zx = z Toetsingsgrootheid of standaardscore X1 en X2 Gemiddelden van de steekproef µ1 en µ2 Gemiddelden van de populaties
(= z-score)
n1 en n2 Grootte steekproef 1 en grootte S1 en S2 Standaardafwijkingen van de steekproef s1 en s2 Standaardafwijkingen van de populaties
steekproef 2
n Grootte steekproef a Waarde op 0,05 of 0,01 (hiermee moet Schatting van de geljk populatievariantie
je vergelijken)
q1 en q2 Medianen van de populaties R1 en R2 Som van de rangnummers van de V Gemiddeld verschil tussen X1 en X2 uit de
steekproeven steekproef (2 paren)
µv = µ1 - µ2 Gemiddeld verschil tussen de paren uit Sv Standaardafwijking van de verschillen R+ en R- Som van de rangnummers van de
de populatie binnen de paren van de steekproeven positeive en de negatieve verschillen
r Correlatiecoëfficiënt van de steekproef r populatiecorrelatie k Aantal groepen
i Aanduiding van de individuele meting N Totaal aantal metingen Nk Totaal aantal metingen binnen een groep
Xik Individuele metingen (k geeft de groep Xk Gemiddelde van de deelgroep fo Geobserveerde frequentie
aan, i de persoon)
fe Verwachte frequentie p Kans dat een waarde voorkomt
, Toets Definitie Voorwaarden
z-toets voor verschil Gaat na of twee onafhankelijke steekproeven uit 2 - µ1 en µ2 gekend, normale verdeling, s1 en s2 zijn gekend
tussen 2 gemiddelden populaties met een bepaald gemiddelde gelijk of - µ1 en µ2 gekend, normale verdeling, s1 en s2 zijn
verschillend zijn. Deze toets wordt zelden gebruikt want ongekend, n1 en n2³100
meestal is het gemiddelde van de 2 populaties niet gekend. o als n1 en n2 <100 nemen we de t-toets
zx = z = de Bv. wanneer we vermoeden dat er tussen twee groepen o BEIDE groepen moeten groter zijn dan 100 à in
toetsingsgrootheid = de duidelijke verschillen zijn terwijl er geen verschillen totaal dus 200 pp of meer
standaardscore of z- aangegeven worden door de gemiddelden van beide - µ1 en µ2 gekend, niet-normale verdeling, s1 en s2 zijn
waarde populaties onbekend, n1 en n2>100
o als n1 en n2 tussen 30 en 100 ligt nemen we de t-
toets
o als n1 en n2 <30 nemen we een non-parametrische
toets
t-toets voor het Gaat na of een steekproef met een bepaald gemiddelde - Afhankelijke variabele minimaal op interval niveau
gemiddelde representatief is voor de beoogde populatie wanneer de - Normale verdeling, bij n<100, µ gekend, s onbekend
standaardafwijking van de populatie niet gekend is. Die van - Niet-normale verdeling, bij n tussen 30 en 100, µ gekend,
tx = t = de de steekproef wel s onbekend
toetsingsgrootheid = de Bv. wanneer we vermoeden dat het aangegeven µ en s van o Als n<30 nemen we een non-parametrische toets
t-waarde een bestaande toets niet klopt met de werkelijkheid of - Geen SD gekend
wanneer we een andere doelgroep vergelijken met de
df = n-1 = aantal voorgeschreven normen van de test
vrijheidsgraden