Materialiseren M2: Natuursteen
Deel M2: Natuursteen
1. Kern
- Wereld > 5000 commerciële variëteiten
- Centraal Europa > 500 variëteiten
- uitzettingsgevoeligheid in functie van temperatuur vorstgevoeligheid,
zeker bij de poreuze varianten
- kalk en zandsteen gevoelig voor zure regen en luchtpollutie perceptie :
sterk, oerdegelijk, betrouwbaar, karaktervol vele uitvoeringsvormen
(gehamerd, gepolijst, ...)
- hogere prijsklasse
- streekgebonden
- meestal afkomstig uit lokale ondergrond
- esthetisch aantrekkelijk
- meestal duurzaam
- zeer variabel
Vandaag gebruikt als:
- bouwsteen
- granulaten
- grondstof (voor cement, glas, baksteen, rotswol…)
- meststof, bodemverbeteraar, brandstof
2. Opbouw
2.1. Mineralen
2.1.1. Ontstaan en defnntne
De aardkorst is opgebouwd uit gesteenten (los en vast) en deze gesteenten
bestaat uit 1 of meerdere soorten mineralen.
Alle natuurstenen komen voor in de aardkorst of lithossfeer.
Ontginningen vinden plaats aan het aardoppervlak
Onderliggend aardmantel: magma
,Materialiseren M2: Natuursteen
Door het afkoelen en/of onder druk kan magma uitkristalliseren. De
kristallijne verbindingen die hierbij ontstaan worden mineralen genoemd.
Mineraal:
- Natuurlijke chemische stof
- Ingedeeld o.b.v. chemische samenstelling (die in de anorganische
natuur voorkomen)
- Onderscheid volgens klassen:
Elementen
Oxiden
Sulfiden
Carbonaten
Nitraten
Fosfaten
Sulfaten
Silicaten …
- Elk gesteente is een verzameling van mineralen
- Petrografie: beschrijving en de studie van de gesteenten
- Mineralogie: beschrijft en bestudeert de mineralen
- Delfstoffen of ertsen: mineralen of gesteenten waarvan het
economisch rendabel is ze te ontginnen
Klasse volgens hardheid: hardste mineraal / natuursteen: diamant –
oxyden – carbonaten – sulfaten – silicaatveldspaten - …
In de bouw:
- Kwarts
- Veldsoaat
- Mica
- Calciet
- Gips
2.1.2. Kenmerken van mnneralen
, Materialiseren M2: Natuursteen
A. Kristalvorm
- Onder gunstige omstandigheden worden kristallen gevormd.
- De meeste vaste stofen zijn kristallijn: atomen gerankschikt in een
rooster
o Rooster bepaalt de uitwendige vorm en fysische
eigenschappen
De gevormde kristallen zijn telkens symmetrisch
Naargelang deze symmetrie:
Kristalstelsels
Symmetriestelsels
- Niet-kristallijne vaste stofen zijn amorf (glasachtig, vast, maar met
de fysische eigenschappen van een vloeistof). De atomen zijn dan
willekeurig gerangschikt.
B. Hardheid
- Alle mineralen hebben een verschillende hardheid
- Referentieschaal: hardheidschaal van Mohs (zonder eenheid, van 1
tot 10)
1. Talk
2. Gips
2,5: vingernagel
3. Calciet
4. Fluoriet
5. Apatiet
5,5-6: glas
6. Orthoklaas
6,5: staal en porselein
7. Kwarts
8. Topaas
9. Korund
10. Diamant
Elk mineraal krast een mineraal met een lager cijfer en wordt zelf gekrast
door een mineraal met een hoger cijfer.
C. Morfologie of structuur
Mineralen zijn meestal een verzameling van kristallen met een typisch
uitzicht.
