Macro economie samenvatting
Inleiding:
Micro : hoe individueel huishouden en bedrijven beslissingen maken en
interageren met de markt ( kleine schaal)
Macro: de studie vd economie in zijn totaliteit ( som v alle huishoudens). We gaan
kijken hoe economische veranderingen huishoudens, bedrijven en markten
beïnvloeden.
5 thema’s: prijspeil ( inflatie & deflatie bestuderen) , inkomen vd gehele
economie, werkloosheid , rentevoeten ( = prijs v spaargeld) , wisselkoersen
Module 2: bbp & meten vd vooruitgang:
Bbp = bruto binnenlands product -> gaat totale output ( productie ) v een land
berekenen
het is een maatstaf voor materiele vooruitgang, je kan de materiele welvaart tss
landen ook vergelijken
definitie: de marktwaarde v alle eindgoederen en -diensten die zijn
geproduceerd binnen een land in een jaar
Marktwaarde
o zodat we verschillende soorten eindgoederen kunnen optellen bv: auto
+ kippen ( gaat niet vr alles , want niet alles heeft een marktwaarde bv:
onderwijs)
o p*q
eindgoederen en -diensten ( = finale goederen/diensten)
o zodat we alles exact 1 keer meerekenen
o intermediaire goederen/diensten gaan we dus niet meetellen (bv:
banden auto)
o kapitaalgoederen ( bv: machines & uitrusting) gaan we als eindgoed
beschouwen
o bv: auto bestaat uit banden , ramen … , als we alles apart berekenen
( auto + raam + band) tellen we zaken meerdere keren , want banden
zijn onderdeel v auto.
Geproduceerd
o Geen: 2e hands goederen , aandelen & obligaties ( financiële effecten),
…
Binnen een land
o Nationaliteit v persoon is dus niet v belang , enkel plaats v verkoop
In een jaar
o Per tijdsperiode -> stroomvariabele bv: bbp
o Op bepaald tijdsstip -> voorraadsvariabele bv: nationaal vermogen
Groeivoeten (berekenen):
Soorten:
1
,Nominaal bbp : marktprijzen vh jaar waarin geproduceerd werd
waardeert productie q teven prijzen vh lopende jaar -> bbp tegen lopende
prijzen
Houd geen rekening met bv: inflatie -> opl : reële bbp
Verandering in bbp is gevolg v verandering in q en p
Reële bbp: prijzen v een basisjaar (= referentiejaar)
Waardeert q tegen prijzen van een basisjaar -> bbp tegen vaste prijzen
Verandering in bbp is gevolg v verandering in q ( p staat vast)
Andere terminologie:
reële = consant , volume , ketting euro’s
nominaal = lopende prijzen
bbp-deflator: prijsindex om inflatie te meten
Bbp deflator meet met welke factor de prijzen zijn gestegen tov het basisjaar. →
maatstaf meet het prijzenpijl, niet het bbp
= nom bbp 2022 / reëel bbp 2022 * 100
* 100 want basisjaar moet waarde 100 aannemen
Norm: 1,26 & nu: 126
Tss 2010 en 2022 zijn de prijzen toegenomen met 26%
Schommelingen v reëel bbp:
Periodes waarbij er krimp is in de economie = recessie ( onder 0 op graf)
Economische conjunctuur = het samen bewegen v allerlei economische
variabelen op korte termijn ?
Verschillende manieren om bbp te berekenen:
Bestedingsbenadering vh bbp:
We gaan de productie opsplitsen in bestedingen , want alles wat geproduceerd
wordt zal uiteindelijk ook gekocht worden
Bbp benaderen door te kijken nr de totale besteding in de economie
BBP=C+I+G+NX !!!!! -> 60% + 20% + 20%
C = consumptie = besteding door huishoudens aan eindgoederen en -
diensten.
I = investeringen = particuliere bestedingen aan kapitaalgoederen ( geen
financieel kapitaal bv: aandelen)
o Particulier = bedrijven , huishoudens
2
, o Hebben andere betekenis afh vh domein bv: gezin koopt auto ->
consumptie | bedrijf “ -> investering
o Aankopen v nieuwe woningen , veranderingen in voorraad
G = overheid = overheidsbesteding aan eindgoederen en -diensten.
o Bevat :
Besteding aan openbare werken
Producten die niet worden verkocht in de markt ( en dus geen
marktwaarde hebben) -> bv: kost brandweer -> Hun salaris is
dan de marktwaarde v dit prod/dienst
o Bevat geen:
Overheidsuitgaven bv: pensioenen , subsidies
NX = netto-uitvoer = uitvoer – invoer
o Uitvoer = besteding aan binnenlandse goederen en diensten door
het buitenland
Inkomensbenadering vh bbp:
Alle bestedingen aan binnenlands product zijn iemands inkomen
Kijkt nr totale inkomens die worden verdiend binnen economie
Productie factor = arbeid + land + kapitaal
Inkomen (Y) = lonen (60%) + landrente + fysiek kapitaal + interest + winsten
Problemen met bbp als maatstaaf:
Het houd geen rekening met:
Alles wat in het zwart gebeurt ( =ondergrondse economie)
Niet – geprijsde productie bv: transacties binnen het huishouden
Betere gezondheid
Vrije tijd
Zouden bbp doen stijgen als meegerekend werden
Milieuschade
Inkomensongelijkheid
o Bbp is geen maat vr de verdeling vh inkomen
o Je kan groei hebben v bbp , maar dat de impact daarvan op de
inkomensverdeling kan verschillen bv: alles nr rijke of alles nr
armen!
