LEZEN - SPELLEN - REKENEN DIAGNOSTIEK
DOELSTELLINGEN
• De student beschrijft het ontwikkelingsverloop in 3 fasen, beschrijft de risicosignalen en formuleert
adviezen om voorbereidende vaardigheden te ondersteunen in het kader van preventie binnen het
domein van lezen, spellen en rekenen.
• De student analyseert en/of formuleert een hulpvraag en verzamelt relevante anamnesegegevens bij
professionele en niet-professionele actoren binnen het domein van lezen, spellen en rekenen.
• De student selecteert de gepaste onderzoeksinstrumenten, analyseert en interpreteert de resultaten
kwantitatief en kwalitatief binnen het domein van lezen, spellen en rekenen.
• De student integreert en rapporteert de verzamelde gegevens uit het onderzoeksproces in een
probleemsamenhang/ICF en formuleert een diagnose binnen het domein van lezen, spellen en rekenen.
• De student beheerst spel- en rekenvaardigheden op niveau lager onderwijs.
LSRD samenvatting 1
,VORMEN V LEZEN
technisch lezen: vaardigheid geschreven taal omzetten nr gesproken taal (= verklanken, hardop of innerlijk)
begrijpend lezen: achterhalen vd betekenis v geschreven taal
studerend lezen: betekenis v geschreven taal opslaan om te reproduceren
belevend lezen: inleven en genieten vh lezen (bv. boek)
ORTHOGRAFIE
= spellingssysteem ve taal -> doel = uniformiteit, duidelijkheid
principes orthografie:
1 - fonologisch principe: basisprincipe: schrijven zoals het klinkt (= voor klankzuivere woorden)
2 - morfologisch principe: gelijkvormigheid en analogie | bv. hond = honden of nauw = nauwkeurig)
-> samenstelling (land+kaart) | afleiding (+ig of ing) | verbuiging: mv - verkleining - geslacht | vervoeging
3 - etymologisch principe: herkomst -> historisch gegroeid of leenwoord
4 - syllabisch principe: klankgroepen (≠ lettergrepen) -> verenkelen bv. boom - bomen
(4-3-2-1: volgorde overrulen vd principes) -> verdubbelen bv. pen - pennen
NL = alfabetisch systeem
NL = semi-transparante taal vb. transparante taal: Fins, Spaans
-> 1 op 1 relatie foneem-grafeem: bv. kat = [k a t] vb. diep-orthografische taal: Frans - Engels
-> géén 1 op 1 relatie: bv. cafée [k a f e] EX: wat is diepe orthografie + vb
-> lezen is makkelijker dan spellen voor NL = ontransparante taal
= lage congruentie tussen teken/klank
KTK: klank-teken koppeling = dezelfde tekens w vaak anders
uitgesproken
FGK: foneem-grafeem koppeling (= spellen) = moeilijker om de taal te leren
GFK: grafeem-foneem koppeling (= lezen)
foneem: spraakklank (bv. au)
grafeem: lettercombinatie om foneem te schrijven (≠ letter)
-> boom = b - oo - m
digraaf: 2 letters om nieuw grafeem te vormen -> NL bestaat uit 26 letters en een 40-tal fonemen
-> homogene digrafen: aa - ee - uu - oo
-> heterogene digrafen: oe - ui - eu - ij - ei - au - ou - ie - ng - ch
allofoon: zelfde betekenis, andere uitspraak (bv. tongpunt-r en huig-r)
neologisme: nieuw woord
morfeem: kleinste betekenisdragende eenheid - kan woord of onderdeel ve woord zijn dat betekenis toevoegt
-> vrije morfemen: kunnen zelfstandig als woord voorkomen (bv. huis)
-> gebonden morfemen: niet zelfstandig, altijd gebonden (bv. huisje - gelopen)
mkm-woorden: medeklinker - klinker - medeklinker woorden | bv. muis - kat - zaal
LSRD samenvatting 2
,GELETTERDHEID
= vaardigheden om schriftelijk te communiceren en te interpreteren + cijfervaardigheid en toepassing op ICT
functionele geletterdheid: mbt het eigen functioneren id maatschappij EX: wat is fonemisch
≠ dichotoom begrip: er zijn verschillende gradaties in geletterdheid bewustzijn + taken + vb
= inzicht klankstructuur op
afzonderlijk klankniveau
3 FASEN V GELETTERDHEID & LEESONTWIKKELING (& SPELLEN)
FASE KENMERKEN VOORBEELDEN OF EXTRA INFO
1. ontluikende - spontane belangstelling -> knisperboek - prentenboek
geletterdheid - initiatief volwassene, nadien kind -> leescultuur thuis
