CH 2: CELLS OF THE NERVOUS SYSTEM -> SV PTT
Inhoudstafel:
1. Neurons
2. Myelin
3. Saltatory conduction in Myelinated Axons
4. Conduction Velocity and the compound action potential
5. Axonal transport
6. Responses of Neurons to injury
7. Neuroglial cells
INTRODUCTION 1 :
2 klassen cellen (typen):
1. Neuronen = zenuwimpulsgeleiding & signaaluitwisseling (dus verantwoordelijk voor de
meeste functionele kenmerken van zenuwweefsel)
2. Neuroglia = belangrijke ondersteunende functies.
+ Cellen van de bloedvatwand (endotheelcellen)
Aantal neuronen = klassieke visie 100 miljard ... maar recent onderzoek van Suzana Herculano-Houzel
86 miljard !
Aantal neuroglia = klassieke visie 10-50 meer ... maar recent onderzoek neuron:glia ratio is 1:1 (dus
vroeger dacht men dat er meer neuroglia cellen waren, eig is het gelijk 1:1.
INTRODUCTION 2:
2 verschijningsvormen van zenuwweefsel:
1. Substantia grisea (grijze stof) = cellichamen ingebed in "neuropil" (moeilijke term ->
neuronale & gliale processen)
2. Substantia alba (witte stof) = axonen met (meerderheid) of zonder myelineschede maar
zonder cellichamen.
Beide bevatten grote aantallen gliale cellen & bloedvaten
In de hersenen grijze stof meestal uitwendig (niet uitsluitend)
In het ruggenmerg grijze stof altijd inwendig
Wat zijn neuronen?
Cellen gespecialiseerd in het ontvangen en verzenden van chemisch gemedieerde
elektrische signalen ...
Hun axonen dragen de gecodeerde output van informatie van het gebied met hun
cellichamen naar andere delen van het zenuwstelsel ...
, Neurons: Basic concepts
cellichaam (soma) met kern en nucleolus
Cytoplasma = perikaryon
Neuriet (neuronaal proces):
o Dendriet (afferent deel = receptorveld - korte vertakkende processen)
o Enkel axon (efferent deel geleidend signaal)
Opgenomen in craniale en perifere zenuwen
Neuronenleer (His/Forel/Ramon y Cajal): elk neuron is een structurele en functionele
eenheid !
Geen cytoplasmatische continuïteit => 1950: ontdekking synaps (nauw verbonden
celmembranen, spleet van 20 nm)
Neurons: different shapes and sizes -> structural diversity exists
cellichaam: 5 µm - 135 µm (motorneuronen)
As niet gemyeliniseerd (verstoken van myeline): l=100µm & w=1µm
As gemyeliniseerd: l=1m & d=10µm -> de helft van deze breedte is myeline
Neuronen in ganglia (PNS) & laminae of kernen (CNS): "hoofdcellen".
Interneuronen = kleine lokale circuit neuronen = internunciale neuronen
3 types of neurons
1. MULTI polair neuron
! veel dendrieten maar heeft maar 1 axon!
-> α-motoneuronen in de voorste grijze kolom
2. PSEUDO polair neuron
-> alle sensorische neuronen met cellichamen in het achterwortelganglion
3. Bipolar neuron
-> speciale zintuigen (horen, zien, ruiken, proeven)
Neurohistological techniques: Neuron cytology
Plasmalemma = dubbele laag fosfolipiden met geïntegreerde proteïnen (ionkanaal, receptor, pomp, )
Axolemma = celmembraan van het axon
Rustmembraanpotentiaal = -70mV (negatief intracellulair)
Ionenkanalen:
o Lekkanalen (diffusie)
o Spanningsafhankelijke kanalen
o Ligand gestuurde kanalen (ionotrope receptoren)
o Metabotrope receptoren (via tweede boodschapper)
Axonheuvel ! = Axon hillock
Telodendria = eindknoppen = boutons terminaux
Inhoudstafel:
1. Neurons
2. Myelin
3. Saltatory conduction in Myelinated Axons
4. Conduction Velocity and the compound action potential
5. Axonal transport
6. Responses of Neurons to injury
7. Neuroglial cells
INTRODUCTION 1 :
2 klassen cellen (typen):
1. Neuronen = zenuwimpulsgeleiding & signaaluitwisseling (dus verantwoordelijk voor de
meeste functionele kenmerken van zenuwweefsel)