Zouden bbp doen dalen als meegerekend werden
Conclusie : bbp is dus een onvolmaakte maar bruikbare maatstaf van productie
en welvaart
3
, Module 3: welvaart van landen en economische groei
we gaan kijken hoe bbp per hoofd gecorreleerd is met gezondheid ->
gapminder.org ( site dat dit aantoont , ding met bubbels)
enkele belangrijke feiten:
Bbp per hoofd verschilt sterk tss versch landen, zie graf 27.2
Iedereen was vroeger arm
o Formule groeivoet -> gt = ( yt – yt-1 / yt-1 ) * 100%
o Rule of 70 = vuistregel die wordt gebruikt om de verdubbelingstijd
van een variabele te schatten op basis van de jaarlijkse groeivoet.
( bij exp groei)
Verdubbelingstijd= 70 / X %
Als een variabele groeit tegen een jaarlijkse groeivoet v X %
( = groeipercentage) , dan is de verdubbelingstijd …
Er zijn groei mirakels en groei rampen
welvaart & gezondheid bewegen doorgaans in dezelfde richting
3.1 welvaart van landen
Productiefactoren:
Landen met een hoog bbp per hoofd hebben veel fysiek- en menselijk kapitaal
per arbeider
Dat kapitaal wordt geoptimaliseerd door gebruik te maken vd beste
technologische kennis om zo zeer productief te zijn
Fysiek kapitaal = tastbare productiemiddelen bv: machines, gebouwen
Menselijk kapitaal = vaardigheden , kennis , gezondheid vd arbeidskrachten in
onze samenleving
vertegenwoordigt de investeringen in opleiding en gezondheidszorg die
bijdragen aan de productiviteit en economische ontwikkeling
technologische kennis = kennis over hoe de wereld werkt ( kennis dat
technologie mogelijk maakt)
4
Inleiding:
Micro : hoe individueel huishouden en bedrijven beslissingen maken en
interageren met de markt ( kleine schaal)
Macro: de studie vd economie in zijn totaliteit ( som v alle huishoudens). We gaan
kijken hoe economische veranderingen huishoudens, bedrijven en markten
beïnvloeden.
5 thema’s: prijspeil ( inflatie & deflatie bestuderen) , inkomen vd gehele
economie, werkloosheid , rentevoeten ( = prijs v spaargeld) , wisselkoersen
Module 2: bbp & meten vd vooruitgang:
Bbp = bruto binnenlands product -> gaat totale output ( productie ) v een land
berekenen
het is een maatstaf voor materiele vooruitgang, je kan de materiele welvaart tss
landen ook vergelijken
definitie: de marktwaarde v alle eindgoederen en -diensten die zijn
geproduceerd binnen een land in een jaar
Marktwaarde
o zodat we verschillende soorten eindgoederen kunnen optellen bv: auto
+ kippen ( gaat niet vr alles , want niet alles heeft een marktwaarde bv:
onderwijs)
o p*q
eindgoederen en -diensten ( = finale goederen/diensten)
o zodat we alles exact 1 keer meerekenen
o intermediaire goederen/diensten gaan we dus niet meetellen (bv:
banden auto)
o kapitaalgoederen ( bv: machines & uitrusting) gaan we als eindgoed
beschouwen
o bv: auto bestaat uit banden , ramen … , als we alles apart berekenen
( auto + raam + band) tellen we zaken meerdere keren , want banden
zijn onderdeel v auto.