voorbereidend - interactie -> samen boekje lezen
lezen (spellen) - pre-alfabetische fase: -> eigen naam visueel herkennen
= visueel als prent
voorschoolse
- partieel-alfabetische fase: -> eigen naam schrijven
periode 0 à 4j
= beperkt aantal letters
2. beginnende alfabetische fase
geletterdheid - stimulatie id klas obv pictogrammen - prenten
-> expliciet -> dagen vd week - woord bij prent
aanvankelijk -> impliciet -> magneetletters - winkeltje met groentenkaartjes
lezen - invented spelling: spontane schrijfpogingen -> functioneel dmv naam schrijven op tekening
(spellen: 1e lj)
- fonologisch bewustzijn: klankgroep
- reflectie - manipulatie (los vd betekenis) -> rijmen is grappig
2e - 3e KK
- aud. woordherkenning -> klap in je handen als je /hond/ hoort
+ start 1e lj
- aud. analyse en synthese klankgroepen -> isoleren, splitsen of samenvoegen: /ka-bou-ter/
- aud. discrimineren (woorden/pseudow.) -> zijn deze woorden hetzelfde? /lat/ /kat/
- fonemisch bewustzijn: afzonderlijke klank
1. isoleren v klanken
- detectietaken: begin-, midden-, eindklank -> /m-uu-r/ welke klank staat vooraan?
- categorisatietaken -> zoek alle prenten die beginnen met /t/
- alliteratietaken: beginrijm -> Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan
2. synthetiseren v klanken -> welk woord zeg ik: /k/- /i/- /p/
3. analyseren v klanken -> welke stukjes hoor je in /beer/
4. manipuleren v klanken
- additietaken -> wat is /aap/ als je /kn/ vooraan toevoegt
- deletietaken -> wat is /helm/ zonder /m/
- substitutietaken -> wat is /beest/ als je /b/ vervangt door /f/
einde fase = elementaire leeshandeling
3. gevorderde - automatisatie lezen en schrijven
geletterdheid - begrijpend lezen
voortgezet lezen (+ spellen: na 1e lj: -> kan tot 16 jaar blijven verbeteren
≥ einde 1e lj
eindfase: geautomatiseerde spellinghandeling)
LSRD samenvatting 3
, AANVANKELIJK LEZEN | TECHNISCH LEZEN (= TL)
= verklanken, hardop of innerlijk
= kraken vd code: fonologisch decoderen = GFK: grafeem Foneem Koppeling
passief rijmen: herkennen | bv. rijmen deze woorden /koek/ - /doek/
actief rijmen: rijmproductie | bv. wat rijmt op /koek/
deletie- en categorisatietaken: onderscheiden goede lezers van zwakke
3 sterk voorspellende voorbereidende leesvaardigheden:
- (fonologisch en) fonemisch bewustzijn
-> FBZ = voorspeller v accuraat lezen (≠ snelheid v lezen)
- benoemsnelheid
-> RAN = Rapid Automatic Naming
-> SSB = Snel Serieel Benoemen
= zo snel mogelijk een serie v gekende items benoemen (= kleuren, prenten, letters, cijfers)
-> letters & cijfers = voorspeller v leessnelheid
= benoemsnelheid ≠ trainbaar: we nemen dit nt op id therapiedoelen (enkel detectiefunctie)
- letterkennis
= beste voorspeller latere leesvaardigheid (exposure in 2e en 3e KK is belangrijk)
= grafeem-foneemkoppeling
structuurwoorden: - basis- of steunwoorden die makkelijk afbeelden voor stapsgewijs aanleren
- mkm-woorden of mk-woorden bv. V van VIS
methodes leren lezen: - veilig leren lezen: de kim-versie
- ik lees met hup en aap
- mol en beer
woordspecifieke kennis: alle elementen om woorden te herkennen zijn opgeslagen
= ook voor niet-klankzuivere woorden (bv. team)
-> klankvorm = fonologische representatie
-> visuele vorm = orthografische representatie
-> betekenis = semantische representatie
onmiddellijke woordherkenning: automatisch verklanken zonder voorafgaande analyse of synthese
-> verwerkingssnelheid: afhankelijk: - frequentie v voorkomen woord
- leeservaring
- beheersing fonologische vaardigheden
- mate van associatief leren
LSRD samenvatting 4
DOELSTELLINGEN
• De student beschrijft het ontwikkelingsverloop in 3 fasen, beschrijft de risicosignalen en formuleert
adviezen om voorbereidende vaardigheden te ondersteunen in het kader van preventie binnen het
domein van lezen, spellen en rekenen.
