HOOFDSTUK 16: CHORDATA – Inleiding
1. Inleiding en diagnose
Morfologie
BEZIT VAN:
- Chorda dorsalis
- Kieuwspleten
- Dorsale zenuwbuis
- Post-anale staart
- Myomeren (gesegmenteerde spieren) in een niet-gesegmenteerd lichaam
- Ventraal gelegen hart
Fysiologie
- Gesloten bloedvatensysteem MET ventraal hart
- Centraal zenuwstelsel MET hersenen
- VOLLEDIG spijsverterteringskanaal
- Osmoregulatie en excretie DOOR nieren
- Ademhaling DOOR kieuwen, longen en/of de huid
- SOMMIGE groepen homoiotherm (zoogdieren en vogels)
Voortbeweging
- Zwemmen
- Kruipen
- Lopen
- Vliegen
GEBRUIKEN skeletspieren VASTZITTEN OP endoskelet
Voortplanting
- Gescheiden geslachten (soms hermafrodiet, parthenogenetisch)
- Uitwendige (waterbewonende) of inwendige (landvormen) bevruchting
- Ovipaar of vivipaar
Ontwikkeling
- Verschillende klievingspatronen
- Deuterostoom
- Directe of indirecte ontwikkeling
Habitat
- Wereldwijd IN zeewater, zoet water of op het land
Grootte
- Enkele mm tot 32 m
1
,Diversiteit
- Ongeveer 48,000 beschreven recente soorten
2. Typische chordatenstructuren
a. chorda dorsalis
b. dorsale zenuwbuis
c. kieuwspleten
d. post-anale staart
e. myomeren
2.1. Chorda dorsalis
- eerste steunstructuur DIE TOT ONTWIKKELING KOMT
- GELEGEN dorsaal VAN darm
- OPGEBOUWD UIT lange staaf gevacuoliseerde cellen OMGEVEN DOOR
bindweefselschede
- AANWEZIGHEID
o Urochordata ENKEL BIJ staar BIJ larve
o Cephalochordata BLIJFT BESTAAN OVER gans het lichaam
o Prikken lichaamssteun
o Vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren OMGEVEN DOOR
wervelkolom
2.2. Dorsale neurale buis
- ONTSTAAT UIT dorsale ectoblast VAN jonge embryo
• INZAKKING boven de chorda
• ONTWIKKELING TOT holle buis
- BIJ primitieve chordata ONTWIKKELT ZICH hersenblaasje AAN rostrale
uiteinde
• ONTWIKKELING TOT hersenen TIJDENS embryonale ontwikkeling
• BESCHERMD DOOR schedel (cranium)
neurale bogen
2
, 2.3. Kieuwspleten
- ONTSTAAN IN embryonale farynx
- ONTSTAAT DOOR
o versmelting van:
entodermale uitstulping van de pharynx
ectodermale uitstulping van de lichaamswand
- BEIDE ZIJDEN draadvormige uitsteeksels BEVATTEN bloedvaten = kieuw
- Zuurstofrijke water WORDT mond (opgenomen) farynx inwendige
kieuwspleten kieuwen (gasuitwisseling gebeurt) uitwendige kieuwspleten
(verlaat het lichaam)
WATERBEWONENDE CHORDATEN
ADEMEN kieuwen
AMFIBIEËN
TIJDENS larvestadia kieuwen
adulten longen
Kieuwen VERLOREN TIJDENS metamorfose
REPTILEN, VOGELS, ZOOGDIEREN
TIJDENS vroege embryo kieuwspleten
NA geboorte ONTSTAAN ER longen
2.4. Myomeren
- gesegmenteerde spieren
- embryonaal aangelegd
- segmentatie verdwijnt soms gedeeltelijk
3
1. Inleiding en diagnose
Morfologie
BEZIT VAN:
- Chorda dorsalis
- Kieuwspleten
- Dorsale zenuwbuis
- Post-anale staart
- Myomeren (gesegmenteerde spieren) in een niet-gesegmenteerd lichaam
- Ventraal gelegen hart
Fysiologie
- Gesloten bloedvatensysteem MET ventraal hart
- Centraal zenuwstelsel MET hersenen
- VOLLEDIG spijsverterteringskanaal
- Osmoregulatie en excretie DOOR nieren
- Ademhaling DOOR kieuwen, longen en/of de huid
- SOMMIGE groepen homoiotherm (zoogdieren en vogels)
Voortbeweging
- Zwemmen
- Kruipen
- Lopen
- Vliegen
GEBRUIKEN skeletspieren VASTZITTEN OP endoskelet
Voortplanting
- Gescheiden geslachten (soms hermafrodiet, parthenogenetisch)
- Uitwendige (waterbewonende) of inwendige (landvormen) bevruchting
- Ovipaar of vivipaar
Ontwikkeling
- Verschillende klievingspatronen
- Deuterostoom
- Directe of indirecte ontwikkeling
Habitat
- Wereldwijd IN zeewater, zoet water of op het land
Grootte
- Enkele mm tot 32 m
1
,Diversiteit
- Ongeveer 48,000 beschreven recente soorten
2. Typische chordatenstructuren
a. chorda dorsalis
b. dorsale zenuwbuis
c. kieuwspleten
d. post-anale staart
e. myomeren
2.1. Chorda dorsalis
- eerste steunstructuur DIE TOT ONTWIKKELING KOMT
- GELEGEN dorsaal VAN darm
- OPGEBOUWD UIT lange staaf gevacuoliseerde cellen OMGEVEN DOOR
bindweefselschede
- AANWEZIGHEID
o Urochordata ENKEL BIJ staar BIJ larve
o Cephalochordata BLIJFT BESTAAN OVER gans het lichaam
o Prikken lichaamssteun
o Vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren OMGEVEN DOOR
wervelkolom
2.2. Dorsale neurale buis
- ONTSTAAT UIT dorsale ectoblast VAN jonge embryo
• INZAKKING boven de chorda
• ONTWIKKELING TOT holle buis
- BIJ primitieve chordata ONTWIKKELT ZICH hersenblaasje AAN rostrale
uiteinde
• ONTWIKKELING TOT hersenen TIJDENS embryonale ontwikkeling
• BESCHERMD DOOR schedel (cranium)
neurale bogen
2
, 2.3. Kieuwspleten
- ONTSTAAN IN embryonale farynx
- ONTSTAAT DOOR
o versmelting van:
entodermale uitstulping van de pharynx
ectodermale uitstulping van de lichaamswand
- BEIDE ZIJDEN draadvormige uitsteeksels BEVATTEN bloedvaten = kieuw
- Zuurstofrijke water WORDT mond (opgenomen) farynx inwendige
kieuwspleten kieuwen (gasuitwisseling gebeurt) uitwendige kieuwspleten
(verlaat het lichaam)
WATERBEWONENDE CHORDATEN
ADEMEN kieuwen
AMFIBIEËN
TIJDENS larvestadia kieuwen
adulten longen
Kieuwen VERLOREN TIJDENS metamorfose
REPTILEN, VOGELS, ZOOGDIEREN
TIJDENS vroege embryo kieuwspleten
NA geboorte ONTSTAAN ER longen
2.4. Myomeren
- gesegmenteerde spieren
- embryonaal aangelegd
- segmentatie verdwijnt soms gedeeltelijk
3