Klinische bewegingsanalyse: Ganganalyse
Hoofdstuk 1: Het klinische gebruik van geïnstrumenteerde ganganalyse
1.1. Inleiding
Complexiteit -> smalle steunbasis & hoge positie zwaartepunt
Spieren:
o Voldoende propulsie om het lichaam over zijn zwaartepunt heen te brengen
o Zorgen dat het lichaam in evenwicht blijft
Propulsie = voorwaarts bewegen
Klinisch gebruik ‘instrumented GA’ = IGA
o Doel van iGA: vaststellen welke stoornis(sen) leiden tot beperkingen-afwijkingen
tijdens het gaan
Spasticiteit => spieren gaan onwillekeurig samentrekken. Gebeurt altijd tijdens beweging,
nooit in rust...
Als Kiné: Belangrijk om de spieren te trainen zoals ze tijdens het stappen gebruikt
worden:
o open-gesloten keten
o concentrisch-eccentrisch
o bi-articulaire beweging
o rekening houdend met de snelheid van uitvoering en de actieve bewegingsuitslag
tijdens het stappen,..
1.2. Maturaite van het gangpatroon
Stappen zonder handen => handen vrijkomen voor andere taken.
Maturatie: 2 fasen van het leren stappen
o 1. Snelle, ontwikkelingsfase:
eerste 6 maanden van het zelfstandig stappen.
De spatiotemporele en kinematische gangkarakteristieken veranderen drastisch.
Zelden ganganalyse doen.
1
, o 2. Trage maturatiefase:
Veranderingen zijn minder drastisch geleidelijk naar volwassen patroon
evolueren kan tot achtste levensjaar van het kind
Door wat wordt de ontwikkeling van het gangpatroon beïnvloed?
o de groei (toename in lichaamslengte en -gewicht)
o de maturatie van het centraal zenuwstelsel (neuromusculaire maturatie)
o de wandelervaring (oefening baart kunst).
Stel pathologie => niet enkel de kennis van het normale gangpatroon, maar ook kennis
van de ontwikkeling van het kind ervan is cruciaal om tot de juiste klinische beslissing te
komen. Enkel zo kan men immers inschatten of een afwijking op het gangpatroon
veroorzaakt wordt door een pathologie of eerder een normale stap in de ontwikkeling
naar een volwassen gangpatroon is.
Aangezien het gangpatroon van een patiënt steeds aangeboden wordt met labo- en
leeftijdsspecifieke referentiedata (en hun normale spreiding) kan je dat reeds een groot
deel op weg helpen voor een correcte klinische interpretatie.
Grote variabiliteit bij kinderen (inter- en intra subject)
o Inter = tussen de kinderen
o Intra = tussen de stappen van elk kind
=> Naarmate het gangpatroon meer matuur wordt zal deze variatie afnemen.
1.3. Spatiotemporele parameters
Analyse vd gang: duur verschillende fasen + afgelegde afstand vergelijken
o Spatio-: afstand/ ruimte afgelegd: beïnvloedt door lichaamslengte (daarom
standaardiseren: staplengte/ lengte P)
o Temporeel: tijd parameter
Andere mogelijkheid om parameters te vergelijken met normale data
leeftijdscategorie
2
, 1.3.1. spatiale beschrijvingen van het gangpatroon
1.3.2. temporele beschrijvingen van het gangpatroon
3
Hoofdstuk 1: Het klinische gebruik van geïnstrumenteerde ganganalyse
1.1. Inleiding
Complexiteit -> smalle steunbasis & hoge positie zwaartepunt
Spieren:
o Voldoende propulsie om het lichaam over zijn zwaartepunt heen te brengen
o Zorgen dat het lichaam in evenwicht blijft
Propulsie = voorwaarts bewegen
Klinisch gebruik ‘instrumented GA’ = IGA
o Doel van iGA: vaststellen welke stoornis(sen) leiden tot beperkingen-afwijkingen
tijdens het gaan
Spasticiteit => spieren gaan onwillekeurig samentrekken. Gebeurt altijd tijdens beweging,
nooit in rust...
Als Kiné: Belangrijk om de spieren te trainen zoals ze tijdens het stappen gebruikt
worden:
o open-gesloten keten
o concentrisch-eccentrisch
o bi-articulaire beweging
o rekening houdend met de snelheid van uitvoering en de actieve bewegingsuitslag
tijdens het stappen,..
1.2. Maturaite van het gangpatroon
Stappen zonder handen => handen vrijkomen voor andere taken.
Maturatie: 2 fasen van het leren stappen
o 1. Snelle, ontwikkelingsfase:
eerste 6 maanden van het zelfstandig stappen.
De spatiotemporele en kinematische gangkarakteristieken veranderen drastisch.
Zelden ganganalyse doen.
1
, o 2. Trage maturatiefase:
Veranderingen zijn minder drastisch geleidelijk naar volwassen patroon
evolueren kan tot achtste levensjaar van het kind
Door wat wordt de ontwikkeling van het gangpatroon beïnvloed?
o de groei (toename in lichaamslengte en -gewicht)
o de maturatie van het centraal zenuwstelsel (neuromusculaire maturatie)
o de wandelervaring (oefening baart kunst).
Stel pathologie => niet enkel de kennis van het normale gangpatroon, maar ook kennis
van de ontwikkeling van het kind ervan is cruciaal om tot de juiste klinische beslissing te
komen. Enkel zo kan men immers inschatten of een afwijking op het gangpatroon
veroorzaakt wordt door een pathologie of eerder een normale stap in de ontwikkeling
naar een volwassen gangpatroon is.
Aangezien het gangpatroon van een patiënt steeds aangeboden wordt met labo- en
leeftijdsspecifieke referentiedata (en hun normale spreiding) kan je dat reeds een groot
deel op weg helpen voor een correcte klinische interpretatie.
Grote variabiliteit bij kinderen (inter- en intra subject)
o Inter = tussen de kinderen
o Intra = tussen de stappen van elk kind
=> Naarmate het gangpatroon meer matuur wordt zal deze variatie afnemen.
1.3. Spatiotemporele parameters
Analyse vd gang: duur verschillende fasen + afgelegde afstand vergelijken
o Spatio-: afstand/ ruimte afgelegd: beïnvloedt door lichaamslengte (daarom
standaardiseren: staplengte/ lengte P)
o Temporeel: tijd parameter
Andere mogelijkheid om parameters te vergelijken met normale data
leeftijdscategorie
2
, 1.3.1. spatiale beschrijvingen van het gangpatroon
1.3.2. temporele beschrijvingen van het gangpatroon
3