Blaas werkt zoals een accordeon: volume kan uitgerokken worden maar de wandspanning blijft hetzelfde
→ Kan veel urine in de blaas laten druppelen zonder
dat de druk toeneemt
→ Afferent signaal naar spinaal kanaal als blaas vol is
→ Efferent signaal: samentrekken detrusorspier
→ Niet elke prikkel zorgt voor samentrekking!
o Gevoeligheid v/d nociceptoren wordt
gemoduleerd vanuit OS → niet elk signaal komt
door
o Hersenstam coördineert heel veel dingen:
▪ Als we moeten plassen moet de interne
sfincter signaal krijgen om te ontspannen
▪ Connectie naar hersenschors: als het geen
correct moment is om te plassen
Gepast moment om blaas te ledigen? → inhibeert de mictie
Corticaal → bekkenbodem: ophoudgedrag vertonen: is niet complete zindelijkheid
Om zindelijk te worden moet je groeien naar de spinale reflex met de controle van de hersenstam
Corticale bewustszijn komt vanaf ong 9 maanden: plassen afhv de context
ZINDELIJKHEIDSONTWIKKELING
NEUROFYSIOLOGIE VAN BLAASOPSLAG & LEDIGING
- Opslag van de blaas
o Lage afferente activiteit (sensorische input van urotheel en interstitiële zenuwuiteinden)
▪ Van de zenuwen
o Hoge sympathische zenuwactiviteit (remming van de detrusor, activering van de interne sluitspier)
o 99% van de tijd zitten we in blaasvullingsstoestand
o Interne sfincter geactiveerd, detrusor spier niet echt gevoelig
- Lediging van de blaas
o Hoge afferente activiteit (sensorische input van urotheel en interstitiële zenuwuiteinden)
o Lage sympathische zenuwactiviteit
o Hoge parasympathische zenuwactiviteit (activering van de detrusor)
▪ Tijdens het plassen zal de hartslag dalen
o Persen: bekkenbodemspier samentrekken → urethra platduwen → dysfunctioneel plassen : grote
kans dat er nog urine achter blijft
Frequentie
- Blaaslediging werkt 30x per etmaal
- Pasgeborene: rond 12x per dag
- Schoolgaande kinderen: 3-9x per dag
NORMALE ZINDELIJKHEIDSONTWIKKELING
De feiten
1. Controle over de sluitspier en bekkenbodem reeds op 9 maanden?
2. Centrale inhibitie is een in stilte verworven vermogen
o Vanaf de leeftijd van 2 jaar kan dit al → moet het kunnen tegen de leeftijd van 4j
3. Centrale inhibitie kan geoefend worden: potjestraining
o Eerst overdag
o Culturele verschillen
,PRAKTISCHE TIPS
- Leeftijd versus communicatie vaardigheden
o Moet een zekere leeftijd hebben, maar vooral communicatie vaardigheden
▪ Kan dat weten door met u rug naar uw kind te draaien en te zeggen dat je kind zen schoenen
moet pakken → weet dat kind niet doof is en dat kind het begrepen heeft als die met zen
schoenen afkomt
▪ Zindelijkheid zit tussen 1,5j – 3j (4j)
o Doof?
o Begrip?
Stoelgang
- Is bij jonge kinderen 2/3 per dag tot 1x om de 2 dagen → unieker dus moeilijker om te trainen
- Na de maaltijd ( MMC: migrating motor complex)
o Na de maaltijd zal agv de slikbeweging het volledige proces van maag – dundarm en colon in gang
gezet worden → met een puls vullen tot de ampulla
- Potje in het zicht
o Vroeger: kakstoel → potje onder de stoel
o Kreeg u fruitpap op die stoel in je blote poep → direct onlasting
o Zorgde ervoor dat kinderen al heel jong de relatie legde tussen gerommel in de buik en ontslasting
- Cave obstipatie:
o 1 op 3 dagen
o Hard
o Pijn
o Huilbuien
INCONTINENTIE
Vanaf wanneer denken aan moeilijke zindelijkheid?
- Wat is juist het probleem?
o Incontinentia = het druppels gewijs verlies van urine → komt veel vaker voor
o Enuresis = blaaslediging in de broek
▪ Normale lediging van de blaas alsof je op een aanvaardbare plaats & tijd zit maar dat is niet
▪ Kan vaak tijdelijk zijn agv stress
o Nocturna of diurna (snachts of overdag)
Oorzaken
- Anatomische oorzaken:
o Dag en nacht
- Functioneel: gebruik van de blaas is niet correct
o Neurogeen
o Niet neurogeen: er is gedragsmatig iets gebeuert waardoor het kind zijn blaas niet gebruikt
Waar zit het probleem?
- Reservoir:
o Anatomisch histologische determinanten
o Blaasvolume is niet echt goed te meten → plassen altijd ander volume uit
▪ Weten door de grootste plas van de dag bij te houden = maximum voided volume
▪ Formule = (leeftijd (in jaren) + 2)*30 ml → maar is niet echt goed: veel kinderen plassen volgens
die formule niet voldoende
o Functioneel reservoir de grootste plas van de dag.
o Oorzaken slecht anatomisch reservoir?
