1. Inleiding
Wervelkolom = belangrijke schakel in algemene functioneren vd mens
2 <-> biomechanische eisen
o Voldoende stabiliteit voorzien
o Voldoende mobiliteit voorzien
3 functies
o Bescherming bieden aan zenuwstelsel
o Zorgen voor steun- stabiliteit- draagvormen
o Centrale aanhechtingsplaats bieden voor spieren
beweging mogelijk maken tussen≠ lichdelen
Functionele stabiliteit
o = stabiliteit en mobiliteit verenigd
o Noodzakelijk voor statische en dynamische belasting
o Voldoende mobiliteit
Om te bewegen zoals we willen
Voldoende spiertonus beschikken om tegen Fz rechtop houden
+ correcte neuro-motorische patronen beheersen voor optimale houding en
kwaliteitsvolle bewegingen te verkrijgen
Inzicht in oorzaken v rugpijn en manier waarop rug aandoening kan ontstaan/ ontwikkelen
o Nuttig om
Anatomie en klinische biomechanica te kennen
Dieper in te gaan op basisbeginselen v klinische diagnostiek en principes v
opbouw v onderzoek WZ
, 2. Functionele anatomie
a. Inleiding
Vier regio’s
o Cervicaal
o Thoracaal
o Lumbaal
o Sacraal
Sagittaal vlak
o = s-vormig gebogen
Lordose
Cervicaal + lumbaal
Convex naar ventraal
Kyfose
Thoracaal + sacraal
Convex naar dorsaal
o Krommingen
Kunnen pathologisch, versterkt of afgevlakt
invloed op totale houding en evt klachten ervan
Wz
o Bepaalt lichaamshouding
o Beschermt ruggenmerg en cauda equina
o Vormt aanhechting v veel spieren
b. Articulair
Wervelkolom
o 7 cervicale wervels
o 12 thoracale
o 5 lumbale
o 5 met elkaar vergroeide sacrale
o 3/4 occipitale
Segment
o = 2 opeenvolgende wervels + tussenwervel schijf + intervertebrale gewricht
i. Vertebrae
Wervel bevat
o Corpus vertebrae
= wervellichaam
Lumbaal en distaal
Afgevlakt
o Arcus vertebrae
Dorsaal v corpus
Bevat benige uitsteeksels
Naar dorsaal
o = processus spinosus
Naar lateraal
o Processus transversi
Onderverdeeld in
Lamina
, o = achterste deel arcus waar uitsteeksels zitten
Pediculus
o Verbindsings stuk corpus-arcus
o Foramen vertebrae
= ruimte gevormd door arcus en dorsale zijde corpus
o Canalis vertebrae
Gevormd door alle foramina vertebrale
Bevat ruggenmerg en deel uittredende zenuwen
1. Cervicale regio
Foramen trasversarium
o = Kenmerkende openingen in processus transversi
o Wordt doorlopen door Arteria vertebralis
Behalve C7
Processus spinosus
o Horizontaal
o Gespleten
Corpus
o Opstaande zijranden
o = processus uncinati
Atlas
o = 1e halswervel
o Bevat geen
Corpus
Processus spinosus
o Bevat
2 Massa lateralis
Zijdelingse delen
Arcus anterior
Verbind massa lateralis anterieur
Arcus posterior
Verbind massa lateralis posterieur
Fovea dentis
Gewrichtsvlak op achterzijde arcus anterior voor dens
Processus transversari
Ver naar lateraal uitstekend
Goed voor palpatie
Axis
o 2e halswervel
o Bevat
Dens
Craniaal uitstekend
Articuleert met arc ant atlas
Lig
Transversarium atlantis
o Zorgt dat dens op zijn plaats blijft
Alaria
, o Soort krusiband aan kant dens axis
o Verbinden dens met binnenzijde condylus occipitalis
Art atlanto-occipitale
o Gewricht tussen atlas en occiput
Art altlanto-axialis lat + med
o Gevormd door atlas en axis
C2-C3
o Bevat 1e discus
C3-C7
o Proc spin
Gespleten
o Corpus
Bovenrand
Bevat opstaande rand = processus uncinati
corpi grijpen in elkaar aan
o Uncovertebrale gewricht v Luschka
Spleet in tussenliggende discus intervertebralis
Gedraagt zich als synoviaal gewricht
o C7
= vertebra prominens
Processus spinosus langer dan andere cervicale wervels
Geen foramen transversarium
2. Thoracale regio
Lijken best op beschreven grondtype
T1
o Lijkt meer op Cervicale
T11-12
o Lijken meer op lumbale wervels
Proc spinosus
o Mid T
Schuin caudaal gericht
Bedekken elkaar
o Hoog/ laag T
Horizontaler gericht
Gewrichtsvlakjes ribben
o T1-T10
2 op corpus
Boven en onder
Op proc transversus
T7 = top v kyfose
Bevatten ook
o Beenderig
Ribben
Sternum
Clavicula
