ALGEMEEN BIJZONDER CONTRACTENRECHT
1
,Algemene inleiding bij deze les
Meeste boeken zijn tot stand gekomen door wetsvoorstellen (parlementaire weg) vb. boek 7 en 9
Boek 10: weg van het wetsontwerp (eerst interkabinetair bijgestuurd)
-Heel wat keuzes zijn reeds gemaakt in boek 5 MAAR soms zijn dit geen goede keuzes als je het bekijkt vanuit het perspectief van het bijzonder contractenrecht
Wisselwerking tussen boek 5 en 7 is niet altijd gemakkelijk
Want je kan niet beginnen met bijzondere overeenkomsten als de algemene regels van het verbintenissenrecht niet vaststaan
-Hervorming boek 7 is dus pas later gestart
Eerst met figuur van de dading (want een klein contractje), dan koop, diensten, huur,..
Niet gedaan: de geldlening (voorbehouden voor commissie van UGent)
Wetsvoorstel vervalt als de regering valt => daarom moet voorstel opnieuw in overweging genomen worden (tekst aangepast aan publike consultatie)
-Wet Breyne: veel spanning rond omdat Europa een procedure tegen België heeft aangespannen rond erkende en niet-erkende aannemer (strijdig met EU-recht):
niet weerhouden want Europa gaat het toch niet volgen: Voorlopig Wet Breyne er dus uit gelaten
Borgtocht zit in boek 9
Koop: u krijgt iets in geld/tegen een ander goed (dan heb je de ruil niet meer nodig)
o Ruil: komt in de notariële praktijk veel voor: notariaat heeft gevraagd om verschil tussen koop en ruil te preciseren
Bruikleen: geen translatieve overeenkomst
o Soort gratis huur maar specifieke regels
2
, o Bruikleen is een contract voor vriendendienst MAAR wordt vaak in commerciële context gebruikt: de regel is dat je bij bruikleen enkel aansprakelijk
bent als je het gebrek kent, anders niet => als je dat gaat toepassen op commerciële context is dat te verregaand
Huur: geen translatieve overeenkomst
Sekwester: sekwester en dading staan samen, wegens contentieuze context (in een geschil)
Functie van het bijzondere contractenrecht en zijn verhouding tot het gemeen contractenrecht
-Het bijzondere contractenrecht is een verlengstuk van het gemeen contractenrecht en vervult daarbij vier functies:
Interpretatieve functie
o Past het gemeen contractenrecht toe op specifieke contracttypes.
o Verduidelijkt de draagwijdte ervan wanneer die toepassing niet vanzelfsprekend is.
Corrigerende functie
o Wijkt af van of nuanceert het gemeen contractenrecht.
o Doet dit wanneer toepassing van het gemeen recht onbillijk, ongerechtvaardigd of onwerkzaam zou zijn in de context van een bepaald contract.
Beschermende functie
o Beschermt de zwakkere partij of het algemeen belang.
o Gebeurt via sancties zoals (relatieve/absolute) nietigheid, vormvereisten of specifieke bewijsregels.
o Reden: de volledige contractvrijheid uit het gemeen recht is soms onwenselijk.
Faciliterende functie
o Biedt aanvullende regels voor specifieke contractaspecten.
o Vermijdt dat partijen alles zelf moeten regelen.
o Doel: evenwichtige en objectieve rechten/plichten.
o Deze regels zijn aanvullend recht, in lijn met de vermoedelijke wil van de partijen
Krachtlijnen en structuur van boek 7
1. Vier krachtlijnen van de hervorming van het bijzondere contractenrecht
Bijzondere contractenrecht moderniseren, zonder afbreuk te doen aan de Belgische rechtstraditie
De hervorming van het bijzondere contractenrecht is gesteund op vier krachtlijnen:
o 1) vereenvoudiging
o 2) herstructurering en integratie
o 3) coherentie
o 4) rechtsvergelijkend perspectief
A. Vereenvoudiging van het bijzondere contractenrecht
-Bepalingen uit het Oud Burgerlijk Wetboek worden niet hernomen als ze enkel een toepassing zijn van het gemeen verbintenissenrecht (nu in Boek 5 BW)
Vb. ENAC: algemeen rechtsbeginsel, nu algemene bepaling in boek 5 => dus bijzondere bepalingen niet langer vereist
3
, Vb. Exceptio timoris: bij vrijwaring van uitwinning bij koop was er zo’n regel maar is geschrapt want is nu ook in boek 5
-Andere bepalingen worden geschrapt omdat afwijkingen van het gemeen recht niet (meer) gerechtvaardigd zijn
-Bijzondere regimes, bv. bijzondere koopregimes, worden beter op elkaar afgestemd => complexiteit verminderen die ontstond door opeenvolgende implementaties
van Europese regels (vb. boek 5 is al geïnspireerd door Weens Koopverdrag)
4
1
,Algemene inleiding bij deze les
Meeste boeken zijn tot stand gekomen door wetsvoorstellen (parlementaire weg) vb. boek 7 en 9
Boek 10: weg van het wetsontwerp (eerst interkabinetair bijgestuurd)
-Heel wat keuzes zijn reeds gemaakt in boek 5 MAAR soms zijn dit geen goede keuzes als je het bekijkt vanuit het perspectief van het bijzonder contractenrecht
Wisselwerking tussen boek 5 en 7 is niet altijd gemakkelijk
Want je kan niet beginnen met bijzondere overeenkomsten als de algemene regels van het verbintenissenrecht niet vaststaan
-Hervorming boek 7 is dus pas later gestart
Eerst met figuur van de dading (want een klein contractje), dan koop, diensten, huur,..