▪ Vaststellen met mictiecystiuretrografie (contrast) : ziet normaal mooi
afgelijne blaas
Foto: dikke blaaswand met divertikels met daaronder urethra zichtbaar
(mag normaal niet! → vernauwing in de urethra → blaas heeft tegen hoge
druk moeten plassen → slechte reservoir functie (alleen bij jongens!)
, ▪ Zeldzame oorzaken
Ectope ureter duplex : slechte embryologische ontwikkeling waarbij 2 uretherknopjes aan
zelfde kant vertrekken → 1 van die ureters komt vaak op een ectopische plaats uit → bij
meisjes vaak in de vagina
Blaasextrofie: het niet sluiten van de blaas
Cloacale malformatie: tijdens de embryologie het niet verdelen van de darm en de blaas
o Oorzaken slecht functioneel reservoir?
▪ Cystitis (blaasontsteking): irritatie epitheel → prikkeling zenuwuiteinden door infectie → zal veel
vaker moeten plassen
▪ Ophoudgedrag: urethra dichtknijpen → blaas zal volgende keer harder samentrekken
(detrusorhypertrofie: blaas wordt dikwandiger) → is sterk maar niet soepel → zal aandrang blijven
geven: functioneel kleine blaas
▪ Soms idiopathisch: soms niet duidelijk
▪ Vaststelling: > 9x plassen per dag + nooit het maximale volume behouden
- Blaasontledigingsprobleem
o Anatomisch
▪ Ureterocoele duplex: onderste ureter komt toch nog in de blaas uit → eindigt in ballon (heel klein)
die wat opgeblazen dit → zit voor de blaaswand → als men plast zal die in de ureter getrokken
worden → er zit iets in de weg : kan niet plassen → blaas zal hypertroof worden
▪ PUV = posterior urethral valves: werken obstructief (kleppen in de posterieure urethra)
o Functioneel
▪ Neurogeen detrusor sfincter dyssynergie
Zenuwprobleem: detrusosr en de sfincter werken elkaar tegen → ontspannen niet als de
andere samentrekt => doen hetzelfde op dezelfde moment: allebij samentrekken of allebij
onstpannen → ontregeling plassen
Bv bij een dwarsleasie: spinaal kanaal onderbroken
Bij congenitale afwijkingen: bv spina bifida → gebeurt als men het defect sluit
▪ Niet neurogeen: disfunctioneel plassen
Komt het vaakste voor, vooral meisjes tussen 4& 6j
• Druppelen, veel last van urineweginfecties
Visceuze cirkel:
→ Kind heeft in zen hoofd gestoken dat het niet gaat plassen (aan het spelen, uti,…) →
houdt de plas op : plasbuis is platgeknepen → blaas stopt met prikkels geven maar zal
hypertroof worden en overgevoelig
→ Minder rek van de blaas en gemakkelijker drang
→ Kind zal weer ophouden → ontstaan dikke blaaswand die nog rapper drang zal geven en
een slechter reservoir functie: onderhoud zichzelf
→ Zo’n kinderen zijn smorgens wakker en energiek: tegen 16u zijn ze heel moe → in
namiddag komt de urine productie meer op gang → drang zal toenemen → kans dat
ophoudmaneuvre optijd op gang komt is groot → druppels in onderbroek → houdt huid
nat en kwetsbaar => vulvovaginitis
→ Huid is stuk: E. coli bacterien zitten daar en kunnen gemakkelijk opstijgen →
blaasontsteking → nog meer prikkels
→ Kinderen zullen dysfunctioneel gaan plassen
o Want na ophoud manoeuvre is een refractaire fase
o Kind zal door ouders verplicht worden om te plassen, maar zit in refractaire fase →
kind zal pipi gaan doen: met slappe blaas persen (bekkenbodem aanspannen en
urine eruit duwen)
o Maar blijft residu in de blaas
→ Kind gaat verder spelen, maar zal na een kwartier pipi in de broek doen
o Is agv dysfunctioneel plassen: had nog residu in de blaas
→ Residu geeft ook infecties
Behandeling:
• Ophoudgedrag vermijden
→ Niet teveel drinken
→ Planning geven: om de zoveel tijd plassen
• Dysfunctioneel plassen afleren mbv kine
, • Infecties voorkomen: AB profylaxe geven
• Zenuwachtigheid mbv anticholinergica fixen
URINARY TRACT INFECTIONS
EPIDEMIOLOGIE
- Koortsige of niet koortsige urineweginfectie.
o Met koorts = hoge infectie → ernstig te nemen
- Incidentie:
o 1000 kinderen = 5,2 nieuwe gevallen
o Meisjes > jongens, vooral niet-koorts
- Prevalentie
o 7,2% meisjes
o 1,6% jongens
- 100 kinderen <2j met koorts
o 5,3% UTI
o Meisje: 18%
o Als je geen andere verklaring vindt voor de koorts → wss UTI
BELANG?
- Deel moet gehospitaliseerd worden: bij hevige koorts & breken
- Recurrence (terugkomen) : 18-30%
- Renal damage: 7-15% -> agv litteken in de nier
Definities:
Bacteriën in urinewegen
- Meatus urethra
- Urethra
- Blaas
- Urineleider
- Pyelocaliceal systeem
- Nierparenchym
Bacteriën in de urine
- Positieve kweek:
o 100.000 kolonievormende eenheden in 1 ml
o van een midstream-monster.
- Methode om deze diagnose te stellen?
o Kweken + antibacteriogram