Geproduceerd
o Geen: 2e hands goederen , aandelen & obligaties ( financiële effecten),
…
Binnen een land
o Nationaliteit v persoon is dus niet v belang , enkel plaats v verkoop
In een jaar
o Per tijdsperiode -> stroomvariabele bv: bbp
o Op bepaald tijdsstip -> voorraadsvariabele bv: nationaal vermogen
Groeivoeten (berekenen):
Soorten:
1
,Nominaal bbp : marktprijzen vh jaar waarin geproduceerd werd
waardeert productie q teven prijzen vh lopende jaar -> bbp tegen lopende
prijzen
Houd geen rekening met bv: inflatie -> opl : reële bbp
Verandering in bbp is gevolg v verandering in q en p
Reële bbp: prijzen v een basisjaar (= referentiejaar)
Waardeert q tegen prijzen van een basisjaar -> bbp tegen vaste prijzen
Verandering in bbp is gevolg v verandering in q ( p staat vast)
Andere terminologie:
reële = consant , volume , ketting euro’s
nominaal = lopende prijzen
bbp-deflator: prijsindex om inflatie te meten
Bbp deflator meet met welke factor de prijzen zijn gestegen tov het basisjaar. →
maatstaf meet het prijzenpijl, niet het bbp
= nom bbp 2022 / reëel bbp 2022 * 100
* 100 want basisjaar moet waarde 100 aannemen
Norm: 1,26 & nu: 126
Tss 2010 en 2022 zijn de prijzen toegenomen met 26%
Schommelingen v reëel bbp:
Periodes waarbij er krimp is in de economie = recessie ( onder 0 op graf)
Economische conjunctuur = het samen bewegen v allerlei economische
variabelen op korte termijn ?
Verschillende manieren om bbp te berekenen:
Bestedingsbenadering vh bbp:
We gaan de productie opsplitsen in bestedingen , want alles wat geproduceerd
wordt zal uiteindelijk ook gekocht worden
Bbp benaderen door te kijken nr de totale besteding in de economie
BBP=C+I+G+NX !!!!! -> 60% + 20% + 20%
C = consumptie = besteding door huishoudens aan eindgoederen en -
diensten.
I = investeringen = particuliere bestedingen aan kapitaalgoederen ( geen
financieel kapitaal bv: aandelen)
o Particulier = bedrijven , huishoudens
2
, o Hebben andere betekenis afh vh domein bv: gezin koopt auto ->
consumptie | bedrijf “ -> investering
o Aankopen v nieuwe woningen , veranderingen in voorraad
G = overheid = overheidsbesteding aan eindgoederen en -diensten.
o Bevat :
Besteding aan openbare werken
Producten die niet worden verkocht in de markt ( en dus geen
marktwaarde hebben) -> bv: kost brandweer -> Hun salaris is
dan de marktwaarde v dit prod/dienst
o Bevat geen:
Overheidsuitgaven bv: pensioenen , subsidies
NX = netto-uitvoer = uitvoer – invoer
o Uitvoer = besteding aan binnenlandse goederen en diensten door
het buitenland
Inkomensbenadering vh bbp:
Alle bestedingen aan binnenlands product zijn iemands inkomen
Kijkt nr totale inkomens die worden verdiend binnen economie
Productie factor = arbeid + land + kapitaal
Inkomen (Y) = lonen (60%) + landrente + fysiek kapitaal + interest + winsten
Problemen met bbp als maatstaaf:
Het houd geen rekening met:
Alles wat in het zwart gebeurt ( =ondergrondse economie)
Niet – geprijsde productie bv: transacties binnen het huishouden
Betere gezondheid
Vrije tijd
Zouden bbp doen stijgen als meegerekend werden
Milieuschade
Inkomensongelijkheid
o Bbp is geen maat vr de verdeling vh inkomen
o Je kan groei hebben v bbp , maar dat de impact daarvan op de
inkomensverdeling kan verschillen bv: alles nr rijke of alles nr
armen!
Zouden bbp doen dalen als meegerekend werden
Conclusie : bbp is dus een onvolmaakte maar bruikbare maatstaf van productie
en welvaart
3
, Module 3: welvaart van landen en economische groei
we gaan kijken hoe bbp per hoofd gecorreleerd is met gezondheid ->
gapminder.org ( site dat dit aantoont , ding met bubbels)
enkele belangrijke feiten:
Bbp per hoofd verschilt sterk tss versch landen, zie graf 27.2
Iedereen was vroeger arm
o Formule groeivoet -> gt = ( yt – yt-1 / yt-1 ) * 100%
o Rule of 70 = vuistregel die wordt gebruikt om de verdubbelingstijd
van een variabele te schatten op basis van de jaarlijkse groeivoet.
( bij exp groei)
Verdubbelingstijd= 70 / X %
Als een variabele groeit tegen een jaarlijkse groeivoet v X %
( = groeipercentage) , dan is de verdubbelingstijd …
Er zijn groei mirakels en groei rampen
welvaart & gezondheid bewegen doorgaans in dezelfde richting
3.1 welvaart van landen
Productiefactoren:
Landen met een hoog bbp per hoofd hebben veel fysiek- en menselijk kapitaal
per arbeider
Dat kapitaal wordt geoptimaliseerd door gebruik te maken vd beste
technologische kennis om zo zeer productief te zijn
Fysiek kapitaal = tastbare productiemiddelen bv: machines, gebouwen
Menselijk kapitaal = vaardigheden , kennis , gezondheid vd arbeidskrachten in
onze samenleving
vertegenwoordigt de investeringen in opleiding en gezondheidszorg die
bijdragen aan de productiviteit en economische ontwikkeling
technologische kennis = kennis over hoe de wereld werkt ( kennis dat
technologie mogelijk maakt)
4