Hoofdstuk 1: De aarde in de ruimte
1.1.1 Het heelal
13,8 miljard jaar geleden vond de oerknal/big bang plaats. Eén minuscule puntje
bevatte oneindig veel energie, waaruit dan later de elementaire deeltjes ontstonden.
De oerknaltheorie, van een Belg; Georges Lemaître. Hij hoorde dat het heelal uitdijde=
steeds groter werd, ging hij als volgt redenen: als het blijft groeien, dan was het ooit erg
klein → het minuscule puntje waar alles bij begon.
1.1.2 Sterrenstelsels
Bij de oerknal was de temperatuur torenhoog, deze nam met de jaren af. Wanneer het
heelal afkoelde tot 3000°C ontstonden de eerste atomen (vooral veel waterstofgas).
Sommige deeltjes werden door de zwaartekracht naar elkaar toegetrokken, sommigen
fuseerden en vormden nieuwe atomen (heliumatomen).
Zwaartekracht = een kracht die zich tussen alle materie op aarde voordoet.
Bijvoorbeeld: tussen twee voorwerpen op tafel. De kracht wordt groter naarmate de
voorwerpen groter worden of dichter bij elkaar staan. De aarde is ‘het zwaarte voorwerp’
dat we ons kunnen voorstellen. Daarom valt alles in de richting van de aarde. (Newton).
Er bevinden zich miljarden sterrenstelsels in het heelal. Wij (de aarde) maken deel uit
van het Melkwegstelsel. Het ontstond 9 miljard jaar geleden en telt meer dan honderd
miljard sterren.
Vanop de aarde kan je deze zien als het donker genoeg is; een lichte zilveren band die de
hemel omspant.
Vanuit de ruimte; een spiraalvormige schotel die in het midden verdikt is.
De afstand van de ene kant naar de andere kant is zo groot dat we deze niet uitdrukken in
km, maar in lichtjaar (= de afstand dat licht aflegt in 1 jaar) -> geen eenheid voor tijd,
maar voor afstand!
,1.1.3 Ons zonnestelsel
Inzoomen op een van de spiraalarmen van het Melkwegstelsel → ons zonnestelsel.
= een planetenstelsel waarbij de zon een cruciale rol speelt, aangezien de 8 planeten er
omheen cirkelen.
Vanaf de zon: Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus.
Planetenstelsel= een verzameling van hemellichamen die om een centrale ster draaien
(bij ons is dit de zon).
Meteoroïden zijn brokstukken die geen vaste baan om de zon hebben en doelloos
rondzweven → vallende sterren (ontbranden door grote wrijving wanneer deze onze
atmosfeer binnendringen).
o Meteoren; branden op voor ze de aarde raken
o Meteorieten; slaan in op het aardeoppervlak.
Mercurius:
o Temperaturen tussen (boven) 300°C en -70°C
o Heeft geen atmosfeer (zoals de aarde heeft) om warmte vast te houden
o Het opkomen van de zond duurt ongeveer zo lang als een dag als de zon haar
omloop rond de zon (58 aardse dagen)
o Eén dag = 176 aardse dagen.
Venus:
o Helderste object (na zon & maan)
o Vernoemd naar Romeinse godin van de liefde
o Temperaturen tot 300°C en enorme luchtdruk
o Er drijven grote wolkenpakken rond in de atmosfeer, waaruit het zwavelzuur
regent
o Een op hol geslagen broeikaseffect.
Mars:
o Heldere roodachtige ster die soms zichtbaar is in de nacht
o Best bestudeerde object uit ons zonnestelsel, omdat er overeenkomsten zijn met
de aarde:
• Kent ook seizoenen (duren dubbel zolang)
• draait net iets langer dan 24u om haar as
• Nasa vond bewijs van stromend water = een voorwaarde om te leven.
Jupiter:
o Grootste planeet
o Bestaat uit gas
, o Zwaarder dan alle andere planeten samen
o Kenmerkend uiterlijk (banden), deze kleurbanden ontstaan door condensatie van
de verschillende gassen (methaan, ethaan, propaan, …)
o Telt meer dan 60 manen
o Ijsvelden waaronder zich oceanen bevinden
o Groot ringenstelsel.
Saturnus:
o Kleine broertje van Jupiter
o Indrukwekkend ringenstelsel
o Meest verafgelegen planeet die nog met het blote oog waarneembaar is
o Geen waarneembaar oppervlak, bestaat uit gas
o Eén dag = 10 aardse uren
o Meer dan 60 manen (Titan= grootste)
Uranus:
o Seizoenen erg uitgesproken (per 21 aardse jaren)
o Eén jaar= 84 aardse jaren.
Neptunus:
o Vernoemd naar Romeinse god van de zee
o Blauwe kleur door de hoge concentraties methaan
o Hoge windsnelheden (2000km/h)
o 14 manen zijn reeds ontdekt (Triton; koudste temperaturen → water is er zo hard
als staal).
1.1.4 Aarde, zon en maan
Geocentrisme= vroeger dacht men dat de aarde het middelpunt was van het heelal.
Heliocentrisme= zon is het middelpunt van het heelal.
De aardas= de denkbeeldige as waar de aarde omheen draait, deze staat scheef.
Relatie tussen aarde en maan
De maan draait in tegenwijzerzin om de aarde en heeft daar ongeveer een MAANd voor
nodig (= de omlooptijd).
Schijngestalten
Maan geeft zelf geen licht, de zonnestralen reflecteren hierop.
Nieuwe maan= hemel helemaal donker, geen maan te zien. De zon belicht de andere
helft van de maan, die niet te zien is (weggedraaid van de aarde).
Eerste kwartier= Een week na nieuwe maan. Rechterdeel is verlicht, halve taartvorm.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gwendaeseleire. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,16. Je zit daarna nergens aan vast.