v/h oor en het vestibulaire systeem
1. INLEIDING
Oor en evenwichtsorgaan:
o één anatomisch geheel
o sterke fysiologische overeenkomsten
vestibulair functieverlies is relatief complex
o klachten daarvan niet altijd duidelijk (niet persé vertigo)
o bijvoorbeeld oorproblemen à gehoorverlies
2. INDELING VAN HET OOR
Het gehoorzintuig wordt op anatomische, embryologische en fysiologische
gronden als volgt worden ingedeeld:
o Deel 1: uitwendig oor:
Oorschelp
Uitwendige gehoorgang
o Deel 2: middenoor:
Trommelvlies
Trommelholte (cavum tympani)
Gehoorbeentjes (malleus, incus, stapes)
Middenoorspiertjes (m. tensor tympani, m. stapedius, buis van
Eustachius)
Mastoïd (staat in voor gasuitwisseling)
o Deel 3: binnenoor (cochlea/slakkenhuis):
Onderdeel van het labyrint
Evenwichtsorgaan – bestaat ui 5 suborganen:
4 halfcirkelvormige kanalen
Utriculus en sacculus
o Deel 4: retro-cochleair (achter de cochlea/slakkenhuis):
Zenuwbundel à loopt naar boven richting hersenen, hersenstam,
hersenstam à nervus cochlearis en nervus vestibularis die samen
verder lopen
Daarnaast wordt er een onderscheid gemaakt naar:
o N. cochlearis: onderdeel van de n. vestibulocoachlearis
o Centraal auditief systeem: nucleus cochlearis, olivacomplex, colliculi
inferiores, lemniscus lateralis, corpus geniculatum, mediale temporale
hersenschors
1
,3. EMBRYLOGIE (ONTWIKKELING)
Labyrint (binnenoor)
o Bestaat uit oorplacode à 3de week
o Bovenste helft à halfcirkelvormige kanalen + de utriculus
o Onderste helft à cochlea (slakkenhuis) + de sacculus
o De ontwikkeling is af aan het einde de 3de maand:
Teratogene beschadigingen zijn niet meer mogelijk
Exogene beschadigingen (infecties en intoxicatie) zijn mogelijk
o Combinatie buiten- en middenoor met het binnenoor is zeldzaam, door
timing in de ontwikkeling
Buiten- en middenoor worden op een ander moment ontwikkeld
dan het binnenoor
Afbeelding A:
Afbeelding B:
2
,Afbeelding C:
4. ANATOMIE VAN HET UITWENDIG OOR (BUITENOOR)
3
, 4.1. OORSCHELP
Grillig kraakbeen (KB):
o Bedekt met perichondrium (PC)
en huid
Belangrijkste onderdelen à
o De tragus
o Het cavum conchae
o De helix
o De anthelix
o De antitragus
Oorlel:
o Sterk ontwikkeld aanhangsel
o Vet en huid
Oorschelp:
o Individuele variaties (stand en vorm) doen zich voor
Daarom = grens tussen normale variëteit en anomalie soms
moeilijk te bepalen
o Functie:
Geluidsopvangende functie (vooral hoge tonen, hoge frequentie) –
draagt bij aan het richtinghoren
4.2. UITWENDIG GEHOORGANG
± 3 cm lang
Onderdelen:
o Kraakbenig deel (lateraal)
In hoekstand t.o.v. het benige
deel
à Belang bij inspectie
trommelvlies: oorschelp met
kraakbenig deel naar achter-
boven trekken
o Korter benig deel (mediaal)
Extra informatie:
o Vernauwing ter hoogte van overgang kraakbenig deel – benig deel
Relevant in verband met alienum
o Vlak voor het trommelvlies - verwijding en verdieping voor
trommelvlies
Na zwemmen en wassen kan water voor het trommelvlies ophopen
(H2O retentie)
o Voorwand (mediale deel) is gebogen
Trommelvlies is daarom niet volledig zichtbaar
o Kaakgewricht tegen voorwand (laterale deel)
Openen van de mond à verwijding en sluiten à vernauwing van de
gehoorgang
Kan soms stuk gaan à ernstige problemen
o Gehoorgang bekleed met huid
In benige deel dun: aanraking pijnlijk
4