H5-6. Verdunningen
1. Verdunningen
Het aantal mol of aantal gram opgeloste stof (mold of gd) aanwezig in een bepaald volume verandert
niet bij verdunnen door toevoeging van water
Bij verdunningen neemt de molariteit af + neemt het volume toe
→ M1 . V1 = M2 . V2
2. Stoechiometrische berekeningen
In een chemische reactie reageren deeltjes met elkaar in een bepaalde verhouding
➔ Stoechiometrische berekeningen bepalen deze verhoudingen
➔ Bv. Fe + S → FeS
1 atoom + 1 atoom → 1 molecule
1 mol + 1 mol → 1 mol
56g + 32g → 88g
Ar 56g/mol + Ar 32g/mol → Mr 88g/mol
Als de reagentia niet in stoechiometrische verhouding aanwezig zijn, zal de reactie stoppen wanneer
1 reagens volledig opgebruikt is
➔ Het limiterend reagens = het reagens dat tijdens een reactie volledig opgebruikt wordt
(van het andere reagens blijft dus een bepaalde hoeveelheid over)
➔ Voorbeeld:
Reactie tussen 250g ijzer(III)oxide en 150g aluminium.
a) Welk van de reagentia is het limiterend reagens?
b) Hoeveel overschot is er van het andere reagens?
Oplossing:
→ 2,765 mol Fe2O3 kan met 5,53 mol Al reageren
(2,765 is de helft van 5,53, zoals ook 1 mol (Fe2O3) de helft is van 2 mol (Al))
Antwoord:
a) Fe2O3 is het limiterend reagens
b) Er blijft 2,41 mol Al over
1. Verdunningen
Het aantal mol of aantal gram opgeloste stof (mold of gd) aanwezig in een bepaald volume verandert
niet bij verdunnen door toevoeging van water
Bij verdunningen neemt de molariteit af + neemt het volume toe
→ M1 . V1 = M2 . V2
2. Stoechiometrische berekeningen
In een chemische reactie reageren deeltjes met elkaar in een bepaalde verhouding
➔ Stoechiometrische berekeningen bepalen deze verhoudingen
➔ Bv. Fe + S → FeS
1 atoom + 1 atoom → 1 molecule
1 mol + 1 mol → 1 mol
56g + 32g → 88g
Ar 56g/mol + Ar 32g/mol → Mr 88g/mol
Als de reagentia niet in stoechiometrische verhouding aanwezig zijn, zal de reactie stoppen wanneer
1 reagens volledig opgebruikt is
➔ Het limiterend reagens = het reagens dat tijdens een reactie volledig opgebruikt wordt
(van het andere reagens blijft dus een bepaalde hoeveelheid over)
➔ Voorbeeld:
Reactie tussen 250g ijzer(III)oxide en 150g aluminium.
a) Welk van de reagentia is het limiterend reagens?
b) Hoeveel overschot is er van het andere reagens?
Oplossing:
→ 2,765 mol Fe2O3 kan met 5,53 mol Al reageren
(2,765 is de helft van 5,53, zoals ook 1 mol (Fe2O3) de helft is van 2 mol (Al))
Antwoord:
a) Fe2O3 is het limiterend reagens
b) Er blijft 2,41 mol Al over