• De student analyseert en/of formuleert een hulpvraag en verzamelt relevante anamnesegegevens bij
professionele en niet-professionele actoren binnen het domein van lezen, spellen en rekenen.
• De student selecteert de gepaste onderzoeksinstrumenten, analyseert en interpreteert de resultaten
kwantitatief en kwalitatief binnen het domein van lezen, spellen en rekenen.
• De student integreert en rapporteert de verzamelde gegevens uit het onderzoeksproces in een
probleemsamenhang/ICF en formuleert een diagnose binnen het domein van lezen, spellen en rekenen.
• De student beheerst spel- en rekenvaardigheden op niveau lager onderwijs.
LSRD samenvatting 1
,VORMEN V LEZEN
technisch lezen: vaardigheid geschreven taal omzetten nr gesproken taal (= verklanken, hardop of innerlijk)
begrijpend lezen: achterhalen vd betekenis v geschreven taal
studerend lezen: betekenis v geschreven taal opslaan om te reproduceren
belevend lezen: inleven en genieten vh lezen (bv. boek)
ORTHOGRAFIE
= spellingssysteem ve taal -> doel = uniformiteit, duidelijkheid
principes orthografie:
1 - fonologisch principe: basisprincipe: schrijven zoals het klinkt (= voor klankzuivere woorden)
2 - morfologisch principe: gelijkvormigheid en analogie | bv. hond = honden of nauw = nauwkeurig)
-> samenstelling (land+kaart) | afleiding (+ig of ing) | verbuiging: mv - verkleining - geslacht | vervoeging
3 - etymologisch principe: herkomst -> historisch gegroeid of leenwoord
4 - syllabisch principe: klankgroepen (≠ lettergrepen) -> verenkelen bv. boom - bomen
(4-3-2-1: volgorde overrulen vd principes) -> verdubbelen bv. pen - pennen
NL = alfabetisch systeem
NL = semi-transparante taal vb. transparante taal: Fins, Spaans
-> 1 op 1 relatie foneem-grafeem: bv. kat = [k a t] vb. diep-orthografische taal: Frans - Engels
-> géén 1 op 1 relatie: bv. cafée [k a f e] EX: wat is diepe orthografie + vb
-> lezen is makkelijker dan spellen voor NL = ontransparante taal
= lage congruentie tussen teken/klank
KTK: klank-teken koppeling = dezelfde tekens w vaak anders
uitgesproken
FGK: foneem-grafeem koppeling (= spellen) = moeilijker om de taal te leren
GFK: grafeem-foneem koppeling (= lezen)
foneem: spraakklank (bv. au)
grafeem: lettercombinatie om foneem te schrijven (≠ letter)
-> boom = b - oo - m
digraaf: 2 letters om nieuw grafeem te vormen -> NL bestaat uit 26 letters en een 40-tal fonemen
-> homogene digrafen: aa - ee - uu - oo
-> heterogene digrafen: oe - ui - eu - ij - ei - au - ou - ie - ng - ch
allofoon: zelfde betekenis, andere uitspraak (bv. tongpunt-r en huig-r)
neologisme: nieuw woord
morfeem: kleinste betekenisdragende eenheid - kan woord of onderdeel ve woord zijn dat betekenis toevoegt
-> vrije morfemen: kunnen zelfstandig als woord voorkomen (bv. huis)
-> gebonden morfemen: niet zelfstandig, altijd gebonden (bv. huisje - gelopen)
mkm-woorden: medeklinker - klinker - medeklinker woorden | bv. muis - kat - zaal
LSRD samenvatting 2
,GELETTERDHEID
= vaardigheden om schriftelijk te communiceren en te interpreteren + cijfervaardigheid en toepassing op ICT
functionele geletterdheid: mbt het eigen functioneren id maatschappij EX: wat is fonemisch
≠ dichotoom begrip: er zijn verschillende gradaties in geletterdheid bewustzijn + taken + vb
= inzicht klankstructuur op
afzonderlijk klankniveau
3 FASEN V GELETTERDHEID & LEESONTWIKKELING (& SPELLEN)
FASE KENMERKEN VOORBEELDEN OF EXTRA INFO
1. ontluikende - spontane belangstelling -> knisperboek - prentenboek
geletterdheid - initiatief volwassene, nadien kind -> leescultuur thuis
