[Ondertitel van document]
[DATUM]
[BEDRIJFSNAAM]
[Bedrijfsadres]
, OVERZICHT
1. ALGEMENE COMPETENTIES
Na het volgen van deze cursus moeten studenten in staat zijn om
• De toeleveringsketen begrijpen en de interacties uitleggen.
• Fundamentele concepten definiëren en strategische en operationele beslissingen nemen
• Realistische SCM-problemen oplossen met aangeleerde tools en modellen.
• De praktische toepassing van theorie en de werking van supply chains begrijpen.
• Inzicht in de impact van concepten op de duurzaamheid van de toeleveringsketen.
2. PRAKTISCHE INFORMATIE
2.1 MATERIAAL
• Dia's van HOC's en WPO's, beschikbaar op Canvas
• Aanvullend cursusmateriaal, beschikbaar op Canvas
2.2 EVALUATIE
• Gesloten boek, MC examen in april, beoordeeld met een “hoger slagingspercentage”.
• Lezingen, gastbijdragen en oefeningen van HOC's en WPO's
• Spelletjes niet beoordeeld, maar vragen of hun inhoud maken deel uit van het examen
3. OVERZICHT LEERSTOF
• Hoofdstuk 1: Introductie SCM
• Hoofdstuk 2: Risico en veerkracht in de SC
• Hoofdstuk 3: Forecasting & Sourcing
• Hoofdstuk 4: Voorraadbeheer
• Hoofdstuk 5: Capaciteitsplanning
• Hoofdstuk 6: Globale productienetwerken en locatiebeslissingen
• Hoofdstuk 7: Maritieme transportsystemen en Hinterland
• Hoofdstuk 8: Transport binnen de SC
Pagina | 1
, HOOFDSTUK 1: INTRODUCTIE SCM
1. EEN SUPPLY CHAIN IS…
1.1 VERWANTE CONCEPTEN
• Platform
• Wereldwijd netwerk
• Wereldwijde waardeketen
• Wereldwijde toeleveringsketen
1.1.1 PLATFORM
Een platform is een fundament waarop activiteiten worden gebouwd, zoals een winkelcentrum
(met winkels als bouwstenen) of een digitaal platform zoals sociale media (bv. Instagram). Het
succes hangt af van "leven" en interacties, wat leidt tot een netwerkeffect.
• Voorbeeld: foto plaatsen op Instagram genereert likes en reacties, wat een exponentieel
sneeuwbaleffect creëert.
• Doel: uit interacties ontstaat een meerwaarde, die op commerciële platformen idealiter
tot transacties leidt.
Platforms zijn de laatste 10 jaar populair door schaalvoordelen aan vraagzijde (meer gebruikers
vergroten de waarde), in tegenstelling tot traditionele schaalvoordelen aan de aanbodzijde
(goedkoper produceren). Dit maakt platforms krachtig en schaalbaar.
1.1.2 WERELDWIJD NETWERK
Een globaal netwerk verbindt wereldwijd entiteiten, zoals het internet of betaalsystemen.
• Fluïde en flexibel: connecties kunnen worden gemaakt of verbroken, anders dan bij SC.
• Historisch voorbeeld: e-mail ontstond uit een netwerk van universitaire onderzoekers.
In tegenstelling tot fysieke ketens draait het hier om connectiviteit en communicatie, zonder
noodzakelijke materiële stromen.
1.1.3 WERELDWIJDE WAARDEKETEN
Porter introduceerde de waardeketen, die bedrijfsactiviteiten structureert in ondersteunende
(boven) en kernactiviteiten (onder). Hoewel het een "keten" heet, is het eerder een flow van
processen van grondstof tot eindklant ("zand tot klant"), dus eigenlijk gewoon de supply chain.
Pagina | 2
, Voor WOII was dit concept niet vanzelfsprekend, nu is het normaal dat bedrijven samenwerken
in een gecoördineerde keten. Dit vereist fysieke stromen (goederen) en communicatiestromen
(informatie). Bijvoorbeeld: Intel maakt chips voor Dell gebaseerd op hun behoeften, met co-
branding (Intel Inside) als resultaat.
Profitpools in de PC-industrie
• Microprocessors: Hoge marges door
oligopolistische markt.
• Andere componenten: Gemiddelde
marges en volumes.
• PC-markt: Kleine marges door
concurrentie, maar groot volume.
• Software: Potentieel hoge marges.
• Randapparatuur (muis, speakers):
Lagere marges.
• Services (reparatie): Variabele winst.
De structuur helpt analyseren waar de grootste winsten zitten: winst = (prijs - kosten) × volume.
Fabrikanten (PC-markt) hebben het minst profijt ondanks het grote volume.
1.1.4 WERELDWIJDE TOELEVERINGSKETEN
De supply chain is de fysieke doorvoerketen van grondstof tot eindproduct, een pipeline
business. De value chain is hieruit voortgekomen. Het omvat gespecialiseerde spelers
• Voorbeeld bij een fiets: frame-maker, wielenmaker, assembleur en verkoper.
Co-specialisatie (elk een specifieke rol) en schaalvoordelen (efficiëntie) zijn cruciaal. Dit vereist
coördinatie en lange-termijnsamenwerking, zoals genoemd in de slides.
1.2 DEFINITIE EN KERN VAN DE SUPPLY CHAIN
Een supply chain is een reeks activiteiten of processen waarbij meerdere actoren betrokken
zijn om goederen of diensten van grondstof tot eindklant te brengen. Dit kan een keten of netwerk
zijn, afhankelijk van de reikwijdte. Typische actoren zijn:
• Toeleveranciers: leveren alle grondstoffen, componenten en verpakkingsmaterialen.
Strategische grondstoffen zijn hier cruciaal, en ketens kunnen lokaal of globaal zijn.
• Fabrikanten en assembleurs: Transformeren alle grondstoffen tot halffabricaten of
eindproducten. Dit varieert van productie tot assemblage.
• Logistieke dienstverleners: Zorgen voor transport & opslag, soms geïntegreerd (trucking
en opslag samen), soms apart (trucking of opslag).
• Distributeurs, groothandels en detailhandel: Verbinden product met klant, variërend
van traditionele winkels tot platforms zoals Amazon.
• Klanten: De eindgebruikers die het product kopen.
Pagina | 3