Scapula
Wervelkolom = belangrijke schakel in algemene functioneren vd mens
2 <-> biomechanische eisen
o Voldoende stabiliteit voorzien
o Voldoende mobiliteit voorzien
3 functies
o Bescherming bieden aan zenuwstelsel
o Zorgen voor steun- stabiliteit- draagvormen
o Centrale aanhechtingsplaats bieden voor spieren
beweging mogelijk maken tussen≠ lichdelen
Functionele stabiliteit
o = stabiliteit en mobiliteit verenigd
o Noodzakelijk voor statische en dynamische belasting
o Voldoende mobiliteit
Om te bewegen zoals we willen
Voldoende spiertonus beschikken om tegen Fz rechtop houden
+ correcte neuro-motorische patronen beheersen voor optimale houding en
kwaliteitsvolle bewegingen te verkrijgen
Inzicht in oorzaken v rugpijn en manier waarop rug aandoening kan ontstaan/ ontwikkelen
o Nuttig om
Anatomie en klinische biomechanica te kennen
Dieper in te gaan op basisbeginselen v klinische diagnostiek en principes v
opbouw v onderzoek WZ
, 2. Functionele anatomie
a. Inleiding
Vier regio’s
o Cervicaal
o Thoracaal
o Lumbaal
o Sacraal
Sagittaal vlak
o = s-vormig gebogen
Lordose
Cervicaal + lumbaal
Convex naar ventraal
Kyfose
Thoracaal + sacraal
Convex naar dorsaal
o Krommingen
Kunnen pathologisch, versterkt of afgevlakt
invloed op totale houding en evt klachten ervan
Wz
o Bepaalt lichaamshouding
o Beschermt ruggenmerg en cauda equina
o Vormt aanhechting v veel spieren
b. Articulair
Wervelkolom
o 7 cervicale wervels
o 12 thoracale
o 5 lumbale
o 5 met elkaar vergroeide sacrale
o 3/4 occipitale
Segment
o = 2 opeenvolgende wervels + tussenwervel schijf + intervertebrale gewricht
i. Vertebrae
Wervel bevat
o Corpus vertebrae
= wervellichaam
Lumbaal en distaal
Afgevlakt
o Arcus vertebrae
Dorsaal v corpus
Bevat benige uitsteeksels
Naar dorsaal
o = processus spinosus
Naar lateraal
o Processus transversi
Onderverdeeld in
Lamina
, o = achterste deel arcus waar uitsteeksels zitten
Pediculus
o Verbindsings stuk corpus-arcus
o Foramen vertebrae
= ruimte gevormd door arcus en dorsale zijde corpus
o Canalis vertebrae
Gevormd door alle foramina vertebrale
Bevat ruggenmerg en deel uittredende zenuwen
1. Cervicale regio
Foramen trasversarium
o = Kenmerkende openingen in processus transversi
o Wordt doorlopen door Arteria vertebralis
Behalve C7
Processus spinosus
o Horizontaal
o Gespleten
Corpus
o Opstaande zijranden
o = processus uncinati
Atlas
o = 1e halswervel
o Bevat geen
Corpus
Processus spinosus
o Bevat
2 Massa lateralis
Zijdelingse delen
Arcus anterior
Verbind massa lateralis anterieur
Arcus posterior
Verbind massa lateralis posterieur
Fovea dentis
Gewrichtsvlak op achterzijde arcus anterior voor dens
Processus transversari
Ver naar lateraal uitstekend
Goed voor palpatie
Axis
o 2e halswervel
o Bevat
Dens
Craniaal uitstekend
Articuleert met arc ant atlas
Lig
Transversarium atlantis
o Zorgt dat dens op zijn plaats blijft
Alaria
, o Soort krusiband aan kant dens axis
o Verbinden dens met binnenzijde condylus occipitalis
Art atlanto-occipitale
o Gewricht tussen atlas en occiput
Art altlanto-axialis lat + med
o Gevormd door atlas en axis
C2-C3
o Bevat 1e discus
C3-C7
o Proc spin
Gespleten
o Corpus
Bovenrand
Bevat opstaande rand = processus uncinati
corpi grijpen in elkaar aan
o Uncovertebrale gewricht v Luschka
Spleet in tussenliggende discus intervertebralis
Gedraagt zich als synoviaal gewricht
o C7
= vertebra prominens
Processus spinosus langer dan andere cervicale wervels
Geen foramen transversarium
2. Thoracale regio
Lijken best op beschreven grondtype
T1
o Lijkt meer op Cervicale
T11-12
o Lijken meer op lumbale wervels
Proc spinosus
o Mid T
Schuin caudaal gericht
Bedekken elkaar
o Hoog/ laag T
Horizontaler gericht
Gewrichtsvlakjes ribben
o T1-T10
2 op corpus
Boven en onder
Op proc transversus
T7 = top v kyfose
Bevatten ook
o Beenderig
Ribben
Sternum
Clavicula
Scapula