voorbereidend - interactie -> samen boekje lezen
lezen (spellen) - pre-alfabetische fase: -> eigen naam visueel herkennen
= visueel als prent
voorschoolse
- partieel-alfabetische fase: -> eigen naam schrijven
periode 0 à 4j
= beperkt aantal letters
2. beginnende alfabetische fase
geletterdheid - stimulatie id klas obv pictogrammen - prenten
-> expliciet -> dagen vd week - woord bij prent
aanvankelijk -> impliciet -> magneetletters - winkeltje met groentenkaartjes
lezen - invented spelling: spontane schrijfpogingen -> functioneel dmv naam schrijven op tekening
(spellen: 1e lj)
- fonologisch bewustzijn: klankgroep
- reflectie - manipulatie (los vd betekenis) -> rijmen is grappig
2e - 3e KK
- aud. woordherkenning -> klap in je handen als je /hond/ hoort
+ start 1e lj
- aud. analyse en synthese klankgroepen -> isoleren, splitsen of samenvoegen: /ka-bou-ter/
- aud. discrimineren (woorden/pseudow.) -> zijn deze woorden hetzelfde? /lat/ /kat/
- fonemisch bewustzijn: afzonderlijke klank
1. isoleren v klanken
- detectietaken: begin-, midden-, eindklank -> /m-uu-r/ welke klank staat vooraan?
- categorisatietaken -> zoek alle prenten die beginnen met /t/
- alliteratietaken: beginrijm -> Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan
2. synthetiseren v klanken -> welk woord zeg ik: /k/- /i/- /p/
3. analyseren v klanken -> welke stukjes hoor je in /beer/
4. manipuleren v klanken
- additietaken -> wat is /aap/ als je /kn/ vooraan toevoegt
- deletietaken -> wat is /helm/ zonder /m/
- substitutietaken -> wat is /beest/ als je /b/ vervangt door /f/
einde fase = elementaire leeshandeling
3. gevorderde - automatisatie lezen en schrijven
geletterdheid - begrijpend lezen
voortgezet lezen (+ spellen: na 1e lj: -> kan tot 16 jaar blijven verbeteren
≥ einde 1e lj
eindfase: geautomatiseerde spellinghandeling)
LSRD samenvatting 3
, AANVANKELIJK LEZEN | TECHNISCH LEZEN (= TL)
= verklanken, hardop of innerlijk
= kraken vd code: fonologisch decoderen = GFK: grafeem Foneem Koppeling
passief rijmen: herkennen | bv. rijmen deze woorden /koek/ - /doek/
actief rijmen: rijmproductie | bv. wat rijmt op /koek/
deletie- en categorisatietaken: onderscheiden goede lezers van zwakke
3 sterk voorspellende voorbereidende leesvaardigheden:
- (fonologisch en) fonemisch bewustzijn
-> FBZ = voorspeller v accuraat lezen (≠ snelheid v lezen)
- benoemsnelheid
-> RAN = Rapid Automatic Naming
-> SSB = Snel Serieel Benoemen
= zo snel mogelijk een serie v gekende items benoemen (= kleuren, prenten, letters, cijfers)
-> letters & cijfers = voorspeller v leessnelheid
= benoemsnelheid ≠ trainbaar: we nemen dit nt op id therapiedoelen (enkel detectiefunctie)
- letterkennis
= beste voorspeller latere leesvaardigheid (exposure in 2e en 3e KK is belangrijk)
= grafeem-foneemkoppeling
structuurwoorden: - basis- of steunwoorden die makkelijk afbeelden voor stapsgewijs aanleren
- mkm-woorden of mk-woorden bv. V van VIS
methodes leren lezen: - veilig leren lezen: de kim-versie
- ik lees met hup en aap
- mol en beer
woordspecifieke kennis: alle elementen om woorden te herkennen zijn opgeslagen
= ook voor niet-klankzuivere woorden (bv. team)
-> klankvorm = fonologische representatie
-> visuele vorm = orthografische representatie
-> betekenis = semantische representatie
onmiddellijke woordherkenning: automatisch verklanken zonder voorafgaande analyse of synthese
-> verwerkingssnelheid: afhankelijk: - frequentie v voorkomen woord
- leeservaring
- beheersing fonologische vaardigheden
- mate van associatief leren
LSRD samenvatting 4