Methodisch handelen
① Cliëntgerichte toegepaste gedragswetenschappen
Cliëntgerichte zorg
Het biomedische en sociale model
Nature-nurture
Nurture
Onderliggende, aangeboren of verworven lichamelijke aandoeningen
en bijhorende stoornissen
Nature
Rol van leren, ontwikkeling en opvoeding
Biomedisch model
Statistische gemiddelde
Kleurt de grenzen van ‘normaal’
Buiten grenzen = afwijkend
Doel
Wegwerken discrepanties afwijking terug normaal maken
Dualisme
Lichaam + geest onafhankelijke entiteiten zijn niet causaal
verbonden
Sociale model
Reactie op biomedisch model
Onderscheid stoornis + problemen die ermee samenhangen
Stoornis bepaald door fysieke, mentale of sensorische afwijkingen
Op zichzelf geen probleem
Niets mis met mensen met beperking
Moet dus ook niets hersteld worden
Hulp
Infrastructurele aanpassingen, sensibilisering samenleving
corrigeren attitudes
1
,Biopsychosociaal model
Het ICF-model
2
,Tweevoudig doel
Denkkader
Wetenschappelijke basis voor studie van menselijke gezondheid
Gezondheid meer dan afwezigheid van ziekte
Gemeenschappelijke taal
Gestandaardiseerd begrippenapparaat
Classificatiesysteem
De vijf componenten van het ICF-model
Anatomische eigenschappen en functies
Lichaamsdelen, orgaanstelsels, …
Fysiologische + mentale eigenschappen
Activiteiten
Moeilijkheden met uitvoeren van activiteiten = beperkingen
Participatie
Moeilijkheden met interactie = participatieproblemen
Externe factoren
Fysieke + sociale omgeving
Persoonlijke factoren
Cliëntgerichte zorg belangrijkste kenmerken
Ontwikkeling therapeut-cliëntrelatie
Vertrekt vanuit biopsychosociaal perspectief
Holistische kijk ziekte en stoornissen
Cliënt als mens bekijken
Gericht op de waarden en noden van de gehele persoon
Person-centered care
Bevoegdheid + verantwoordelijkheid gedeeld
Belang gehecht aan zorgverstrekker als persoon
Contextuele elementen een rol
Beschikbare tijd + middelen
Effecten cliëntgerichte zorg
Grotere kennis + inzicht van cliënten in stoornis
Betere aansluiting leefwereld cliënt
Grotere cliënttevredenheid
Betere behandelresultaten
3
, Verhoogde levenskwaliteit
Veerkracht
Combinatie van het vermogen van individuen om, geconfronteerd met
ernstige problemen, voor hun persoonlijke welzijn bij zichzelf de nodige
psychologische, sociale, culturele en fysieke krachtbronnen aan te
boren, en hun capaciteit om individueel en collectief te ijveren opdat
dergelijke krachtbronnen ook vanuit de gemeenschap worden
Vooraf
Succeservaringen bij tegenslag
Natuurlijke neiging tot planning + zelfreflectie
Positieve gezinsatmosfeer
Na tegenslag
Externe interventies
Turning point effects
Succeservaringen in andere domeinen
Empowerment
Een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en
gemeenschappen greep krijgen op de eigen situatie en hun omgeving
en dit via het verwerven van controle, het aanscherpen van kritisch
bewustzijn en het stimuleren van participatie.
Systematische gedragsmodificatie als overkoepelende methodiek
Vaardigheden Wat leert de Emoties en
Articuleren cliënt? vaardigheden
Foneren 1. Kennis en Nadenken
Zinnen bouwen inzichten Plannen
Slikken Piekeren
Gebaren 2. Emoties Zorgen maken
Verwachten
Input en output
Input
4
① Cliëntgerichte toegepaste gedragswetenschappen
Cliëntgerichte zorg
Het biomedische en sociale model
Nature-nurture
Nurture
Onderliggende, aangeboren of verworven lichamelijke aandoeningen
en bijhorende stoornissen
Nature
Rol van leren, ontwikkeling en opvoeding
Biomedisch model
Statistische gemiddelde
Kleurt de grenzen van ‘normaal’
Buiten grenzen = afwijkend
Doel
Wegwerken discrepanties afwijking terug normaal maken
Dualisme
Lichaam + geest onafhankelijke entiteiten zijn niet causaal
verbonden
Sociale model
Reactie op biomedisch model
Onderscheid stoornis + problemen die ermee samenhangen
Stoornis bepaald door fysieke, mentale of sensorische afwijkingen
Op zichzelf geen probleem
Niets mis met mensen met beperking
Moet dus ook niets hersteld worden
Hulp
Infrastructurele aanpassingen, sensibilisering samenleving
corrigeren attitudes
1
,Biopsychosociaal model
Het ICF-model
2
,Tweevoudig doel
Denkkader
Wetenschappelijke basis voor studie van menselijke gezondheid
Gezondheid meer dan afwezigheid van ziekte
Gemeenschappelijke taal
Gestandaardiseerd begrippenapparaat
Classificatiesysteem
De vijf componenten van het ICF-model
Anatomische eigenschappen en functies
Lichaamsdelen, orgaanstelsels, …
Fysiologische + mentale eigenschappen
Activiteiten
Moeilijkheden met uitvoeren van activiteiten = beperkingen
Participatie
Moeilijkheden met interactie = participatieproblemen
Externe factoren
Fysieke + sociale omgeving
Persoonlijke factoren
Cliëntgerichte zorg belangrijkste kenmerken
Ontwikkeling therapeut-cliëntrelatie
Vertrekt vanuit biopsychosociaal perspectief
Holistische kijk ziekte en stoornissen
Cliënt als mens bekijken
Gericht op de waarden en noden van de gehele persoon
Person-centered care
Bevoegdheid + verantwoordelijkheid gedeeld
Belang gehecht aan zorgverstrekker als persoon
Contextuele elementen een rol
Beschikbare tijd + middelen
Effecten cliëntgerichte zorg
Grotere kennis + inzicht van cliënten in stoornis
Betere aansluiting leefwereld cliënt
Grotere cliënttevredenheid
Betere behandelresultaten
3
, Verhoogde levenskwaliteit
Veerkracht
Combinatie van het vermogen van individuen om, geconfronteerd met
ernstige problemen, voor hun persoonlijke welzijn bij zichzelf de nodige
psychologische, sociale, culturele en fysieke krachtbronnen aan te
boren, en hun capaciteit om individueel en collectief te ijveren opdat
dergelijke krachtbronnen ook vanuit de gemeenschap worden
Vooraf
Succeservaringen bij tegenslag
Natuurlijke neiging tot planning + zelfreflectie
Positieve gezinsatmosfeer
Na tegenslag
Externe interventies
Turning point effects
Succeservaringen in andere domeinen
Empowerment
Een proces van versterking waarbij individuen, organisaties en
gemeenschappen greep krijgen op de eigen situatie en hun omgeving
en dit via het verwerven van controle, het aanscherpen van kritisch
bewustzijn en het stimuleren van participatie.
Systematische gedragsmodificatie als overkoepelende methodiek
Vaardigheden Wat leert de Emoties en
Articuleren cliënt? vaardigheden
Foneren 1. Kennis en Nadenken
Zinnen bouwen inzichten Plannen
Slikken Piekeren
Gebaren 2. Emoties Zorgen maken
Verwachten
Input en output
Input
4