lopen tot 41 jaar, wat
betekent dat de straf tot 20 jaar na de feiten kan duren)
o Van toepassing op delinquentie en predelinquentie (gedrag waarvoor ze schrik hadden
dat het tot strafbaar gedrag zou leiden)
6
INHOUDSTAFEL
INLEIDING ........................................................................................................................ 1
WAAROM & HOE ................................................................................................................. 1
JEUGDBESCHERMINGSRECHT .......................................................................................... 1
BEGRIP............................................................................................................................. 1
BEGINSELEN ...................................................................................................................... 3
HISTORIEK ......................................................................................................................... 5
BEVOEGDHEIDSVERDELING................................................................................................... 8
JEUGDBESCHERMINGSRECHT INTERNATIONAAL KADER ................................................................ 12
JEUGDHULPRECHT ......................................................................................................... 16
ONTSTAANSGESCHIEDENIS ‘INTEGRALE JEUGDHULP’.................................................................. 16
TOEPASSINGSGEBIED ......................................................................................................... 20
VRIJWILLIGE JEUGDHULP (INCL. CRISISJEUGDHULP) ................................................................... 22
GEMANDATEERDE JEUGDHULP ............................................................................................. 30
GERECHTELIJKE JEUGDHULP ................................................................................................ 34
JEUGDDELINQUENTIERECHT .......................................................................................... 43
INTERVENTIEGRONDEN ....................................................................................................... 48
PRINCIPES ...................................................................................................................... 52
BASISPROCEDURE ............................................................................................................ 55
DETECTIE & FEITENONDERZOEK ............................................................................................ 57
AFHANDELING OPENBAAR MINISTERIE .................................................................................... 60
GERECHTELIJKE AFHANDELING ............................................................................................. 67
VOORBEREIDENDE RECHTSPLEGING ...................................................................................... 72
BERECHTING TEN GRONDE .................................................................................................. 87
GEMEENSCHAPSINSTELLINGEN ............................................................................................ 98
UITHANDENGEVING ......................................................................................................... 102
VEILIG VERBLIJF IN VLAANDEREN .................................................................................. 106
AFKORTINGEN .............................................................................................................. 116
,INLEIDING
WAAROM & HOE
= “strafrecht voor minderjarigen” +
= specifiek systeem voor bescherming van kinderen en jongeren, inclusief mogelijkheid om dwangmatig
op te treden
Doelstelling:
- Inzicht in beginselen, begrippen, achterliggende keuzes en technieken
- Inzicht in organisatie en werking van de vrijwillige en gerechtelijke jeugdhulp en van het
jeugddelinquentierecht
- Constructief-kritisch actuele fenomenen inzake jeugddelinquentie en probleemsituaties
herkennen, analyseren en becommentariëren
JEUGDBESCHERMINGSRECHT
BEGRIP
BEGRIPSOMSCHRIJVING
Jeugdbeschermingsrecht sensu lato:
- Geheel van juridische regels die het welzijn en de ontplooiing van jongeren beogen te bevorderen
en te waarborgen
o Burgerrechtelijk statuut
o Welzijnsrecht
o Sociaal recht
o Onderwijs
o Strafrechtelijke bescherming
o …
Jeugdbeschermingsrecht sensu stricto:
- « Het geheel van juridische regels betreffende de overheidsinterventie, d.m.v. specifieke
instellingen of voorzieningen, met het oog op bijstand aan jongeren wier welzijn of ontplooiing
onvoldoende wordt gewaarborgd door het gezinsmilieu en de algemeen-maatschappelijke
voorzieningen. »
- Definitie was accuraat in jaren ’90, nu niet meer
