Integraal sociaal werk
Hoofdstuk: armoede
1. Verkenning van het begrip armoede
armoede is meer dan een gebrek aan een inkomen. Het is ook
sociale media, onderwijs, arbeidsmarkt, … vandaag zijn we heel
gevoelig aan armoede, belangrijk thema
het gaat vooral over minder hebben, vb. sociaal netwerk,
levenscomfort, toekomstperspectief, toegang tot informatie...
hoe kijkt een samenleving naar armoede?
o met welke ogen kijkt men (invulling)?
o historisch perspectief nodig (zie ook canon Sociaal Werk
Vlaanderen).
a. Historisch perspectief
o armoede is van alle tijden.
o in heel grote lijnen kijken we naar de geschiedenis van
armoedebestrijding (vanaf de 13de eeuw).
o een transformatie → van een gunst (liefdadigheid) naar een
recht (uitbouw van de verzorgingsstaat).
i. Goede en slechte armen
o historisch gezien was armoede niet altijd een probleem.
armoede was functioneel, vb. naastenliefde binnen de
feodale standenmaatschappij → rijken verdienen hun
hemel door aan de armen te geven of monniken
leggen een belofte van armoede af; armoede was
nodig om mensen aan barmachtigheid te laten doen.
Armoede nodig in je samenleving, armoede is niet
negatief, want het is nodig voor de rijkere om naar de
hemel te gaan.
armentafels (13de eeuw) → geven aan de armen, is
geven aan God.
Feodaal stelsel: 3 standen, adel, clerus, en plebs.
Armoede was functioneel in die tijd.
o vanaf Franse revolutie (1789) wordt armoede negatief
gepercipieerd (bij de aristocratie (ME) was luiheid een
voorrecht). -> rekent af met de standenmaatschappij
opkomst burgerij (burgerij kijkt negatief naar de
verpauperde arbeidsklasse);
de kerkelijke goederen worden genationaliseerd
opkomst kapitalisme;
, opkomst arbeidsethiek = wil om te werken;
meritocratie → sociaal - economische positie wordt
bepaald op basis van individuele verdiensten. Vb
rechter enkel van adel, nu niet meer.
je krijgt een andere samenleving, je moet gaan
werken om je plaats te gaan verdienen binnen de
samenleving. Armoede is iemand die niet bijdraagt en
lui is
o armoede is geen maatschappelijk probleem, maar een
individueel probleem.
onderscheid tussen goede armen (vb. ouderdom) =
liefdadigheid;
slechte armen (vb. werkonwillig) = repressie.
o Rapshuis (correctiehuis) Gent
o Armoede wordt niet verbonden aan de samenleving of de
economie
o Armoede wordt gezien als afwijkend gedrag, afwijkend
gedrag volgens de burgerij.
o Armen moeten zich aanpassen aan de maatschappij -> dus
aan de waarden van de burgerij
o moraliseringsperspectief → armoede is vooral het gevolg
van zondige en inferieure (minderwaardig)
karaktereigenschappen van het individu → bedreiging van
de maatschappelijke orde. De burgerij zegt je bent zelf
schuldig door je eigen waarden en normen, niet aan ons.
Zelf verantwoordelijk. Bedreiging van de maatschappij,
mensen die aan prostitutie doen, stelen,… we moeten deze
mensen bestraffen
o het beleid → disciplinering en een opvoedende aanpak →
gericht op gedragsverandering. Vb landlopers +
rechtskolonie
ii. Armoede: een multi-dimensioneel aspect
sterke uitbouw van de verzorgingsstaat (na WO II en de jaren ‘60 van
vorige eeuw) → de overheid treedt meer corrigerend op ten aanzien van
uitsluitingsmechanismen, vb. sterke uitbouw van de sociale zekerheid vb
Armoede = een
.
vakantie geld, lonen stijgen,... Loven over een overheid die de armoede
sociaal en relatief
gaat laten verdwijnen.
(vergelijken met u
Townsend's buren) concept dat
Poverty in the Peter Townsend
enkel kan
United Kingdom begrepen worden - Brits socioloog
(1979).
de jaren’ 80 in relatie tot de (1928 – 2009).
gangbare een gevolg van een
(vorige eeuw) →
meer dan
levenstandaard in opgelegd of onvrijwillig
armoede is een
desociale
samenleving. gebrek aan
multi –
ongelijkheid. economische
hetdimensioneel
geloof ontstaat dat armoede kan opgelost worden → vandaar weinig
middelen.
concept.
maatschappelijk actie met betrekking tot het armoedevraagstuk.