2. Neuroglia = belangrijke ondersteunende functies.
+ Cellen van de bloedvatwand (endotheelcellen)
Aantal neuronen = klassieke visie 100 miljard ... maar recent onderzoek van Suzana Herculano-Houzel
86 miljard !
Aantal neuroglia = klassieke visie 10-50 meer ... maar recent onderzoek neuron:glia ratio is 1:1 (dus
vroeger dacht men dat er meer neuroglia cellen waren, eig is het gelijk 1:1.
INTRODUCTION 2:
2 verschijningsvormen van zenuwweefsel:
1. Substantia grisea (grijze stof) = cellichamen ingebed in "neuropil" (moeilijke term ->
neuronale & gliale processen)
2. Substantia alba (witte stof) = axonen met (meerderheid) of zonder myelineschede maar
zonder cellichamen.
Beide bevatten grote aantallen gliale cellen & bloedvaten
In de hersenen grijze stof meestal uitwendig (niet uitsluitend)
In het ruggenmerg grijze stof altijd inwendig
Wat zijn neuronen?
Cellen gespecialiseerd in het ontvangen en verzenden van chemisch gemedieerde
elektrische signalen ...
Hun axonen dragen de gecodeerde output van informatie van het gebied met hun
cellichamen naar andere delen van het zenuwstelsel ...
, Neurons: Basic concepts
cellichaam (soma) met kern en nucleolus
Cytoplasma = perikaryon
Neuriet (neuronaal proces):
o Dendriet (afferent deel = receptorveld - korte vertakkende processen)
o Enkel axon (efferent deel geleidend signaal)
Opgenomen in craniale en perifere zenuwen
Neuronenleer (His/Forel/Ramon y Cajal): elk neuron is een structurele en functionele
eenheid !
Geen cytoplasmatische continuïteit => 1950: ontdekking synaps (nauw verbonden
celmembranen, spleet van 20 nm)
Neurons: different shapes and sizes -> structural diversity exists
cellichaam: 5 µm - 135 µm (motorneuronen)
As niet gemyeliniseerd (verstoken van myeline): l=100µm & w=1µm
As gemyeliniseerd: l=1m & d=10µm -> de helft van deze breedte is myeline
Neuronen in ganglia (PNS) & laminae of kernen (CNS): "hoofdcellen".
Interneuronen = kleine lokale circuit neuronen = internunciale neuronen
3 types of neurons
1. MULTI polair neuron
! veel dendrieten maar heeft maar 1 axon!
-> α-motoneuronen in de voorste grijze kolom
2. PSEUDO polair neuron
-> alle sensorische neuronen met cellichamen in het achterwortelganglion
3. Bipolar neuron
-> speciale zintuigen (horen, zien, ruiken, proeven)
Neurohistological techniques: Neuron cytology
Plasmalemma = dubbele laag fosfolipiden met geïntegreerde proteïnen (ionkanaal, receptor, pomp, )
Axolemma = celmembraan van het axon
Rustmembraanpotentiaal = -70mV (negatief intracellulair)
Ionenkanalen:
o Lekkanalen (diffusie)
o Spanningsafhankelijke kanalen
o Ligand gestuurde kanalen (ionotrope receptoren)
o Metabotrope receptoren (via tweede boodschapper)
Axonheuvel ! = Axon hillock
Telodendria = eindknoppen = boutons terminaux