- Dendritisch
- Bolvormig
- Lammelair
- Vezelig
- Massief
- Naaldvormig
D. Soortelijk gewicht of dichtheid
- Lichte tot zware mineralen (elementen met Pb en Ba: zwaar)
E. Kleur
Deel M2: Natuursteen
1. Kern
- Wereld > 5000 commerciële variëteiten
- Centraal Europa > 500 variëteiten
- uitzettingsgevoeligheid in functie van temperatuur vorstgevoeligheid,
zeker bij de poreuze varianten
- kalk en zandsteen gevoelig voor zure regen en luchtpollutie perceptie :
sterk, oerdegelijk, betrouwbaar, karaktervol vele uitvoeringsvormen
(gehamerd, gepolijst, ...)
- hogere prijsklasse
- streekgebonden
- meestal afkomstig uit lokale ondergrond
- esthetisch aantrekkelijk
- meestal duurzaam
- zeer variabel
Vandaag gebruikt als:
- bouwsteen
- granulaten
- grondstof (voor cement, glas, baksteen, rotswol…)
- meststof, bodemverbeteraar, brandstof
2. Opbouw
2.1. Mineralen
2.1.1. Ontstaan en defnntne
De aardkorst is opgebouwd uit gesteenten (los en vast) en deze gesteenten
bestaat uit 1 of meerdere soorten mineralen.
Alle natuurstenen komen voor in de aardkorst of lithossfeer.
Ontginningen vinden plaats aan het aardoppervlak
Onderliggend aardmantel: magma
,Materialiseren M2: Natuursteen
Door het afkoelen en/of onder druk kan magma uitkristalliseren. De
kristallijne verbindingen die hierbij ontstaan worden mineralen genoemd.
Mineraal:
- Natuurlijke chemische stof
- Ingedeeld o.b.v. chemische samenstelling (die in de anorganische
natuur voorkomen)
- Onderscheid volgens klassen:
Elementen
Oxiden
Sulfiden
Carbonaten
Nitraten
Fosfaten
Sulfaten
Silicaten …
- Elk gesteente is een verzameling van mineralen
- Petrografie: beschrijving en de studie van de gesteenten
- Mineralogie: beschrijft en bestudeert de mineralen
- Delfstoffen of ertsen: mineralen of gesteenten waarvan het
economisch rendabel is ze te ontginnen
Klasse volgens hardheid: hardste mineraal / natuursteen: diamant –
oxyden – carbonaten – sulfaten – silicaatveldspaten - …
In de bouw:
- Kwarts
- Veldsoaat
- Mica
- Calciet
- Gips
2.1.2. Kenmerken van mnneralen
, Materialiseren M2: Natuursteen
A. Kristalvorm
- Onder gunstige omstandigheden worden kristallen gevormd.
- De meeste vaste stofen zijn kristallijn: atomen gerankschikt in een
rooster
o Rooster bepaalt de uitwendige vorm en fysische
eigenschappen
De gevormde kristallen zijn telkens symmetrisch
Naargelang deze symmetrie:
Kristalstelsels
Symmetriestelsels
- Niet-kristallijne vaste stofen zijn amorf (glasachtig, vast, maar met
de fysische eigenschappen van een vloeistof). De atomen zijn dan
willekeurig gerangschikt.
B. Hardheid
- Alle mineralen hebben een verschillende hardheid
- Referentieschaal: hardheidschaal van Mohs (zonder eenheid, van 1
tot 10)
1. Talk
2. Gips
2,5: vingernagel
3. Calciet
4. Fluoriet
5. Apatiet
5,5-6: glas
6. Orthoklaas
6,5: staal en porselein
7. Kwarts
8. Topaas
9. Korund
10. Diamant
Elk mineraal krast een mineraal met een lager cijfer en wordt zelf gekrast
door een mineraal met een hoger cijfer.
C. Morfologie of structuur
Mineralen zijn meestal een verzameling van kristallen met een typisch
uitzicht.
- Dendritisch
- Bolvormig
- Lammelair
- Vezelig
- Massief
- Naaldvormig
D. Soortelijk gewicht of dichtheid
- Lichte tot zware mineralen (elementen met Pb en Ba: zwaar)
E. Kleur