Niet gedaan: de geldlening (voorbehouden voor commissie van UGent)
Wetsvoorstel vervalt als de regering valt => daarom moet voorstel opnieuw in overweging genomen worden (tekst aangepast aan publike consultatie)
-Wet Breyne: veel spanning rond omdat Europa een procedure tegen België heeft aangespannen rond erkende en niet-erkende aannemer (strijdig met EU-recht):
niet weerhouden want Europa gaat het toch niet volgen: Voorlopig Wet Breyne er dus uit gelaten
Borgtocht zit in boek 9
Koop: u krijgt iets in geld/tegen een ander goed (dan heb je de ruil niet meer nodig)
o Ruil: komt in de notariële praktijk veel voor: notariaat heeft gevraagd om verschil tussen koop en ruil te preciseren
Bruikleen: geen translatieve overeenkomst
o Soort gratis huur maar specifieke regels
2
, o Bruikleen is een contract voor vriendendienst MAAR wordt vaak in commerciële context gebruikt: de regel is dat je bij bruikleen enkel aansprakelijk
bent als je het gebrek kent, anders niet => als je dat gaat toepassen op commerciële context is dat te verregaand
Huur: geen translatieve overeenkomst
Sekwester: sekwester en dading staan samen, wegens contentieuze context (in een geschil)
Functie van het bijzondere contractenrecht en zijn verhouding tot het gemeen contractenrecht
-Het bijzondere contractenrecht is een verlengstuk van het gemeen contractenrecht en vervult daarbij vier functies:
Interpretatieve functie
o Past het gemeen contractenrecht toe op specifieke contracttypes.
o Verduidelijkt de draagwijdte ervan wanneer die toepassing niet vanzelfsprekend is.
Corrigerende functie
o Wijkt af van of nuanceert het gemeen contractenrecht.
o Doet dit wanneer toepassing van het gemeen recht onbillijk, ongerechtvaardigd of onwerkzaam zou zijn in de context van een bepaald contract.
Beschermende functie
o Beschermt de zwakkere partij of het algemeen belang.
o Gebeurt via sancties zoals (relatieve/absolute) nietigheid, vormvereisten of specifieke bewijsregels.
o Reden: de volledige contractvrijheid uit het gemeen recht is soms onwenselijk.
Faciliterende functie
o Biedt aanvullende regels voor specifieke contractaspecten.
o Vermijdt dat partijen alles zelf moeten regelen.
o Doel: evenwichtige en objectieve rechten/plichten.
o Deze regels zijn aanvullend recht, in lijn met de vermoedelijke wil van de partijen
Krachtlijnen en structuur van boek 7
1. Vier krachtlijnen van de hervorming van het bijzondere contractenrecht
Bijzondere contractenrecht moderniseren, zonder afbreuk te doen aan de Belgische rechtstraditie
De hervorming van het bijzondere contractenrecht is gesteund op vier krachtlijnen:
o 1) vereenvoudiging
o 2) herstructurering en integratie
o 3) coherentie
o 4) rechtsvergelijkend perspectief
A. Vereenvoudiging van het bijzondere contractenrecht
-Bepalingen uit het Oud Burgerlijk Wetboek worden niet hernomen als ze enkel een toepassing zijn van het gemeen verbintenissenrecht (nu in Boek 5 BW)
Vb. ENAC: algemeen rechtsbeginsel, nu algemene bepaling in boek 5 => dus bijzondere bepalingen niet langer vereist
3
, Vb. Exceptio timoris: bij vrijwaring van uitwinning bij koop was er zo’n regel maar is geschrapt want is nu ook in boek 5
-Andere bepalingen worden geschrapt omdat afwijkingen van het gemeen recht niet (meer) gerechtvaardigd zijn
-Bijzondere regimes, bv. bijzondere koopregimes, worden beter op elkaar afgestemd => complexiteit verminderen die ontstond door opeenvolgende implementaties
van Europese regels (vb. boek 5 is al geïnspireerd door Weens Koopverdrag)
4