Hoofdstuk: armoede
1. Verkenning van het begrip armoede
armoede is meer dan een gebrek aan een inkomen. Het is ook
sociale media, onderwijs, arbeidsmarkt, … vandaag zijn we heel
gevoelig aan armoede, belangrijk thema
het gaat vooral over minder hebben, vb. sociaal netwerk,
levenscomfort, toekomstperspectief, toegang tot informatie...
hoe kijkt een samenleving naar armoede?
o met welke ogen kijkt men (invulling)?
o historisch perspectief nodig (zie ook canon Sociaal Werk
Vlaanderen).
a. Historisch perspectief
o armoede is van alle tijden.
o in heel grote lijnen kijken we naar de geschiedenis van
armoedebestrijding (vanaf de 13de eeuw).
o een transformatie → van een gunst (liefdadigheid) naar een
recht (uitbouw van de verzorgingsstaat).
i. Goede en slechte armen
o historisch gezien was armoede niet altijd een probleem.
armoede was functioneel, vb. naastenliefde binnen de
feodale standenmaatschappij → rijken verdienen hun
hemel door aan de armen te geven of monniken
leggen een belofte van armoede af; armoede was
nodig om mensen aan barmachtigheid te laten doen.
Armoede nodig in je samenleving, armoede is niet
negatief, want het is nodig voor de rijkere om naar de
hemel te gaan.
armentafels (13de eeuw) → geven aan de armen, is
geven aan God.
Feodaal stelsel: 3 standen, adel, clerus, en plebs.
Armoede was functioneel in die tijd.
o vanaf Franse revolutie (1789) wordt armoede negatief
gepercipieerd (bij de aristocratie (ME) was luiheid een
voorrecht). -> rekent af met de standenmaatschappij
opkomst burgerij (burgerij kijkt negatief naar de
verpauperde arbeidsklasse);
de kerkelijke goederen worden genationaliseerd
opkomst kapitalisme;
, opkomst arbeidsethiek = wil om te werken;
meritocratie → sociaal - economische positie wordt
bepaald op basis van individuele verdiensten. Vb
rechter enkel van adel, nu niet meer.
je krijgt een andere samenleving, je moet gaan
werken om je plaats te gaan verdienen binnen de
samenleving. Armoede is iemand die niet bijdraagt en
lui is
o armoede is geen maatschappelijk probleem, maar een
individueel probleem.
onderscheid tussen goede armen (vb. ouderdom) =
liefdadigheid;
slechte armen (vb. werkonwillig) = repressie.
o Rapshuis (correctiehuis) Gent
o Armoede wordt niet verbonden aan de samenleving of de
economie
o Armoede wordt gezien als afwijkend gedrag, afwijkend
gedrag volgens de burgerij.
o Armen moeten zich aanpassen aan de maatschappij -> dus
aan de waarden van de burgerij
o moraliseringsperspectief → armoede is vooral het gevolg
van zondige en inferieure (minderwaardig)
karaktereigenschappen van het individu → bedreiging van
de maatschappelijke orde. De burgerij zegt je bent zelf
schuldig door je eigen waarden en normen, niet aan ons.
Zelf verantwoordelijk. Bedreiging van de maatschappij,
mensen die aan prostitutie doen, stelen,… we moeten deze
mensen bestraffen
o het beleid → disciplinering en een opvoedende aanpak →
gericht op gedragsverandering. Vb landlopers +
rechtskolonie
ii. Armoede: een multi-dimensioneel aspect
sterke uitbouw van de verzorgingsstaat (na WO II en de jaren ‘60 van
vorige eeuw) → de overheid treedt meer corrigerend op ten aanzien van
uitsluitingsmechanismen, vb. sterke uitbouw van de sociale zekerheid vb
Armoede = een
.
vakantie geld, lonen stijgen,... Loven over een overheid die de armoede
sociaal en relatief
gaat laten verdwijnen.
(vergelijken met u
Townsend's buren) concept dat
Poverty in the Peter Townsend
enkel kan
United Kingdom begrepen worden - Brits socioloog
(1979).
de jaren’ 80 in relatie tot de (1928 – 2009).
gangbare een gevolg van een
(vorige eeuw) →
meer dan
levenstandaard in opgelegd of onvrijwillig
armoede is een
desociale
samenleving. gebrek aan
multi –
ongelijkheid. economische
hetdimensioneel
geloof ontstaat dat armoede kan opgelost worden → vandaar weinig
middelen.
concept.
maatschappelijk actie met betrekking tot het armoedevraagstuk.