1. VOORKENNIS SPRAAKONTWIKKELING (ZIE COMMUNICATIEVE
ONTWIKKELING)
1. DIVA-model & SK-productiemodel van Levelt
o 3 fases SK-productiemodel
Fase 1: Articulatiebeweging en maken
Fase 2: Imitatiefase (baby en peuter)
Fase 3: Protowoorden
2. Fonetische ontwikkeling
o Fonetische analyse
Percentage correcte consonanten (PCC)
Percentage correcte vocalen (PVC)
OSDA
Fonetische inventaris
3. Fonologische ontwikkeling
o Fonologische processen
Syllabestructuurprocessen = lettergreepstructuren beïnvloeden
Substitutieprocessen (verschuivingen) = Individuele klanken
vervangen door andere klanken; C vervangen door andere, C zonder
invloed omringende klanken
1
, Assimilatieprocessen = Bepaalde klanken worden beïnvloed door
klanken die eerder of verder in het woord voorkomen; SK neemt
kenmerken SK elders in het woord over
2. SPRAAKKLANKSTOORNISSEN: ALGEMEEN KADER
2
, 2.1. DEFINITIE EN PREVALANTIE VAN SPRAAKKLANKSTOORNISSEN (SKS)
2.1.1. DEFINITIE
- Spraakklankstoornissen (SKS): een overkoepelende term die verwijst naar elk
probleem of combinatie van problemen met perceptie, motorische productie of
fonologische regels van spraakklanken en spraaksegmenten (met begrip van de
fonotactische regels van een taal)
- Kinderen met SKS hebben problemen met het correct gebruiken van
leeftijdsgeschikte spraakklanken in hun taal
- SKS komen voor in veel gradaties: zeer licht – zeer ernstig
o Lichte stoornissen spraakverstaanbaarheid amper verstoren
(intelligibility)
o Ernstige stoornissen zullen aanleiding geven tot een grote mate van
onverstaanbaarheid (unintelligibility)
2.1.2. PREVALENTIE
- 3-jarigen: bijna 16%
- Lagere school: 4 à 6%
- Scholieren/volwassenen: 0,5 à 2%
- Jongens > meisjes (1;5:1.0 à 1,8:1.0)
- Comorbiditeit met TOS: 11 à 40%
2.2. CLASSIFICATIES VAN SKS
2.2.1. VOORGAANDE CLASSIFICATIE VAN SKS
VOORGAANDE CLASSIFICATIE OP BASIS VAN ETIOLOGIE
Indeling van SKS gebaseerd op de oorzaak/etiologie van de stoornis. Vijf types worden
onderscheiden:
1. Dyslalieën: functionele spraakklankstoornissen, waarbij geen duidelijke oorzaak te
vinden is en de problemen waarschijnlijk ontstaan door foutief of onvoldoende leren
2. Dysglossieën: De afwijking in de articulatieorganen is de belangrijkste oorzaak van
de spraakproblemen, zoals bij schisis, tandafwijkingen of een te kort tongriempje
3. Spraakapraxie: aangeboren of verworven programmeringsstoornis ontstaan
problemen met het willekeurig initiëren en uitvoeren van spraakbewegingen
4. Dysartrieën: Een slechte werking van één of meer van de craniale zenuwen kan
aanleiding geven tot problemen met de aansturing van de articulatoren, waardoor
een dysartrie ontstaat
5. Dysaudie: hier spreken we van als SKS is het gevolg van een gehoorproblematiek
3