HOOFDSTUK 1: DE LOGICA VAN STATISTISCHE VERGELIJKINGEN EN
ANALYSES
INLEIDING: WAAROM DATA ANALYSEREN ?
o Wetenschap gaat over het ontdekken van patronen en processen
o Het proces van wetenschappelijk onderzoek voorziet in een methode om zaken die ons op een
systematische manier interesseren, te bestuderen.
o Dit proces vereist bewijs om een argument te ondersteunen
o Een methode om bewijs te verkrijgen = statistische analyse
o Statistische analyse = de systematische studie van kwantitatieve data geassocieerd met bestudeerde
studieobject
GESCHIEDENIS VAN DE STATISTIEK IN EEN NOTENDOP
o 6e eeuw v.C.: de vroegste vorm van statistische analyse: door PYTHAGORAS: het gemiddelde (voorloper van
de beschrijvende statistiek)
o 200 v.C.: waarschijnlijkheidsanalyses (inferentiële statistiek)
o B. Pascal (1623-1662) en C. Huygens (1629-1695): kansberekening in de vorm van gokken (probability
theorie) voorloper van de moderne statistiek
o 19e- 20e eeuw: vele andere beschrijvende statistieken
o Political arithmetics: term voor de statistiek; op basis van gegevens antwoorden op problemen van staat te
verkrijgen (eerste politicus die van statistiek gebruikmaakte was John Graunt, 1662 sterftecijfer in
Londen)
o Statistics: term uitgevonden door Eberhard August Wilhelm von Zimmerman in ‘A Political Survey of the
Present State of Europe’ (1787)
o Modern gebruik van de term te danken aan Fisher (1925)
HET GEBRUIK VAN STATISTIEK
Statistiek in de criminologie = een methode om data die verzameld werden in het proces van een wetenschappelijk
onderzoek, te bestuderen.
Deze methode stelt onderzoekers in staat om logische na te denken over data en om 1 of 2 dingen te doen:
Beschrijvende statistiek: komen tot een beknopte synthese of betekenisvolle
conclusie over de data
Data analyseren
Inferentiële statistiek: karakteristieken van grote groepen afleiden, gebaseerd op
data van kleinere groepen of steekproeven
1
,THEORIECONSTRUCTIE IN EEN OOGOPSLAG
WAT IS THEORIE ?
o Een theorie: bestaat uit beweringen over de relaties of associaties tussen sociale fenomenen zoals
gebeurtenissen en eigenschappen van onderzoeksobjecten, vaak individuen of groepen, buurten, landen…
(bv. theorieën die stellen hoe criminaliteit wordt aangeleerd)
o Explanandum: wat we willen verklaren Jan is na 2 min lopen uitgeput.
o Explanans: hoe het verklaard kan worden Jan heeft geen conditie.
o DOEL = verklaringen ontwikkelen waarom dingen zijn zoals ze zijn. En om via inzicht in processen een
diepere causale verklaring te bekomen.
o Een theorie biedt een sterke fundering voor deze verklaringen doordat zij er vragen over stelt. (bv. wat is de
essentie? Wat betekent het? Waarom zijn dingen zoals ze zijn?)
THEORIE EN ONDERZOEK
o Inductie: van data naar theorie. Onderzoekers kijken naar een sociaal fenomeen en formuleren beweringen
over waarom fenomenen op een bepaalde wijze werken “Gevaarlijk”
o We kijken te veel naar wat we willen zien.
o We veronderstellen dat als we honderd keer hetzelfde hebben geobserveerd, het de 101 e keer ook
zo zal zijn. Maar dat is absoluut geen garantie.
o Deductie: van theorie naar data. De onderzoeker heeft een veronderstelling over hoe iets in mekaar zit, hij
kan dan een experiment creëren. De resultaten van dit experiment zullen ofwel de veronderstelling
ondersteunen of weerleggen.
o In de criminologie wordt meestal een combinatie van de twee toegepast.