Twee soorten hulpverlening
- Buitengerechtelijke/sociale/vrijwillige
- Gerechtelijke/gedwongen
1
,Twee (drie) doelgroepen
- VOS’sen
o = verontrustende situatie
▪ NIET verontrustende opvoedingssituatie
- MOF’ers / jeugddelinquenten
o = als misdrijf omschreven feit
- (Geesteszieken)
Twee bevoegdheidsniveaus
- Federaal
- Gemeenschappen
2
,BEGINSELEN
RECHT SUI GENERIS
Geen aparte rechtstak
Onderdeel publiekrecht
Band met andere rechtstakken
- Strafrecht
- Sociaal recht/welzijnsrecht
- Verder: burgerlijk recht, procesrecht, mensenrechten …
Functioneel rechtsgebied
Gevolgen en beperkingen ‘sui generis’-karakter
- Zie ook GwH 11 februari 2021, nr. 22/2021
« Wegens de specifieke aard van de kwesties die in het kader van de rechtsbedeling ten
aanzien van minderjarigen moeten worden behandeld, moet die rechtsbedeling zich
noodzakelijkerwijs onderscheiden van het systeem van strafrechtspleging dat van toepassing
is op volwassenen. [Dat] mag evenwel niet ertoe leiden dat aan (minderjarigen), enkel op
grond van het leeftijdscriterium, fundamentele waarborgen worden ontnomen die door de
Grondwet en door de internationale verdragen die België binden worden toegekend bij een
aantasting van de individuele vrijheid. »
3 links tussen strafrecht en jeugdbeschermingsrecht
- Art 62 Jeugdbeschermingsrecht
o Procedure strafrecht ook van toepassing in jeugdbeschermingsrecht over gerechtelijke
zaken
- MOF
o Jeugddelinquentiesysteem is van toepassing wanneer jongeren feiten plegen die voor
volwassenen strafbaar zijn
- Fundamentele waarborgen
o Verschil tussen beginselen Belgisch strafrecht en algemene basisprincipes
▪ Aantal basis strafrechtprincipes werken door naar het jeugdbeschermingsrecht
(, maar moet niet volledig dezelfde invulling krijgen)
3
,RESPECT VOOR DE RECHTEN VAN HET KIND
Art. 22bis Gw., Art. 3, 6, 9, 12, 18, 19 en 20 Kinderrechtenverdrag
Van rechtsobject naar rechtssubject
- Voorbeeld: van absolute vaderlijke macht naar doelgebonden ouderlijk gezag
o (Vader kon vroeger kind zelf naar de gevangenis sturen bij vertoon van stout gedrag)
Belang van de minderjarige = eerste overweging (art. 3 Kinderrechtenverdrag)
- Behoud van band met ouders én gezonde ontwikkeling in een veilige omgeving (EHRM, 6 juli
2010)
- Vaag, evolutief en waardegebonden
- ‘Machtsgevoelig’ – wie beslist?
- Concrete gegevens
- Veronderstelt participatie en behoorlijke rechtswaarborgen
GEZINSGERICHTHEID
Art. 23, lid 1 BUPO-Verdrag, Art. 10, lid 1 IVESCR, Art. 5, 18, lid 1 en 27, lid 1 Kinderrechtenverdrag
Gezin = « natuurlijke en fundamentele kern van de maatschappij »
- Wordt zo omschreven in internationale verdragen
Gezin = « eerste verantwoordelijke voor opvoeding, ontwikkeling en welzijn van het kind »
- Wordt zo omschreven in het kinderrechtenverdrag
Hulpverlening: gericht op gezinsmilieu
- Voorkeur voor minst ingrijpende maatregelen
- Gericht op behoud in/terugkeer naar het gezin
- Niet te allen prijze
Betrekken ouders bij reactie op jeugddelinquentie
SUBSIDIARITEIT
Art. 5, 25, 37, b en 40, lid 3, b Kinderrechtenverdrag, Art. 3, §3 en §5, 20, §2 en 29, §2
Jeugddelinquentiedecreet
Opvoedingsverantwoordelijkheid
- 1° ouders (& gewone leefomgeving: vrienden, buurt, familie …)
- 2° algemeen-maatschappelijke voorzieningen (onderwijs …)
- 3° specifieke jeugdhulp
Vrijwillige (aanvaarde) > gerechtelijke hulpverlening
4
,M.b.t. jeugddelinquentie
- 1° buitengerechtelijke afhandeling
- 2° minst ingrijpende maatregelen voor kortst mogelijke duur
- 3° vrijheidsberoving = ultimum remedium
DIFFERENTIATIE VAN DE INTERVENTIES
Art. 48, §1 Decreet Integrale Jeugdhulp
Differentiatie hulpverleningsaanbod
‘Multifunctionele’ organisaties
‘Open’ categorieën in hulpverleningsvormen/reacties
Belang ‘individualisering’ en afstemming op hulpnood
Problemen:
- Beheersing aanbod
- Kenbaarheid aanbod
- Plaatstekort en wachtlijsten
ESSENTIEEL HULPVERLENEND KARAKTER
België internationaal bekend voor ‘beschermingsmodel’
Evoluties
- Jeugdhulp: meer nadruk op eigen kracht, vermaatschappelijking en participatie
- Jeugddelinquentie: meer nadruk op rechtswaarborgen, op positie slachtoffers en op
verantwoordelijkheid
Criterium bevoegdheidsafbakening
HISTORIEK
5
, - Toenmalige artikelen 375 en 381 oud BW, Oud artikel 36, 1° Jeugdbeschermingswet
- Strafrecht toepasselijk maar als het niet toepasselijk kon zijn door de jonge leeftijd was
terbeschikkingstelling mogelijk
- Wet 15 mei 1912
- Wet op de kinderbescherming
o Strafrechtelijke meerderjarigheidsgrens ingevoerd voor 16 jaar
o Mogelijkheid: berisping, plaatsing, terbeschikkingstelling (kon lopen tot 41 jaar, wat
betekent dat de straf tot 20 jaar na de feiten kan duren)
o Van toepassing op delinquentie en predelinquentie (gedrag waarvoor ze schrik hadden
dat het tot strafbaar gedrag zou leiden)
6