Dit is een zeer gunstige leer stof voor de toets van klinisch redeneren EBP 1.1B, ik heb ook onder mijn naam nog oefentoetsen geplaatst. kijk daar ook eventjes bij.
succes!
Samenvatting - LP3 KT6 EBP (HBO-V Avans jaar 1)
Case study jaar 1 Verpleegkunde - HVA Hogeschool van Amsterdam
Casestudy (Cijfer 7,0): welke non-farmacologische verpleegkundige interventies kunnen worden ingezet om postoperatieve pijnklachten te verminderen
Alles voor dit studieboek (80)
Geschreven voor
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
HBO-Verpleegkunde
Klinisch redeneren
Alle documenten voor dit vak (24)
Verkoper
Volgen
edassk
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Klinisch redeneren deel 2 + Evidence Based Practice
Prognostisch redeneren
Prognose: voorspelling van hoe een bepaald gezondheidsprobleem waarschijnlijk zal aflopen
(verdwijnen/verbeteren/verergeren).
Prognostisch redeneren: klinisch redeneren om de beïnvloeders van het beloop van een
gezondheidsprobleem te vinden, te wegen, en de meest waarschijnlijke afloop vast te
stellen. Het gaat om de waarschijnlijke afloop, omdat er zich bij gezondheidsproblemen
vrijwel altijd individuele verschillen tussen patiënten zijn.
Verschil prognostische factor en risicofactor/etiologische factor:
Prognostische factor: beïnvloeders van het beloop van het gezondheidsprobleem, als het
gezondheidsprobleem er al is. Je zoekt interventies die de invloed van negatieve beperken
en de invloed van positieve beïnvloeders versterken.
Risicofactor/etiologische factor: oefenen invloed uit op het ontstaan van het
gezondheidsprobleem.
Er zijn positieve en negatieve prognostische factoren. Je bepaalt eerst wat de belangrijkste
prognostische factoren zijn, en dan kijk je of ze wel of niet beïnvloedbaar zijn. Je weegt de
positieve en negatieve factoren, en concludeert dan wat de waarschijnlijke en maximaal
haalbare afloop is.
Resultaatklassen:
De waarschijnlijke afloop wordt weergegeven in één van de zes soorten prognoses:
Resultaatklassen:
1. Preventie
2. Herstel of oplossen
3. Verbetering
4. Remissie en heroptreden
5. Stabilisatie
6. Verslechtering
Patïentendoelen/SMART:
Patiëntendoelen zijn doelen waarin geconcretiseerd wordt wat de verpleegkundigen via
verpleegkundige zorgverlening beogen te bereiken. Het doel moet bij de eerder vastgestelde
resultaatklasse passen.
SMART-doelen:
- Specifiek: meteen duidelijk wat er bereikt moet worden. Concreet gedrag van de
patiënt benoemen, bijvoorbeeld: meneer X kan zich verplaatsen m.b.v. een rollator.
- Meetbaar: duidelijk maken wanneer het doel behaald is, bijvoorbeeld: meneer X kan
zich 100 m verplaatsen m.b.v. een rollator.
- Acceptabel: Patiënt moet het zinvol vinden, bijvoorbeeld: meneer X kan zelfstandig
boodschappen doen met rollator.
, - Realistisch: het doel moet haalbaar zijn, anders leidt het alleen maar tot frustratie.
- Tijdgebonden: tijdslimiet.
De SMART-doelen zijn eenvoudig te testen, als het doel is ‘na een week…’ kijk je dus na een
week of het doel behaald is.
Therapeutisch redeneren
Therapeutisch redeneren is erop gericht om een antwoord te geven op de vraag wat de
beste interventie is voor de individuele patiënt met een specifiek gezondheidsprobleem.
Verschil therapie en interventie:
Therapie: geheel van interventies gericht op een specifiek gezondheidsprobleem.
Interventie: 1 of meer patiëntgebonden handelingen met als gezamenlijk doel het
beïnvloeden van een specifiek gezondheidsprobleem.
Welke interventies zijn beschikbaar?:
- Protocollen
- Vakliteratuur, het is hierbij wel onduidelijk of dit dan de beste interventie is voor de
patiënt.
Aangrijpingspunt van de interventie:
Aspect van het gezondheidsprobleem waarvan geprobeerd wordt het met de interventie te
beïnvloeden. Het aangrijpingspunt kan zijn gericht op de: etiologische factoren,
prognostische factoren of de symptomatologie. De factoren worden weggenomen of
verkleind (behalve de positieve prognostische factoren, die worden versterkt).
Werkingsmechanisme van de interventie:
Naarmate de verpleegkundige het werkingsmechanisme van een interventie beter begrijpt,
kan ze deze interventie met meer inzicht uitvoeren en het nut van de interventie voor de
individuele patiënt beter beoordelen.
De interventie kan verandering teweegbrengen in anatomische/fysiologische structuren, of
in het psychosociale functioneren.
Haalbaarheid van de interventie:
Beschikbaarheid van de interventie wordt bepaald door: kennis en vaardigheden van het
team, beschikbaarheid van de benodigde apparatuur of hulpmiddelen, tijd, financiële
middelen, en mogelijkheden tot training en bijscholing.
Dus: is de opbrengst van de interventie in evenwicht met de kosten van de interventie?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper edassk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €0,00. Je zit daarna nergens aan vast.