HET PROCES VAN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
o Theorie is het startpunt van het proces
o Theorie wordt gedreven door observaties en leidt onderzoekers tot het initiëren van het onderzoeksproces
door het formuleren van een centrale onderzoeksvraag en onderzoeksdeelvragen.
o 1e stap in het proces van wetenschappelijk onderzoek:
= Observatie en nieuwsgierigheid
o 2e stap:
= Centrale onderzoeksvragen: geven exact de focus van de studie weer en zijn de drijvende
gedachte achter een onderzoeksproject.
e
o 3 stap:
= Onderzoeksdeelvragen: delen de centrale onderzoeksvraag in kleinere delen die
makkelijker onderzocht kunnen worden.
ONDERZOEK: BEWEGEN VAN THEORIE NAAR DATA EN TERUG
2
,Onderzoek is de methode om een theorie te toetsen en valideren
Onderzoek is een wetenschappelijke, systematische studie om nieuwe informatie te ontdekken of om de validiteit
van theorieën die eerder werden ontwikkeld, te toetsen.
HYPOTHESEN FORMULEREN
o Hypothesen = vragen of verklaringen waarvan de antwoorden de theoretische proposities van het onderzoek
ondersteunen of weerleggen.
o De onderzoekshypothese is een veronderstelling die je wilt toetsen, geformuleerd in de richting van de
verwachtingen van de onderzoeker.
o Bv. “Er is een statistisch significante correlatie tussen de shift van een politieman of -vrouw en de
waarschijnlijkheid dat hij of zij dodelijk geweld zal gebruiken.”
o De nulhypothese is de hypothese dat er geen verband bestaat tussen de kenmerken die men onderzoekt.
o Bv. “Er is geen statistisch significant verschil tussen een politieman of -vrouw zijn/haar shift en de
waarschijnlijkheid dat hij of zij dodelijk geweld zal gebruiken.”
CONSTRUCTIE VAN HET ONDERZOEKSDESIGN
Bepalen van de onderzoeksmethode (experiment, survey…)
Bepalen hoe het onderzoek moet benaderd worden
…
CONCEPTUALISERING
Concepten = termen waarover in het algemeen een consensus bestaat en kunnen betrekking hebben op een
kenmerk, fenomeen of een groep van onderling gerelateerde fenomenen.
OPERATIONALISEREN
Operationaliseren = het proces van het vertalen van een concept in een variabele die kan gezien en getoetst worden,
door het omschrijven hoe het concept kan gemeten worden.
Bv. armoede kan geoperationaliseerd worden door de beslissing dat het inkomen wordt gebruikt om een persoon
zijn/haar relatief niveau van armoede te bepalen.
DATA VERZAMELEN (MEN BEGINT VAAK FOUT INTUÏTIEF DIRECT MET DEZE
STAP…)
o Alle beslissingen betreffende het onderzoek moeten gemaakt zijn:
o De onderzoeker zou een weloverwogen theoretisch model moeten hebben.
o De onderzoeker moet een duidelijk en compleet onderzoeksmodel hebben waarin staat hoe data
verzameld en geanalyseerd moet worden.
o Concepten moeten geoperationaliseerd zijn.
o Primaire data: originele data
Bv. jij hebt een vragenlijst opgesteld, jij hebt mensen bevraagd
o Secundaire data: bestaande data (bv. parketstatistieken)
3
, CONCLUSIES TREKKEN
o Proces van statistische analyse en wetenschappelijk onderzoek, stopt niet aan het einde van de analyse
o Men gaat na of de resultaten van de statistische analyse de hypothesen ondersteund!! In deze stap wordt
teruggekeerd naar de theorie
COMMUNICEREN VAN RESULTATEN
o In een academisch tijdschrift of boek
o In paper presentaties op professionele conventies
o Belangrijk om resultaten zoveel mogelijk te communiceren, ook al zijn deze negatief.
4